LIFE OF PI (Ang Lee) (USA-UK-Taiwan-Canada, 2012)
(127)
Ang Lees verfilming van de gelijknamige bestseller van Yann Martel maakt vooral indruk door de visueel verbluffende computeranimaties (onder meer van de compleet uit nullen en enen opgetrokken tijger Richard Parker, van een uit de oceaan omhoogspringende bultrug en van een eiland vol stokstaartjes). De diepere thematiek van het verhaal (met als pitch: jonge schipbreukeling overleeft samen met een Bengaalse tijger een tocht over de oceaan in een reddingssloep) blijft echter even wankel en wazig als in de roman.
Wel biedt de film (die zich beperkt tot de narratologische essentie van het boek en vooral uit het eerste deel heel wat materiaal weglaat) de gelegenheid om nog eens een poging te wagen Martels bedoelingen te doorgronden. Het valt nu bijvoorbeeld extra op dat er nogal wat nadruk gelegd wordt op het lijden in de wereld (onder meer reeds aangebracht via het gesprek tussen Pi en de priester in het kerkje, helemaal in het begin). Deze rode draad lijkt dan finaal afgewikkeld te worden in de cruciale passage waarin Pi aan de twee Japanners (die de rederij van het gezonken schip vertegenwoordigen) een alternatieve versie van het gebeurde vertelt, waarin verschrikkelijke dingen gebeuren (het been van de matroos dat geamputeerd wordt, de kok die eet van de dode matroos, de kok die de moeder vermoordt en Pi die de kok vermoordt). Pi vraagt dan aan de Japanners welke versie zij verkiezen, die met of die zonder dieren, en de Japanners kiezen voor de versie mét dieren. Zo is het met God nu ook, stelt Pi ten slotte. Zonder verdere uitleg. En waarom het schip gezonken is, weet niemand.
Wat Martel met dit alles bedoelt, blijft in hoge mate raadselachtig en onduidelijk. Sommigen zullen dit zien als een zwakheid van het verhaal, anderen net als een pluspunt. Maar minpunt of pluspunt, de lezer/kijker wordt gedwongen stevig te interpreteren, met alle risicos vandien. Laten wij dus ook eens proberen. De twee Japanners verkiezen de geromantiseerde versie mét dieren (en vooral dan met de bonding die ontstaat tussen Pi en Richard Parker: zie het laatste beeld van de film, waaruit we kunnen afleiden dat de tijger wel degelijk aan Pi terugdenkt, alvorens in de Mexicaanse jungle te verdwijnen). Maar de reden van de schipbreuk blijft onbekend. En zo is het nu met God ook. Bedoelt Martel dat de mens moeite heeft met het lijden in de wereld (gesymboliseerd door de schipbreuk) en dat hij daarom zijn toevlucht zoekt in een soort geromantiseerde versie van de wereld en de werkelijkheid, de godsdienst dus? En is het dus daarom dat Pi Platel zowel hindoe, christen en moslim is: omdat àlle godsdiensten beantwoorden aan deze menselijke behoefte om de vaak wrede en onbegrijpelijk ruwe realiteit aan te kunnen? In een interviewtje in Humo zegt Suraj Sharma, de Indische acteur die Pi vertolkt: Daarom speelt geloof ook een belangrijke rol in de film en in het boek: omdat mensen niet tevreden kunnen zijn met wie ze zijn, kiezen ze ervoor te geloven in iets anders. Wat onze (poging tot) interpretatie lijkt te bevestigen.
Life of Pi zou een verhaal bieden dat je doet geloven in God. Interpreteren wij correct, dan biedt Life of Pi net een verhaal dat je niét doet geloven in God, want God is naar verluidt een verzinsel van de mensen om de wereld en zijn lijden aan te kunnen. Net zoals Pi Platel het verhaal van de tijger verzon om de verschrikkelijke gebeurtenissen in de roeiboot te verhullen. De kwestie is: zou Martel het cynisme en de ironie inderdaad zo ver gedreven hebben? Als we hem ooit ontmoeten, vragen we het hem.
Quotering: ***
(2de visie: januari 2015 opgenomen van Proximus TV) (explicit 8 februari 2015)
|