AN IMPORTANT LANDSCAPE BY PEETER BALTENS
(Stephen J. Kostyshyn) 1990
[Galerie Sanct Lucas, Wenen, 1990, 45 blz. = Kostyshyn 1990]
Blijkbaar is dit boekje een uitgave in eigen beheer van een Weense kunstgalerij naar aanleiding van een paneel van Peeter Baltens, Satan die onkruid zaait (een episode uit de parabel van het onkruid onder de tarwe), dat zich anno 1990 in Zwitsers particulier bezit bevond. In het begeleidende biootje wordt van de auteur (een in 1949 geboren Canadees) voor 1991 de voltooiing van een proefschrift rond de zestiende-eeuwse Antwerpse schilder Peeter Baltens aangekondigd (overigens met als promotor Walter S. Gibson, een bekende Bosch-auteur).
Het bewuste paneel is een (ook voor ons) interessant werk, vooral wat de iconografie betreft. Slapende figuren verwijzen bijvoorbeeld symbolisch naar de zondigheid en in de Latijnse inscriptie wordt naar de duivel verwezen via de metafoor stÿgium canis (= hellehond). Kostyshyn zegt over deze iconografie echter nauwelijks iets. Eerst heeft hij het vooral over de (recente) pedigree van het paneel, waarbij het er blijkbaar in de eerste plaats op aankomt aan te tonen dat het om een originele Baltens gaat (wat er duidelijk op wijst dat Kostyshyn in opdracht van een particuliere bezitter schreef). In het tweede deel van het boekje (vanaf pagina 11) krijgen we een uitgebreide biografie gepresenteerd van Baltens, die duidelijk vooruitloopt op het aangekondigde proefschrift.
Kostyshyn vermeldt dat van Baltens een zestiental originele schilderijen bewaard bleven, terwijl er een klein twintigtal kan toegeschreven worden aan zijn atelier. Voor meer gegevens wordt echter naar zijn proefschrift verwezen [pp. 7 (noot 25) / 24-25]. Baltens werd geboren in Antwerpen in 1527 en stierf er ook in 1584 [p. 17]. De correcte schrijfwijze van zijn naam is Peeter Baltens (alias) Custodis, ofschoon hij soms de s achteraan zijn naam wegliet [p. 14 (noot 18)]. Peeter Baltens wordt in de kunsthistorische literatuur vaak afgedaan als een epigoon van Pieter Bruegel, maar dit is naar verluidt zeer ten onrechte: hij was een veel betere schilder dan de meesten denken [p. 11]. De Mechelaar Dr. A. Monballieu (die overigens had moeten meewerken aan onze tentoonstelling De Zotte Schilders maar forfait gaf omdat hij te oud was en niet energiek genoeg) publiceerde immers in 1964 een artikel, gebaseerd op Mechels archiefmateriaal, waaruit blijkt dat in 1550-51 Baltens en Bruegel samen werkten aan een altaarstuk voor de kapel van de handschoenmakersgilde in de Sint-Rombouts, waarbij Baltens de binnenpanelen deed en Bruegel slechts de (minder belangrijke) buitenpanelen. Wat de vraag doet rijzen of Bruegel misschien opgeleid werd in het atelier van Baltens, en dan zou niet Baltens maar Bruegel de (getalenteerde) epigoon zijn! Het altaarstuk in kwestie is jammer genoeg niet bewaard gebleven [pp. 13 / 19-20].
Eén van Baltens schilderijen is gedateerd (1581) en we kennen een opdracht uit 1582, maar zijn andere werken werden waarschijnlijk geproduceerd in de jaren zestig en zeventig van de zestiende eeuw [p. 24]. Voor de rest bestaat dit dunne boekje uit een heleboel vrij gedetailleerde informatie rond Peeter Baltens en zijn Antwerpse milieu (hij was trouwens niet alleen schilder maar ook schrijver, rederijker, lid van de Sint-Lucasgilde en uitgever van prenten), waarbij het alleen spijtig is dat de tekst ongelooflijk slecht geredigeerd werd: hij staat van voor naar achter vol storende drukfouten. Het zou wel interessant zijn om dat proefschrift of een handelseditie ervan te pakken te krijgen.
[explicit 21 april 2003]
|