DE DROMENWEVER (Douwe Draaisma) 2013
[Historische Uitgeverij, Groningen, 2013, 221 blz. = Draaisma 2013]
Een zeer vlot en in een heerlijke no-nonsensestijl geschreven boekje van Douwe Draaisma, professor psychologie aan de Universiteit van Groningen, waarin op een zeer toegankelijke manier en met veel verwijzingen naar ouder en recenter onderzoek een status quaestionis wordt opgemaakt rond wat wij tegenwoordig over dromen weten, of menen te weten.
Voor verzamelingen van dromen, zoals die in droomjournaals en dagboeken zijn te vinden, geldt weer het spiegelbeeldige bezwaar. Ditmaal zijn de dromen zelf voorhanden, maar ontbreekt het aan analyse en verband. [p. 9]
Van Eeden zal in dit boek, met Freud, de meest geciteerde auteur zijn. [p. 10]
Het eerste hoofdstuk geeft een globaal overzicht van de geschiedenis van het droomonderzoek.
Erotische dromen werden rond 1950 nog drie keer zo vaak door mannen gerapporteerd, ze gingen vier keer zo vaak over gemeenschap en zeven keer zo vaak hadden zij in de droom het initiatief genomen. Inmiddels rapporteren vrouwen even vaak erotische dromen als mannen. Van hun tabellen gaat dezelfde fascinatie uit als van een oude wegenkaart, je vouwt hem open en er verschijnt een wereld die er in die vorm niet meer is en je laat mijmeren over wat er is verdwenen en verschenen. [p. 34]
De volgende hoofdstukken nemen verschillende soorten dromen nader onder de loep. Het gaat dan over vliegen en zweven in dromen, over naaktdromen [Het ware trauma dat in iedere naaktdroom weer wordt opgevoerd is de onverschilligheid van de anderen. Je hebt iets intiems van jezelf laten zien, iets opgebiecht, je staat daar in alle kwetsbaarheid en nog steeds word je genegeerd. Als je zelfs naakt niet opgemerkt wordt, wanneer dan wel? (p. 58)], over examendromen [zijn blijkbaar verbonden met een waaier aan soms tegenstrijdige gevoelens, zoals angst, opluchting, troost, zelfverwijt en bemoediging (pp. 63/71)], over profetische dromen (waaraan Draaisma niet veel geloof lijkt te hechten), over lucide dromen [motivatie, het intense verlangen lucide te dromen is helaas geen voldoende voorwaarde (p. 105), vooral tegen de ochtend als we stilaan aan het wakker worden zijn komen ze voor en het helpt om even op te staan en dan terug te gaan slapen], over kleuren in dromen [Zelfs de meest filmische beschrijvingen roepen blijkbaar hooguit een visueel halffabricaat op. Maar niet kunnen zeggen welke kleur je visuele voorstelling van die ballon had betekent niet dat je de hele scène in zwart-wit voor je zag. Het is eerder dat op dit soort innerlijke beelden die tweedeling gewoon niet van toepassing is. Zou dat niet de verklaring kunnen zijn waarom we zoveel moeite hebben met de vraag of we dromen in zwart-wit of kleur? (p. 128)], over dromen van blinden (wie vóór zijn vijfde blind is, droomt nooit in beelden) en over nachtmerries.
In de eerste levensjaren was de oogzenuw essentieel om de hersenen te stemmen, een poëtische metafoor waarmee hij bedoelde dat het brein net als een muziekinstrument gaat staan naar de wijze waarop het wordt bespeeld. [p. 131]
Naar aanleiding van het schilderij De Nachtmerrie van Henry Fuseli (1781): Het monster was een incubus, Latijn voor op iets liggen, oorspronkelijk een van de demonen die de slaper komen belagen, later de aanduiding voor de droom zelf preciezer, een droom waarin je het gevoel krijgt geen adem meer te kunnen halen omdat iets of iemand je verstikt. De incubus was een mannelijke demon en had het op vrouwen voorzien, mannen konden bezocht worden door een succubus, een vrouwelijke demon die onder lag. [p. 150]
Bij alle zestigers en zeventiger komt de periode van jeugd en vroege volwassenheid vaker en scherpper terug in de herinnering
[p. 171]
Het laatste hoofdstuk handelt over erotische dromen.
Mannen hebben elke nacht in totaal zon twee uur lang een gedeeltelijke of volledige erectie: In de eerste hypothese is de erectie het gevolg, in de tweede de oorzaak van de erotische droom. Het is niet nodig te kiezen tussen deze twee hypothesen. Ze zijn beide onwaar. [p. 174]
De woestijnvader Johannes Cassianus lijfde de erotische droom zonder omhaal in bij de nachtmerrie [p. 177].
De victoriaanse arts William Acton leidde een campagne tegen de gevaren van zelfbevrediging. Hij geloofde dat ieder mens bij de geboorte een eindige voorraad seksuele energie en sperma meekreeg en dat die door zelfbevrediging voortijdig uitgeput kon raken. Natte dromen waren dus even gezondheidsbedreigend als masturbatie. Zijn waarschuwing had een andere achtergrond dan die van Cassianus, maar was wonderlijk eensluidend: Als een man zichzelf overdag heeft toegestaan te verwijlen bij libidineuze onderwerpen, zal hij merken dat zijn geest s nachts vervuld is van wellustige dromen. [pp. 177-178]
Dat de ochtenderectie niets met een volle blaas heeft te maken werd ook bevestigd: de laatste rem-periode is de langste en dat is ook het tijdstip waarop de blaas het volst is. Het is wel waar dat de ochtenderectie de stevigste is, een verschijnsel waarvoor de meeste talen hun gemeenzame aanduidingen hebben (Morgenlatte, morning wood). [p. 180]
De droom lijkt zo ongeveer de enige plek waar genitale opwinding niet iets met seks heeft te maken. [p. 183]
Werkelijke eenzaamheid met een fantasie is zeldzaam. Nergens is dat zichtbaarder dan op pornosites, waar men weliswaar niet de eigen fantasie kan bekijken, maar wel clips uit de categorie waarin die thuishoort. (
) Exclusiviteit zit er in dat je over specifieke personen fantaseert, dat je in dat geval over zeg seks met moeder en dochter fantaseert heb je met meer mensen gemeen dan alleen professor Osler. [p. 184]
Fantasieën over seks gaan zelden over de eigen partner, in het rijk van de verbeelding is overspel de regel, bij mannen voor 98 procent, bij vrouwen 80 procent. Zowel mannen als vrouwen fantaseren ook tijdens de seks, ook dan meestal over seks met andere partners en hebben daarom liever het licht uit. [p. 185]
In 1974 werd voor het eerst gerapporteerd dat veel vrouwen erover fantaseren met geweld genomen te worden. Die uitkomst is vele malen gerepliceerd. De precieze positie in de top-5 van favoriete fantasieën varieert, maar afwezig zijn rape fantasies nooit. Even zeker is dat vrouwen die fantasie nooit werkelijk hopen mee te maken. Het genot van gedwongen seks blijft beperkt tot de verbeelding. [p. 185]
Inhoudsanalyses hebben laten zien dat erotische dromen vergeleken met seksfantasieën een gevarieerder repertoire hebben, in allerlei opzichten. De meeste mensen hebben een lievelingsfantasie of een handvol roulerende fantasieën. Die blijven niet hun hele leven hetzelfde, ze wisselen, onder meer door werkelijke erotische ervaringen. Maar vaak is er een tijd lang een vast script, met dezelfde personen en handelingen. Bij erotische dromen is deze repetitie afwezig. De dromer belandt tussen volslagen onverwachte personen, in onvoorspelbare omstandigheden. In erotische dromen kunnen personen verschijnen waarover de dromer nooit zou willen fantaseren. [p. 189]
Met de luciditeit verschenen ook de remmingen en schuldgevoelens die Van Eeden zo beklemmend heeft beschreven. In erotische dromen kun je het beste niet al te helder van geest zijn. [p. 193]
In het slothoofdstukje luidt het: Vliegdromen en examendromen, naaktdromen en lucide dromen, nachtmerries en erotische dromen, ze worden allemaal op dat ene weefgetouw gesponnen, maar over de vraag waarom nu juist die dromen ontstaan en wat die dromen voor de dromer betekenen moet ook na een halve eeuw van onderzoek nog veel in het midden worden gelaten. In het droomonderzoek en in De dromenwever zijn veel hypothesen en theorieën te vinden die een verklaring bieden ten koste van een raadsel elders. [p. 196]
In een interview met Mark Schaevers [Humo, nr. 3820, 19 november 2013, p. 137] zegt Draaisma het volgende over de functie van de remslaap: Een aantrekkelijke theorie is dat die activiteit van een deel van ons brein leidt tot toevallige ontladingen in onze visuele hersenen. Je kunt het je voorstellen als een soort flipperkast waarbij hier eens een herinnering wordt aangetikt, daar een fantasie of een voorstelling. Al die prikkels worden vanuit de hersenstam naar het voorbrein gestuurd, en dat doet wat het overdag ook al doet: het probeert uit die chaos een soort verhaal te maken. En dat verhaal noemen wij een droom. (
) Vandaar ook de geheime aantrekkingskracht van de droom: je geest staat als het ware in de vrijloop, en je bent onvermijdelijk nieuwsgierig naar wat er uit je eigen brein tevoorschijn komt als de censuur is uitgeschakeld.
[explicit 31 augustus 2014]
|