GOLDEN EARRING DE AMERIKAANSE DROOM
(Robert Haagsma & Jeroen Ras) 2012
[Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum, Houten-Antwerpen, 2012, 288 blz.]
Dit boekje van muziekjournalist Robert Haagsma (°1963) en archeoloog/auteur Jeroen Ras (°1971) konden wij als Golden Earring-adept sinds 1970 natuurlijk weer niet ongelezen laten. Naar verluidt was één van de eerste elpees die Jeroen Ras kocht Moontan. Welnu, de àllereerste elpee die wij ooit kochten, was Golden Earring (1970). Om maar te zeggen: we kennen de materie.
Zoals de ondertitel al aangeeft, concentreert deze uitgave zich op de prestaties van de Haagse rockgroep Golden Earring in Amerika. In totaal hebben ze tussen 1969 en 1984 tien tournees gemaakt in het Land van Melk en Honing, echter met wisselend succes. Sommige gedeelten van het boek komen nogal saai over, met louter opsommingen van de concerten die Golden Earring waar en wanneer en met welke playlist verzorgd heeft, aangevuld met gegevens over de platenverkoop. Andere gedeelten zijn dan weer uitermate boeiend (tenminste voor ons) omdat ze via allerhande weetjes, achtergrondinformatie (over ruzietjes, strubbelingen, anekdotes) én recente gesprekken met allerhande personen (de bandleden zelf, mensen uit de entourage, leden van groepen waar Golden Earring indertijd mee optrad) komen bevestigen wat wij al langer wisten en/of vermoedden. Niet zo moeilijk natuurlijk, als je zoals wij sinds 1970 het wel en wee van de band op de voet gevolgd hebt, maar hier blijkt toch dat wij een correcte kijk hadden en hebben op het reilen en zeilen van George, Barry, Rinus en Cesar, vooral ook als het gaat om de evaluatie van hun platen (waarvan er een groot aantal, vooral in de jaren zeventig, deels de soundtrack bij onze jeugd hebben gevormd).
Tot 1969 waren de Golden Earrings (toen nog mét een s achteraan) niet meer dan een oppervlakkig beatgroepje zonder eigen stijl. Met Eight Miles High (vooral het lange titelnummer) kwam daar in 1969 verandering in en toen wij de draad oppikten in 1970 bevonden ze zich met Golden Earring in een vruchtbare en creatieve periode. Daarna vormden Seven Tears en Together een dipje, maar in 1973 volgde met Moontan en Radar Love een absoluut hoogtepunt, mét het nodige internationale succes, ook in Amerika. Onbegrijpelijk dat ze daarna Switch en To The Hilt uitbrachten met muziek die plots veel gesofistikeerder klonk en hen veel krediet deed verliezen. Nadat Robert Jan Stips de groep weer verlaten had en Eelco Gelling aangetrokken werd als tweede gitarist, klonk Contraband in 1976 weer behoorlijk primadeluxe en het Live-album uit 1977 kwam die remonte bevestigen. Praktisch alle albums die daarna kwamen, waren stuk voor stuk hele of halve teleurstellingen, behalve Cut uit 1982 met de single Twilight Zone die voor een tweede internationale succespiek zorgde. Niet toevallig is Cut ook de enige plaat van Golden Earring die wij na Live uit 1977 nog gekocht hebben. Na 1982 (in 1984 waren er nog wel de relletjes rond Dick Maas videoclip van het uitstekende When The Lady Smiles) is het Golden Earring-verhaal er eentje van droefenis en voortdobberen op oude verworvenheden en die periode wordt in dit boek dan ook in enkele bladzijden afgehaspeld. Na 1984 werden trouwens geen pogingen meer ondernomen om het in Amerika te maken.
Haagsma en Ras concluderen: Golden Earring ontwikkelde zich in luttele jaren van een enigszins naïeve beatgroep tot een zelfverzekerde rockband. Het leidde tot Moontan met daarop de wereldhit Radar Love. Het bedje leek gespreid. Dit was het ideale vertrekpunt voor een duurzame internationale carrière. Het werd echter een weg van vallen en opstaan. Golden Earring had dat deels aan zichzelf te wijten. In plaats van voort te bouwen op het succes, sloeg de band nieuwe artistieke wegen in of kwam op de proppen met scabreuze videoclips. Weg succes, tot tweemaal toe. Klaarblijkelijk was er geen krachtig management dat de band behoedde voor dergelijke misstappen [p. 248].
Een verhaal dus van een paar kortstondige triomfen en pijnlijk gemiste kansen. Blijft ondertussen het feit dat Radar Love and Twilight Zone tot het collectieve popgeheugen zijn gaan behoren, óók in Amerika. Er zijn niet veel Nederlandse groepen die iets gelijkaardigs gepresteerd hebben.
[explicit 25 juli 2014]
|