THE WOLF OF WALL STREET (Martin Scorsese) (USA, 2013)
(165)
Het is al de vijfde keer dat Martin Scorsese en Leonardo DiCaprio samenwerken (na Gangs of New York, The Aviator, The Departed en Shutter Island) en het is weer de moeite waard geworden. Het verhaal is gebaseerd op de autobiografie van Jordan Belfort, een Amerikaanse effectenmakelaar die op het eind van de jaren tachtig als jong broekje begon in Wall Street en in de jaren negentig danig furore maakte door via allerhande malafide verkooptrucjes snel rijk te worden (hij lichtte naïeve beleggers op door hen frauduleuze aandelen te verpatsen) en een leven te leiden vol drugs, seks en rocknroll. De structuur van de film is redelijk voorspelbaar: eerst krijg je uitgebreid dat decadente circus van Jordan Belfort en zijn firma Stratton Oakmont te zien, mààr: de FBI houdt hem in de gaten en uiteindelijk loopt hij natuurlijk tegen de lamp. Omdat hij zijn kompanen en maatjes verraadt, krijgt Belfort slechts drie jaar gevangenis en op het einde zien we nog even dat hij na zijn vrijlating aan de kost komt als motivational speaker: hij geeft lezingen waarin hij verkopers leert hoe ze moeten verkopen (de man die Belfort aankondigt bij zon lezing is overigens een cameo van de échte Jordan Belfort).
Ofschoon hier en daar een sequens misschien iets te lang duurt, heeft Scorsese van The Wolf of Wall Street een spetterend filmspektakel gemaakt waarin DiCaprio in de rol van Belfort het allerbeste van zichzelf geeft (het leverde hem trouwens terecht een Oscarnominatie op). Het is opmerkelijk hoe je als kijker door de in voice-over op zijn leven terugblikkende Belfort wordt meegetrokken in een bacchanaal van beelden waarbij de grenzen van de welvoeglijkheid worden afgetast maar net niet worden overschreden (helemaal in het begin reeds een spiernaakte Belfort die cocaïne snuift uit de bilspleet van een prostituee, en verder bijvoorbeeld ook het prijswerpen met dwergen of een vastgebonden Belfort met een kaars in zijn achterwerk waarna een prostituee kaarsvet op zijn rug laat lekken, Belfort die voor de laatste maal met zijn tweede vrouw sekst waarbij zij hem zo snel mogelijk wil doen klaarkomen). Er zitten ook enkele hilarische momenten in de film, met als hoogtepunt de sequens waarin Belfort en zijn onderdirecteur een overdosis drugs hebben geslikt waarvan de vervaldatum gepasseerd is zodat zij nauwelijks nog kunnen praten, en Belfort moet dan zijn partner verhinderen om te telefoneren met een Zwitserse bank omdat hij net vernomen heeft dat zijn telefoon afgetapt wordt. Prima soundtrack ook (naar verluidt verzorgd door Robbie Robertson) met leuke oude hitjes, onder meer Ca plane pour moi van onze eigen Plastic Bertrand.
Om maar te zeggen: bijna drie uur kijk- en luisterplezier zijn hier gegarandeerd, terwijl de uiteindelijke boodschap toch niet zo vrolijk is. Die boodschap wordt weliswaar niet opgedrongen (het is trouwens alweer opmerkelijk dat de slachtoffers van Belforts financiële kuiperijen nérgens in beeld komen), maar zoals Erik Stockman opmerkte in Humo [nr. 3827, 7 januari 2014, p. 142]: Wie een beetje afstand neemt, zal merken dat er onder het feestgedruis een sombere beschouwing over de menselijke natuur en over de misdadige hebzucht van de financiële wereld schuilgaat. The Wolf of Wall Street is een Amerikaans epos over hebzucht en in dit verband stond er in diezelfde Humo [pp. 32-37] een interessant interview van Katia Vlerick met DiCaprio waarin deze onder meer zegt over Belfort & Co: Maar terwijl zij dat aan het doen waren, waren er gelijktijdig veel grotere firmas ons land en onze mensen van triljoenen dollars aan het beroven. Stratton Oakmont was maar een microkosmos binnen een veel groter geheel, slechts één exponent van een hardnekkige attitude die bijzonder hard in de Amerikaanse cultuur ingebakken zit. En die is: zo veel mogelijk consumeren, zonder om te kijken, en alleen aan jezelf denken. En ik hoef niemand te vertellen dat dat een erg destructieve houding is, die veel leed veroorzaakt. En ook: Ik denk dat het uiteindelijk vooral te maken heeft met macht. Macht over mensen: vrouwen en mannen. Ik denk ook dat hij [Belfort] op een gegeven moment aan het verdrinken was in die macht. Ik kon me niet voorstellen wat Jordan gevoeld moest hebben toen hij zn fameuze speeches gaf aan zn werknemers, die uitzinnige monologen waarmee hij zijn team aanvuurde om nog méér geld binnen te halen, tot ik op dat podium klom en zn speeches begon te geven. En ook al werden mijn medewerkers in de film betaald om te applaudisseren voor me en hebben ze me zeker twintig keer mn speeches zien geven: ik heb aan den lijve ondervonden wat voor een machtsgevoel je kunt ervaren bij het bespelen van zon publiek. Je voelt je één of andere rare sekteleider. Dat is wat ik denk dat Jordan gevoeld moet hebben, dat is waarom hij wellicht zó ver is gegaan: hij waande zich het opperhoofd van een soort sekte.
Kortom: een knappe film, weergaloos vormgegeven en met een boeiende thematiek.
Quotering: ****
(15 juli 2014) (dvd bib Wuustwezel)
|