PANDORAS ALBUM (Belcampo) 1989
[Verhalen, Querido, Amsterdam, 1989]
Typisch voor Belcampo is de vermenging van het fantastische met het socio-satirische, zonder dat dit tot uitdrukkelijk gemoraliseer leidt. Belcampo toont enkel, de lezer moet de verdere conclusies zelf maar trekken.
In Geschiedenisles wordt de computer ingeschakeld om de geschiedenis te herschrijven in het licht van de vraag: wat zou er gebeurd zijn als Holland de Tachtigjarige Oorlog niét gewonnen had? Bach in Groningen is een hagiografisch stukje rond Bach, die door op een orgel te spelen in Groningen een kerk doet instorten. Het laatste verhaal, Hemelse geschenken, gaat over een acteur die heel goed kan sterven en nu over zijn kunst een lezing geeft die vooral over het leven gaat. Deze drie verhalen zijn erg middelmatig.
Verder is er dan nog Het flambouwproject, een al wat sterker verhaal over een Amerikaanse commissie die onderzoek doet rond het bewaren van de menselijke cultuur voor het nageslacht in geval van een wereldramp, waarbij het goedbedoelde uitgangspunt langzaam afgebogen wordt in de richting van totalitarisme en brainwashing. Interessant zijn ook de drie heiligenlevens: Sint Felix, over een grafdelver die onderwijzer wordt maar door zijn leerlingen gedood wordt wanneer hij een beeld van Venus vervangt door een gekruisigde Christus (zo een beeld van ellende en wreedheid in de plaats stellend van de liefde), Sint Forosius, over een bisschop die tien jaar met zijn huishoudster naar bed is gegaan en over wiens ziel engelen en duivels een proces voeren na zijn dood, maar vooral het beste verhaal uit deze bundel, Sint Joris, over menselijke sensatiezucht, waarin de draak achtereenvolgens gesust wordt met schapen, gevangenen en maagden, wat op zaterdagavond telkens tot een ware showvertoning leidt. Tot Sint-Joris op de proppen komt en de draak doodt, en de mensen tot inzicht en berouw bewogen worden.
Uit deze verhalenbundel blijkt duidelijk dat Belcampo een schrijver is met veel fantasie en met soms erg aardige ideeën, maar de uitwerking en vormgeving ervan blijft in de meeste gevallen toch maar middelmatig. Dat is hier bijvoorbeeld duidelijk te merken aan het verscheidene malen opnieuw gebruikte trucje van tekst die de schrijver heeft bemachtigd en die hij nu aan zijn lezers exclusief gaat mededelen: in Het flambouwproject is het de toespraak van de voorzitter van de commissie, in Sint Forosius is het de secretaris van de bisschop die een verslag geschreven heeft van het debat tussen engelen en duivels, in Hemelse geschenken is het de lezing van de acteur. Leuk is het allemaal wel voor een keer, maar een echt grote schrijver is Belcampo nooit geweest.
Quotering: ***
[explicit 16 juni 1991]
|