SYRIANA (Stephen Gaghan) (USA, 2005)
(126)
In 2006 en 2007 hebben wij deze film al verscheidene malen bekeken en pas na de derde visie konden we de plot enigszins volgen. Men zou zon superingewikkelde verhaalstructuur als een minpunt kunnen zien en het maakt zulke films in elk geval totaal ongeschikt voor filmfora op scholen (waarbij het in principe om één visie, weliswaar in prima omstandigheden, gaat). Waar wij ook niet echt van houden, zijn boeken of films die hun eigen titel niet uitleggen. In het geval van Syriana, een verfilming van het boek See no evil: The True Story of a Ground Soldier in the CIAs War on Terrorism van ex-CIA-undercoveragent Robert Baer, moet men elders terecht om te weten te komen dat Syriana een door Amerikaanse think-tanks uitgevonden term is om een hypothetische en ideale politiek-economische situatie in het Midden-Oosten te omschrijven, meer concreet: een naar westers model gekneed democratisch Midden-Oosten dat gecontroleerd wordt door de VS en de Amerikaanse oliebelangen veilig stelt. Maar goed, dat gezegd zijnde, moet men toegeven dat, zodra men in staat is de structuur van Syriana op een deftige manier te volgen, deze film zich ontpopt tot een niet zo bescheiden cinematografisch meesterwerkje met een (linkse) boodschap die de conservatieve kringen in politiek en economisch Amerika een uppercut van jewelste toedient.
Dat Syriana een ingewikkelde verhaalstructuur heeft, zal wel niemand willen ontkennen. Het merkwaardige is dat na een aantal visies die structuur helemààl niet meer zo moeilijk te begrijpen valt en dat is wel degelijk een stevig compliment, want er bestaan films en boeken met ingewikkelde structuren die ook na dertig visies of lezingen nog even ingewikkeld en onbegrijpelijk blijven. Niet zo in het geval van Syriana dus, want dit is een film die met elke visie blijkt te groeien en sterker wordt. In feite bevat de film vijf rode draden, die aanvankelijk niets met elkaar te maken lijken te hebben, maar gaandeweg naar elkaar toegroeien en samensmelten. Even op een rijtje.
- Twee petroleummaatschappijen, het grote Connex en het kleinere Killeen, gaan een fusie aan en bemachtigen de exploitatierechten van een Kazachstaans gasveld. In dienst van de Amerikaanse regering moet advocaat Bennet Holiday (Jeffrey Wright) infiltreren in de nieuwe firma en uitvissen of er zich geen onregelmatigheden hebben voorgedaan bij het gascontract. Hij stoot inderdaad op corruptie, maar stopt onder druk van hogerhand de zaak in de doofpot en schrikt er op een bepaald moment niet voor terug zijn eigen baas te verraden.
- De emir van een niet nader genoemd land in het Midden-Oosten heeft twee zonen. De oudste, Nashir, is een idealist die zijn land met Chinees geld wil moderniseren maar door de Amerikanen als een communist wordt beschouwd. Onder Amerikaanse druk komt zijn nitwit van een jongere broer aan de macht en Nashir wordt door een Amerikaanse afstandsraket met zijn auto van de weg geblazen.
- Bryan Woodman (Matt Damon) is een energieanalyst wiens oudste zoontje in het zwembad van de Spaanse villa van de emir geëlektrocuteerd wordt, waarna hij (als compensatie) persoonlijke raadgever wordt van Nashir. Hij overleeft op het einde de aanslag op Nashir.
- Robert Barnes (George Clooney) is een undercover-CIA-agent die na enkele mislukte opdrachten in het Midden-Oosten (waarbij hij onder meer bijna onthoofd wordt) door de CIA op een zijspoor wordt gezet. Omdat hij te veel weet, voelt hij zich bedreigd maar hij trekt zijn plan en tracht op het einde de aanslag op Nashir te verijdelen. Het kost hem zijn leven.
- En ten slotte volgen we Pakistaanse gastarbeiders die in het Midden-Oosten voor Connex werken en door de fusie ontslagen worden. Twee van hen, de jonge Wasim en Farooq, worden door islamextremisten opgevangen en opgeleid tot zelfmoordterrorist. Op het einde doen ze een Amerikaanse olietanker de lucht invliegen.
Het is opvallend hoe sympathiek die twee Pakistani door regisseur en scenarist Gaghan (overigens ook verantwoordelijk voor het al evenmin eenvoudige scenario van Steven Soderberghs Traffic) voorgesteld worden, terwijl zowat alle anderen zich bezondigen aan corruptie, hebzucht, machtswellust en daarbij vaak zonder scrupules over lijken gaan. In zijn bespreking in Cinemagie [nr. 257, 2006, pp. 41-46] geeft Joris Vanhee een goede samenvatting van de linkse boodschap van deze film: Veranderende contracten en fusies gaan ten koste van ontslagen, waardoor werkloze werknemers een gedroomde prooi voor islamisten en andere extremisten worden. Zo krijgen economisch meedogenloze beslissingen politieke consequenties en schieten (b.v.) de VS in hun poging de eigen economie en de eigen mensen te privilegiëren in eigen voet door zo een vruchtbare voedingsbodem voor terrorisme te scheppen.
Gaghans kritiek gaat echter nog verder dan dat, want het is eveneens opvallend hoe in elke verhaallijn gefocust wordt op de familiale omstandigheden van de personages en op hoe deze te lijden hebben onder het streven naar geld en macht dat het milieu van de oliewinning beheerst. Barnes ziet zijn vrouw niet of nauwelijks en heeft een slechte relatie met zijn zoon, Woodman krijgt van zijn vrouw het verwijt dat hij de dood van zijn zoontje uitbuit, Nashir is gebrouilleerd met zijn vader en zijn broer, Holiday vindt zijn vader (een alcoholicus) een lastpost en Wasim groeit steeds verder weg van zijn niets doorhebbende, simpele vader. Vader/zoon-relaties komen hierbij inderdaad vaak aan bod, maar Gaghans boodschap lijkt zich toch vooral te concentreren op de tegenstelling tussen familiewarmte en de jacht naar geld en macht, waarbij het eerste geslachtofferd wordt aan het tweede. Cynisch genoeg (vooral voor de geviseerde Amerikaanse olie- en regeringskringen) is dat de bomaanslag op het schip op het einde bijna overkomt als een catharsis, wat nog eens bevestigd wordt doordat op het einde enkele personages tot inzicht komen en zich beter gaan gedragen: Barnes die de aanslag op de prins probeert te voorkomen, Woodman die als een geslagen hond terugkeert naar zijn gezin (vrouw en jongste zoontje) en Holiday die nu plots vriendelijk is tegen zijn op de drempel zittende vader.
Ondanks dit alles blijven sommige onderdelen van de film voor de kijker wazig en moeilijk te volgen, bijvoorbeeld de precieze manipulaties rond de Connex-Killeen-affaire of de mislukte opdracht van Barnes in Beiroet, waar hij prins Nashir moet (laten) ombrengen. Alles wijst er echter op dat dit door Gaghan zo bedoeld is en dat hij zelf ook de kijker manipuleert door hem te verstrikken in een wirwar van intriges en louche praktijken, waar niemand echt wijs uit raakt. Op die manier beantwoordt de vorm van deze film op fraaie wijze aan de inhoud, want die draait precies rond onontwarbare intriges en corruptie. Dat Gaghan in elk geval zelf geen warhoofd is, wordt dan weer bewezen door een aantal knappe structuurtrucjes in de film. Slechts een paar voorbeelden. De raket die in het begin door Barnes in Iran wordt afgeleverd, is dezelfde raket waarmee op het einde de olietanker wordt aangevallen. De aanval op de olietanker wordt op zeer sarcastische wijze parallel gemonteerd met applaus voor de Oil Man of the Year op hetzelfde moment in Amerika. De afwisseling van close-upbeelden met vogelperspectieven uit de lucht bij de aanslag op prins Nashir (maar niet alleen daar) accentueert de thematische tegenstelling tussen het dichtbij de familie zijn (Woodman wisselt nota bene van voertuig met het gezin van de prins, waardoor hij ongewild ontsnapt aan de aanslag en de prins mét zijn familie ontploft) en de verwerpelijke wijze waarop de personages in de film door machten van bovenaf beïnvloed worden.
Daarmee hebben we dan nog niets gezegd over de uitgekiende, functionele soundtrack en over de acteerprestaties op hoog niveau. Maar het zal zo ook al wel duidelijk zijn: Syriana was in 2005 één van de beste en intelligentste films van het jaar, al kreeg hij maar één Oscar (Beste Mannelijke Bijrol voor Clooney). In Hollywood zullen ze de keiharde kritiek op de Amerikaanse machtsspelletjes in de oliewereld waarschijnlijk een wat te harde noot om te kraken hebben gevonden. Twee kleine afterthoughts toch nog: één keer bekijken zal niet genoeg zijn om deze film op zijn juiste waarde te schatten, en: volgende keer ook de titel uitleggen asjeblief.
Quotering: ****
(zoveelste visie: 6 december 2013) (dvd bib Brecht)
|