Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
30-07-2013
BOEK: Het seksuele leven van Catherine M. (Catherine Millet) 2001
Het seksuele leven van Catherine M. (Catherine Millet) 2001
[Manteau, Antwerpen, 2001, 253 blz. Origineel Frans: La vie sexuelle de Catherine M., Parijs, 2001]
Catherine Millet was anno 2001 een 53-jarige parisienne, werkzaam als kunstcritica en hoofdredactrice van het Franse kunsttijdschrift Art Press. In de lente van 2001 zette zij Frankrijk zon beetje op stelten door de publicatie van La vie sexuelle de Catherine M. waarin een vrouw in de ikpersoon onbeschaamd over haar seksuele escapades uit het verleden vertelt. Die escapades spelen zich blijkbaar vooral af in de jaren zeventig (nà mei 68 en vóór het aidstijdperk, Millet was in die periode een twen) en worden vooral gekenmerkt door de deelname aan allerhande orgieën, gang bangs en partouzes, waarbij de vrouwelijke verteller er niet voor terugdeinst om op één avond tientallen mannen in alle mogelijke lichaamsopeningen te ontvangen. Het boek is weliswaar ingedeeld in vier grote delen (Het aantal, De ruimte, De afgezonderde ruimte en Details) maar veel structuur geven die niet aan de tekst. Zonder zich te bekommeren om chronologie, karakterontwikkeling of intrige vertelt de ik over haar ontmaagding (op haar achttiende), over haar relaties, over haar neukpartijen met meer of minder anonieme mannen, over haar sekuele vaardigheden, over haar geilheid en genot (dat laatste is overigens naar verluidt pas met de jaren gekomen) en over de plaatsen waar ze het allemaal gedaan heeft.
De hele tekst baadt in een libertijnse sfeer van niets moet en alles mag, waarbij alleen gepraat wordt over seks, seks en nog eens seks en gevoelens en liefde achter de horizon zijn verdwenen. Op die manier leren we de ikfiguur kennen als een exhibitionistische nimfomane die ons zonder remmingen en af en toe wat wollig en mistig filosoferend à la française een blik gunt in haar interne erotische keuken via een mengeling van herinneringen, beschouwingen en wat men zou kunnen noemen leerzame passages. Uit interviews met Millet mogen we concluderen dat alles wat hier beschreven wordt, allemaal autobiografisch én dus echt gebeurd is (ook de titel verwijst trouwens al in die richting).
De publicatie van Millets tekst viel samen met de introductie op de Franse televisie van Loft Story, het equivalent van onze Big Brother. De Franse pers stond op haar achterste poten, men klaagde over voortschrijdende decadentie en het einde van de privacy, maar Le Monde had het over een uitstekend, zeer goed geschreven en verbluffend boek en de gezaghebbende literaire TV-criticus Bernard Pivot prees La vie sexuelle de hemel in. Resultaat: na enkele weken waren er 150.000 exemplaren verkocht en buitenlandse uitgeverijen vochten om de vertaalrechten. Ook bij ons kon Millets boek rekenen op de welwillende ontvangst van een aantal recensenten. In Vrij Nederland noemde Kristien Hemmerechts La vie sexuelle een mijlpaal in de literatuur en vooral Bernard Dewulf ging zich in De Morgen van 30 mei 2001 te buiten aan ongebreidelde loftuitingen: Geen zoveelste instant erotisch romannetje. Verre van zelfs, het is een belangrijk boek, dat pregnante vragen oproept. Het is ongrijpbaar, tegelijk hard en teder, instructief en verwarrend, verbijsterend en innemend. En nog: Wat dit boek anders maakt dan veel verslagen van seksuele uitspattingen, zijn de intelligentie, het schrijftalent en de perfect ingehouden humor van Millet.
Belangrijk boek? Pregnante vragen? Schrijftalent? Intelligentie? Laat ons meteen maar signaleren dat dat in onze ogen een hoop lulkoek is: wij zijn manifest niét mee met de superpositieve reactie van sommigen op dit boek. Wij hebben het overigens reeds de hele tijd over een boek en een tekst, niet over een roman. In een (uitstekend en scherpgeslepen) interview met Marijke Arijs wijst Millet er zelf op dat de term roman die op de kaft van de Nederlandse vertaling staat (een bijzonder lelijke en totaal onerotische kaft trouwens), berust op een vergissing. Op de kaft van het origineel staat récit en: Dat klinkt neutraler. Een roman is het zeker niet, maar het is ook geen echte autobiografie, in die zin dat het maar over één aspect van mijn leven gaat.
Dat laatste is natuurlijk maar wat rond-de-pot-draaierij (dat ene aspect is dus in elk geval wél autobiografisch), maar een roman is La vie sexuelle inderdààd niet, en het boek is tenslotte helemààl niet uitstekend geschreven (dixit La Millet), in tegenstelling tot wat Dewulf naar aanleiding van zijn interview met Millet nog eens postuleert. In werkelijkheid volgen van begin tot einde de onevenwichtige en slecht gemonteerde passages elkaar eindeloos op, en Millets vrijpostige ontboezemingen gaan dan ook al snel vervelen. Zoals Margot Dijkgraaf (in De Standaard der Letteren) opmerkte: Een ander manco van het boek is de eentonigheid: na het choquerende van het begin wreekt zich het nagenoeg ontbreken van een vertelkundige spanningsboog.
Het éérste manco dat Dijkgraaf signaleert (en zij niet alleen), is de zowat totale afwezigheid van gevoelens. Jan Bettens noteert in dat verband (in Leesidee): Millet tracht achter de niets verhullend scènes eveneens haar beweegredenen en seksuele drang te onthullen en te verklaren. Het is vooral die scherpe en rationele (zelf)analyse die ontregelend werkt. Ze ziet de seksuele daad als een ideale manier om af te rekenen met haar onzekerheid in sociale contacten. De seriële neukpartijen geven de illusie om onafzienbare mogelijkheden in me te openen. Dat ze zich daarbij op een bijna slaafse en onverschillige manier en via alle openingen overgeeft aan anonieme en bekende lichamen blijkt haar niet te deren. Het eigen genot is lange tijd ondergeschikt geweest aan het genot van de ander. Marijke Arijs stelt in één van haar interviewvragen: Gevoelens komen in dit boek niet aan bod. Het lijkt wel of emotionaliteit het nieuwe taboe bij uitstek is: van seksuele ontboezemingen ligt niemand nog wakker, maar gevoelens worden systematisch verdrongen. Waarop Millet antwoordt: Ik weet niet of het een teken des tijds is, maar ik heb het in elk geval heel moeilijk om over mijn gevoelens te praten. Daar was het me met dit boek trouwens niet om te doen. Ik wilde mijn seksleven beschrijven, niet mijn gevoelsleven. ( ) Natuurlijk hebben de meeste vrouwen niet hetzelfde meegemaakt als ik, maar ze fantaseren er wel vaak over. Als dit boek bij hen leidt tot een bewustwording van hun verlangens, dan is mijn doel bereikt.
Dat dat doel bij niet veel vrouwen zal bereikt worden, daar zijn wij van overtuigd (want daarvoor zijn Millets seksuele voorkeuren groepsseks, anaal verkeer, fellatio wat té buitensporig, zeker in deze tijden van aids) en laat Millets uitspraken ook geen aanleiding geven tot de waanidee dat zij een postmoderne feministe zou zijn. Zoals Marijke Arijs alweer ad rem opmerkt, heeft het feit dat Millet op seksueel gebied blijkbaar een bijzonder passief persoon is die in de eerste plaats de mannen wil plezieren, niet veel met feminisme te maken en is het enige feministische aan de hele zaak dat Millet mannen als lustobject gebruikt.
Dat er in het boek weinig gevoelens aan bod komen en dat Millet géén feministe is, maakt La vie sexuelle voor ons niet beter of slechter dan het is. Wel moet je de schrijfster nageven dat ze goed kan observeren en dat ze er vaak bevredigend in slaagt in woorden te vangen wat haar ogen zien, vaardigheden die ongetwijfeld verband houden met haar beroep van kunstcritica. Millet is echter niet intelligent genoeg om veel indruk te maken wanneer zij aan het theoretiseren slaat. Haar schrijftalent is weliswaar niet ondermaats, maar anderzijds nergens van een werkelijk hoog niveau en van haar perfect ingehouden humor (dixit Bernard Dewulf) hebben wij eerlijk gezegd maar weinig gemerkt.
Zijdelings grappig is overigens dat die Bernard Dewulf (duidelijk geënthousiasmeerd door het boek) Millet in Parijs is gaan interviewen met een anticiperende erectie in zijn broek en vervolgens van een kale reis is thuisgekomen. Over zijn ontmoeting noteert hij venijnig: Ah, quelle belle journée, zeg ik als we eenmaal in haar bureau zijn. Op dwazer wijze werd ijs nog niet gebroken. Magnifique, zegt ze behulpzaam een houding die ze het hele gesprek door volhoudt. Beschikbaarheid zal een van de terugkerende begrippen zijn. Net als onverschilligheid. Ongetwijfeld had die Dewulf gehoopt minstens een verfrissende fellatio cadeau te krijgen van de beruchte Parijse nimfomane en je proeft zijn teleurstelling in dat zinnetje net als onverschilligheid. Grappig is dit vooral omdat Millet op bladzijde 68 van haar verhaal meedeelt: Tot op de dag van vandaag komt het voor dat Hortense, de telefoniste van art press me een naam doorgeeft die me niets zegt. Hij staat erop, hij zegt dat hij u goed kent. Ik neem het telefoontje aan. Uit de bedachtzame bewoordingen, uitgesproken op een samenzweerderige toon, maak ik meteen op dat de onbekende zich richt tot het beeld van het geile vrouwtje, zo eentje waar je van die verdomd leuke herinneringen aan overhoudt.
Eat that, Dewulf! Onze Bernard zal trouwens ook wel wat teleurgesteld geweest zijn toen hij Catherine in het echt zag, want getuige de fotos bij artikelen en op de achterflap van het boek een onverbiddelijke beauté kan zij niet echt genoemd worden (mager met kleine borstjes, pierenverdriethaar, grote neus en een pukkel op de bovenlip). Zij was anno 2001 natuurlijk 53, maar Jacques Henric, de man met wie Millet al meer dan twintig jaar getrouwd is (en sinds dat huwelijk zijn de seksuele escapades fel geminderd, ook daar heeft Dewulf zich even ongetwijfeld in misrekend, het staat nochtans duidelijk in La vie sexuelle), heeft een boek over zijn echtgenote gepubliceerd, Het verhaal van Catherine M., dat heel wat vroegere fotos van haar bevat. Wij hebben dat boek nog niet onder ogen gehad, maar een aantal van die fotos verluchten recensies en interviews (vooral dat in Humo), en nee: ook in illo tempore was Millet niet bepaald een cockteaser. Op bladzijde 38-39 van haar boek bekent ze trouwens: Want ik had een beeld van mezelf als volwassene gecreëerd waarin ik hele mooie borsten had, een beeld waar ik tot op heden naar teruggrijp in fantasieën, terwijl mijn borsten volstrekt middelmatig van omvang zijn.
Maar soit. Als alles waar is wat ze schrijft, heeft Millet uiteraard wel ervaring zat in sexualibus, en misschien kan je van zon rijpe vrouw nog iets leren, en dan hebben we het over wat Bernard Dewulf min of meer informatieve passages noemt. Dat valt over het algemeen toch lelijk tegen. Fragmenten als de volgende vallen op door hun alerte en taboeloze beschrijving van seks, maar kunnen toch nauwelijks informatief genoemd worden: Gedurende de hele tijd van dit voorspel bedacht ik hoe heerlijk het straks zou zijn als hij zou besluiten me om te draaien en me te nemen zoals ik het liefst genomen word: op zn hondjes; als hij mijn billen zou pakken om ze met ruwe en luide bewegingen tegen zijn bekken te duwen. Ik vind het vooral lekker als de lul schoksgewijs erin en eruit gaat; één op de drie of vier keer word ik verrast door een iets fellere stoot die me in vervoering brengt [p. 94]. En: Deze man likte mijn vagina eindeloos. Zijn tong bewoog smachtend heen en weer, duwde zorgvuldig alle plooien van mijn vulva opzij, wist cirkeltjes rondom de clitoris te maken waarna hij lange likken bij de opening gaf, als een jonge hond. De behoefte om te voelen hoe zijn geslacht mijn opening zou vullen werd steeds dwingender. Maar als hij dan uiteindelijk naar binnen ging, net zo teder en zorgvuldig wroetend als met zijn tong, was het genot niet zo sterk als de toename van het verlangen was geweest [p. 95].
Lessen in het vogelen à quattre pattes of in cunnilingus hoeven we van Millet echt niet te ontvangen na (anno 2002) 47 jaar in dit aardse leven. Iets informatiever wordt het al in een passage als deze: Verderop zal ik nader ingaan op erogene zones. Maar dit kan ik er alvast over zeggen. Een bescheiden streling die in staat is leven te blazen in het veronachtzaamde hoekje dat de kleine anale holte verbindt met de driehoek waar de grote lippen samenkomen, dat geringschatte spoor tussen het poepgat en de toegang tot de kut, is de zekerste manier om me te onderwerpen, en het tastbaar worden van lucht op die plek bedwelmt me meer dan een grote hoogte. Ik vind het lekker om mijn gespreide billen en benen open te stellen voor een luchtstroom [pp. 110-111].
De hoofdprijs gaat echter naar de passage op de bladzijden 199-201, waar Millet een snelcursus fellatio geeft. Dewulf is van mening dat dit fragment menige lezer zal doen slikken (sic!) maar hij kan zelf zijn belangstelling nauwelijks verbergen en in zijn interview zegt Millet naar aanleiding van deze passage en van een andere over masturbatie: Aangezien het praktijken zijn die ik graag uitvoer, zijn het de enige delen van het boek die ik echt met plezier heb geschreven. Ik heb wel een zekere gedienstigheid nagestreefd in het beschrijven van die handelingen, maar als raadgevingen heb ik ze zeker niet bedoeld. En als Stefanie de Jonge (in Humo) haar vraagt welke passages ze met het meeste plezier heeft geschreven, bevestigt ze: Ik denk de beschrijvingen van de fellatio. Daar heb je als vrouw zelf alles in de hand, en je kan ernaar streven de handelingen zo perfect mogelijk te beheersen. Die passages kunnen inderdaad dienen als handige gebruiksaanwijzing, merkt De Jonge impulsief op (en laat zo in haar kaarten kijken), waarna Millet weer (een beetje naast de kwestie): Ja, ik wilde daar echt goed in worden, en dat is geloof ik wel gelukt. Wij moeten toegeven dat die passage over fellatio in feite het enige deel van het boek is dat wij echt met plezier gelezen hebben. En wij zullen evenmin ontkennen dat deze bladzijden informatieve waarde hebben: volgens ons kan zelfs elke vrouw er haar voordeel mee doen (al is een met zorg gekozen pornofilm tien keer instructiever).
Al bij al blijkt Millets boek in de eindbalans nogal licht te wegen. La vie sexuelle de Catherine M. is duidelijk een overroepen geval. Maar zij heeft uiteindelijk wel iéts te zeggen, en misschien stoten we hier op de valreep toch nog door tot de pregnante vragen van de door ons hierboven zo geplaagde Bernard Dewulf. Op het einde van het interview met Marijke Arijs (het blijft de beste tekst die wij over Millet lazen) vat het Parijse geilteefje zelf de boodschap samen die tussen de regels van haar betoog (nauwelijks) verborgen zit: Weet u wat werkelijk subversief is? Dat je inziet dat seks niets met gevoelens of liefde te maken heeft en dat de enge context van huwelijk en gezin een mens geen bevrediging schenkt. Het zijn geen revolutionaire mededelingen die hier gedaan worden, maar het is wel frappant om die dingen eens uit de mond van een vrouw te horen (als is het dan een vrouw die geen kinderen kon en/of wilde krijgen). Misschien is Catherine Millet uiteindelijk toch een soort postmoderne feministe naar ons hart, maar het blijft wel jammer van die lelijke kop en die te kleine tietjes. Grapje, hoor.
Geraadpleegde lectuur
- Bernard Dewulf, Het veelkantige seksuele leven van Catherine M., in: De Morgen/Boeken, 30 mei 2001, pp. 25-27 [recensie].
- Margot Dijkgraaf, Zoals ze ademt. Catherine Millet en het Franse voyeurisme-debat, in: De Standaard der Letteren, 31 mei 2001, pp. 2-3 [recensie].
- Bernard Dewulf (interview met), Een bestaan van beschikbaarheid. Catherine Millet over La vie sexuelle de Catherine M., in: De Morgen/Boeken, 31 oktober 2001, pp. 25-28.
- Stefanie de Jonge (interview met), Ik dook met mijn hoofd tussen hun liezen om hun ogen niet te hoeven zien. Het seksuele leven van Catherine M.: groepsporno met dame, in: Humo, nr. 3192, 6 november 2001, pp. 24-27.
- Marijke Arijs (interview met), Seks is voor mij iets vrijblijvends. De seksuele queeste van Catherine Millet, in: De Standaard der Letteren, 15 november 2001, pp. 6-7.
- Jan Bettens, Catherine Millet: Het seksuele leven van Catherine M., in: Leesidee, jg. 7, nr. 9 (december 2011), p. 717 [recensie].