Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
21-04-2013
FILM: La solitudine dei numeri primi (Saverio Costanzo) (I, 2010)
LA SOLITUDINE DEI NUMERI PRIMI (De eenzaamheid van de priemgetallen) (Saverio Costanzo) (Italië, 2010)
(113)
We volgen in deze film Alice en Mattia, waarbij het verhaal voortdurend over en weer springt tussen 1984 (zij zijn acht jaar oud), 1991 (vijftien jaar oud) en 2001 (vierentwintig jaar oud). In 1991, op de middelbare school, is zij een mankend seutje dat gepest wordt en hij een verlegen nerd die goed is in wiskunde en in zijn armen kerft. In 2001 is zij een fotografe en staat hij op het punt in een laboratorium in Duitsland te gaan werken en gaan zij samen naar het trouwfeest van ene Viola, een meisje dat Alice indertijd eerst mee pestte maar dan haar (jaloers) vriendinnetje werd. Op de achterkant van de dvd-doos staat dat Alice en Mattia elkaar een onthullende bekentenis doen. Via flashbacks naar 1984 komen we te weten dat het litteken van de mankende Alice afkomstig is van een ongeval bij het skiën en dat Mattia zijn autistische tweelingzusje op een bank in het park deponeerde in plaats van haar mee te nemen naar een verjaardagsfuifje, waarna het meisje verdwenen is (verdronken in een vijver?). Het laatste deel van de film speelt zich zeven jaar na 2001 af (in 2008 dus). Alice is ondertussen gehuwd geweest en weer gescheiden, lijdt aan boulemie, is verschrikkelijk vermagerd en stuurt een briefje naar Mattia (die ondertussen al zeven jaar in Duitsland werkt, vereenzaamd maar gelauwerd) om snel terug naar Italië te komen. Mattia doet dat, spreekt even met Alice in haar appartement, gaat dan weemoedig zitten kijken op de bewuste bank in het park, Alice komt erbij, hun hoofden neigen naar elkaar en doek. Nooit hebben Mattia en Alice elkaar zelfs maar gezoend.
Het is de (overigens onsympathieke en sletterige) Viola die, speechend tijdens haar trouwfeest, de diepere thematiek van deze film onthult. Er bestaat zoiets als tweeling-priemgetallen: zij staan vlak bij elkaar maar kunnen elkaar toch niet aanraken, want er staat altijd een even getal tussen. Daar kan de oplettende kijker, die natuurlijk doorheeft dat het hier metaforisch om Alice en Mattia gaat, het mee doen. Wat een wazig, oppervlakkig en weinig boeiend verhaaltje, dat bovendien ook nog eens vol gaten en losse draden zit (wat ook hier weer moet verhuld worden via het postmoderne door elkaar haspelen van verschillende verhaallijnen). Misschien is het boek waarnaar de film gemaakt werd (de gelijknamige bestseller van Paolo Giordano), beter maar helaas hebben we die roman niet gelezen, en eerlijk gezegd, na het bekijken van deze film zijn we ook niet van plan dat te doen. Wel moeten we toegeven dat regisseur Costanzo erin geslaagd is via de montage en de muziek regelmatig een dreigend en unheimlich sfeertje te creëren (dat is al meteen zo vanaf het kindertoneelstukje in de beginscène), maar de absolute wolligheid van de plot doet aan dat sfeertje geen recht en bovendien zijn de permanente close-ups en plan-poitrines, waarvan Costanzo blijkbaar een grote fan is, een beetje te opdringerig (zodanig dat je er haast naar van wordt, maar dat was wellicht net de bedoeling). In elk geval: de reden waarom (alweer volgens de achterkant van de dvd-doos) Het Parool en de VPRO Gids zo nodig vier sterren moeten uitdelen aan deze film, gaat totaal aan ons voorbij. Te oordelen naar de Gewikt-pagina in Filmmagie [nr. 612, februari 2011, p. 55] was het oordeel van de Vlaamse filmpers heel wat strenger.