Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
07-04-2013
FILM: Die Blechtrommel (Volker Schlöndorff) (D, 1979)
DIE BLECHTROMMEL (Volker Schlöndorff) (Duitsland, 1979)
(135)
Op 20 januari 1996 (her)bekeken wij deze film al eens en we recycleerden toen een oude fiche uit het begin van de jaren tachtig. Een erg halfslachtige en ergens toch wel mislukte filmversie van het boek van Günther Grass. Hoewel daarenboven enkele elementen van het origineel ook storen. Die Blechtrommel is het verhaal van het vezet van Oskarchen die uit protest tegen de rotte wereld der volwassenen niet meer wil verder groeien als hij drie jaar oud is. Een grotesk gegeven dus, en dat groteske is in heel de film terug te vinden. Reeds in de beginsequens, wanneer de grootmoeder van Oskar op een aardappelveld een vluchteling verbergt onder haar rokken. Terwijl de champetters ernaast staan, wordt zij door hem bevrucht.
Oskar heeft twee verweermiddelen: zijn blikken trommeltje en zijn zeer hoge stem die zelfs glas kan breken (in het boek: zijn creatieve Goethe-kant en zijn destructieve Rasputin-kant, maar in de film komt dat niet tot uiting). Oskar veroorzaakt onrechtstreeks de dood van zijn moeder, van zijn vader en van de minnaar van zijn moeder. Uiteindelijk wordt hij zelf bijna gedood door zijn eigen zoontje (maar is het wel zijn zoon: het kan ook die van zijn vader zijn, ze hebben namelijk beiden betrekkingen gehad met het jonge meisje dat na de dood van de moeder eerst huissloofje en later echtgenote speelt), waarna hij besluit verder op te groeien. Daar eindigt de film: met zijn tweede moeder/lief + zoontje vertrekt Oskar met de trein naar Amerika en grootmoedertje (babka) blijft achter op het aardappelveld (echo van het begin).
Het verhaal is nogal onbevredigend. Eerst is Oskar bijvoorbeeld anti-fascistisch (verzet tegen de macht: hij verstoort de muziek van een nazi-meeting met zijn trommeltje), maar later verandert hij totaal (hij gaat zelfs voor de nazis optreden samen met enkele circusdwergen), zonder dat dit ergens verantwoord wordt. Verder is Oskar eerst anti-seks: als zijn moeder naar bed gaat met haar minnaar, wordt Oskar spinnijdig. Als gevolg daarvan gaat de moeder zich doodvreten aan vis (symbool?). Maar later is Oskar zelf verzot op seks (zie de scènes met het hitje). Hoe dat allemaal te rijmen?
Een half mislukte film dus, hoewel hij anderzijds ontegensprekelijk boeiend blijft, onder meer dankzij de uitstekende vertolkingen, de verzorgde fotografie en montage en het groteske gegeven. Maar toch een wat onverdiende Gouden Palm 1979. Het boek is naar verluidt ook heel wat beter. Quotering: 3,5.
We zijn het daar na deze hernieuwde visie nog steeds mee eens. Het filmverhaal begint in 1899 en eindigt in 1945, na de val van Hitler. Eén van de redenen dat de film blijft boeien, is dat je op de achtergrond een stukje van de geschiedenis van Danzig meemaakt, met onder meer de opkomst en neergang van het nazisme. Maar de manier waarop de filmpersonages tegen deze achtergrond geplaatst worden, blijft inderdaad in hoge mate onbevredigend, ofschoon ze allemaal hun rare kantjes hebben (waardoor het dan toch weer blijft boeien): Oskar zelf, die moeder met haar twee minnaars (de Duitse Alfred en de Poolse Jan), de op de moeder verliefde joodse winkelier (rol van Charles Aznavour), het huismeidje Maria, die circusdwergen. De psychologische uitwerking van deze personages blijft eerder aan de oppervlakkige kant, waardoor men zich afvraagt of zij soms dragers zijn van symbolische dubbele bodems. Indien dit zo is, dan blijft die symboliek echter te vaag, maar wellicht brengt het lezen van Grass roman hier meer klaarheid. Omwille van die minpunten moet de quotering toch met een halfje naar beneden, lijkt ons.