Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    09-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Isabelle (Tessa de Loo) 1989
    ISABELLE (Tessa de Loo) 1989
    Een structuur-analytisch verslag


    Er werd gebruik gemaakt van de Grote Lijsters-editie van deze novelle: Tessa de Loo, Isabelle, Noordhoff Uitgevers BV, Groningen-Houten, 2012, 85 blz. De novelle verscheen in 2001 ook reeds als onderdeel van de Grote Lijsters-reeks.

    Voor gelamenteer over lelijkheid had toch niemand belangstelling?
    [Tessa de Loo, Isabelle, p. 38]

    1a Uitwendige structuur

    Op een dag verdwijnt de beroemde Franse filmster Isabelle Amable tijdens een bergwandeling in haar geboortestreek (de Auvergne). Na een tijdje staakt de politie haar speuracties en verliest de pers haar interesse. Alleen de dikke dorpsonderwijzer Bernard Buffon, die in zijn jeugd ooit door Isabelle en haar vader gered werd uit de klauwen van pestende kameraadjes en sindsdien heimelijk verliefd is op zijn knappe, bekend geworden dorpsgenote, blijft verderzoeken.
    Isabelle, die regelmatig naakt gaat zwemmen in een bergmeertje, blijkt tijdens één van haar tochtjes ontvoerd te zijn door de aartslelijke Jeanne Bitor, die vereenzaamd in een afgelegen boerderij woont met haar twee gevaarlijke honden. Overdag houdt ze zich bezig met het op schilderijen vastleggen van het rottingsproces van dode dieren en ’s avonds staat ze achter de tapkast van de dorpsherberg. Jeanne, die jaloers is op de schoonheid en het daarmee samenhangende succes van Isabelle, wil deze laatste uithongeren en het proces van haar verval op doek vastleggen. Isabelle wordt door Jeanne gevangen gezet in de kelder van de boerderij.
    Na een aantal weken ontstaat er echter een zekere toenaderng tussen Jeanne en Isabelle, vooral nadat Isabelle bekend heeft dat ze helemaal niet zo gelukkig is en dat schoonheid ook een last kan zijn. Naar eigen zeggen werd Isabelle als tiener door haar stiefvader misbruikt, wordt ze als actrice niet ernstig genomen en is ze twee maal ongelukkig gehuwd geweest. Jeanne begint in Isabelle een bondgenote te zien in haar strijd tegen de gehate mannen.
    Via een gesprek met Bernard Buffon in de dorpsherberg komt Jeanne erachter dat Isabelle haar voorgelogen heeft. Teleurgesteld besluit ze Isabelle nu definitief uit te hongeren, maar op een ochtend blijkt dat Isabelle zich in de kelder heeft opgehangen. Jeanne verbrandt haar schilderijen, jaagt de honden weg en trekt de bergen in. Diezelfde ochtend komt de achterdochtig geworden Bernard Jeannes boerderij inspecteren. Hij ziet Jeanne als een dolle tekeergaan rond een vuur in haar tuin, dringt de boerderij binnen en ontdekt Isabelle in de kelder. Deze laatste is echter niet dood: de ophanging was aan de hand van een filmtrucje geënsceneerd. Doordat de honden enkele strobalen hadden omgegooid, kon Isabelle echter niet meer loskomen en Bernard redt haar nu uit een zeer benarde positie. Op weg naar het dorp wordt Isabelle even duizelig. Ze moet gaan liggen en Bernard kan zich er nog net van weerhouden lelijke dingen met Isabelle te doen. Isabelle wordt snel weer de oude en Bernard kan rekenen op de dankbaarheid van Isabelle en haar familie, maar als blijkt dat Isabelle het voor Jeanne Bitor opneemt, verliest Bernard zijn interesse voor de knappe vrouw en zijn verliefdheid is over. In de plaats daarvan trekt hij nu door de bergen, gefascineerd op zoek naar Jeanne. “Zoals hij in Isabelle het goede en het schone had aanbeden, zo meende hij, afgaand op de kiem van onmenselijkheid die hij bij zichzelf had ontdekt, in Jeanne het kwade en het lelijke te herkennen” [p. 85, laatste bladzijde].

    De tekst bestaat uit 14 titelloze, redelijk korte hoofdstukjes. Het verhaal wordt grotendeels chronologisch verteld, maar niet altijd. Een structuurtrucje dat door De Loo blijkbaar graag wordt toegepast (naar verluidt ook elders in haar oeuvre), is immers dat van de flash-back. In het eerste hoofdstuk is Isabelle al gekidnapt en op het einde van het tweede hoofdstuk blijkt zij zich in de kelder van Jeanne Bitors boerderij te bevinden, maar pas in hoofdstuk 4 [pp. 19 e.v.] krijgen we, terugblikkend, het verhaal van de ontvoering. In hoofdstuk 5 vernemen we via een flash-back [pp. 27-29] hoe de jonge Bernard door Isabelle en haar vader werd bevrijd uit de handen van een aantal pestkoppen. In hoofdstuk 12 ontdekt Jeanne dat Isabelle zich heeft opgehangen, waarna ze haar schilderijen verbrandt en wegvlucht van de boerderij. In het volgende hoofdstuk wordt de tijd even teruggedraaid en zien we samen met Bernard Jeanne rond het vuur dansen. Pas dan ontdekt Bernard de opgehangen Isabelle in de kelder en kan hij haar bevrijden uit haar netelige positie.

    In haar novelle Het rookoffer uit 1987 vertelt Tessa de Loo haar verhaal zelfs omgekeerd-chronologisch (en dat 13 jaar vóór hetzelfde procédé werd toegepast in de film Memento van Christopher Nolan!). Zulke literair-technische gimmicks hebben de bedoeling de aandacht van de lezer gaande te houden en zijn op die manier best te verantwoorden.

    1b Inwendige structuur

    Titel

    Is eenvoudig, logisch en direct: Isabelle Amable is één van de drie hoofdpersonages en om haar ontvoering draait de hele plot.

    Motto

    Een motto is niet aanwezig.

    Vertelsituatie

    In Isabelle hebben we te maken met een auctoriële verteller die zich het zuiverst manifesteert in het eerste en laatste (14de) hoofdstuk. In de twaalf tussenliggende hoofdstukken verglijdt de vertelinstantie naar een verschuivend personeel standpunt, door nu eens in de huid van Jeanne te kruipen (hoofdstukken 2, 4, 6, 7, 9, 11, 12) en dan weer door de ogen van Bernard te kijken (hoofdstukken 3, 5, 8, 10, 13). Isabelles gedachten en waarnemingen blijven buiten beeld. Dat “de alwetende verteller te sterk op het voorplan treedt, waardoor de lezer een bevreemdende distantie tot de personages blijft ervaren” (aldus Boekengids), is maar half waar. Die bevreemdende distantie is wel degelijk aanwezig maar zij heeft als prettig effect dat een macaber en ietwat sensationeel gegeven op een nuchtere en gereserveerde manier beschreven en gelezen kan worden.

    Motieven

    Een eerste motief (motief A), waar met geen mogelijkheid naast te kijken valt, is de tegenstelling tussen schoonheid (belichaamd door Isabelle) en lelijkheid (vertegenwoordigd door Jeanne en Bernard). Het woord ‘schoonheid’ komt in de 85 pagina’s omvattende tekst (als we juist geteld hebben) 29 maal voor, de woorden ‘mooi’ en ‘schoon’ 14 maal, de term ‘lelijkheid’ treffen we 19 maal aan en het woord ‘lelijk’ 20 maal.

    Nauw hiermee verwant is het jaloezie-motief (motief B) dat we voor de eerste maal aantreffen op bladzijde 19, waar de gedachten van Jeanne over Isabelle worden weergegeven: “Dit was de vleesgeworden verleidelijkheid, dit was alles wat Jeanne niet was, dit was het toppunt van onrechtvaardigheid: Isabelle’s buitengewone schoonheid was niet haar eigen verdienste, ze was gewoon zo geboren”. Andere vindplaatsen van dit motief zijn:
    - “Het was hoog tijd dat er aan deze wanverhouding een eind kwam. Eindelijk rechtvaardigheid!” [p. 25].
    - Jeanne zegt tegen Isabelle: “Dank zij de schoonheid ben ik lelijk. ( … ) De mensen hebben in de loop der eeuwen normen bedacht voor de ware, zuivere schoonheid. Wat van die norm afwijkt is lelijk… ik voldoe aan geen enkele schoonheidsnorm…” [p. 34]
    - Odile Sévérac tegen Bernard over Isabelle: “Ze zou nooit iemand benadelen. Hooguit… zal er wel eens iemand jaloers op haar zijn geweest” [p. 46]. Dit kan tegelijk beschouwd worden als een knipoogje van de auteur naar de lezer, die immers maar al te goed beseft dat Jeanne inderdaad stikjaloers is op Isabelle.
    - Over Jeanne: “Haar jaloezie ten aanzien van iedereen, vrouw of kind, die door iemand – wie dan ook – begeerd werd, maakte haar tot een complete buitenstaander tegenover deze problematiek” [p. 52].

    Het aan Jeanne verbonden lelijkheid-motief leidt ook nog naar twee andere aan Jeanne geconnoteerde motieven. Ten eerste het vergankelijkheid-motief (motief C), dat een eerste maal voorzichtig opduikt wanneer de pens die Jeanne kookt voor haar honden, een rottingslucht verspreidt [p. 9], maar later verscheidene malen expliciet opduikt: als kind was ze al vervuld van alles wat met verval, vergankelijkheid, de dood te maken had waardoor ze later schilderijen begint te maken van dode dieren en zich als een kenner van de afbraak gaat beschouwen [p. 11], het door de magerte van Isabelle meer en meer zichtbare skelet brengt Jeanne in een voortdurende staat van opwinding [p. 18], Jeanne meent dat zij instructies uitvoert van de natuurwet dat alles wat de natuur aan schoonheid voortbrengt, ook weer door haar wordt afgebroken [p. 20] en zegt tegen Isabelle dat de natuur alleen schoonheid creëert om haar weer te vernietigen [p. 33]. En wanneer Jeanne zich afvraagt hoever ze kan gaan met het uithongeren van Isabelle, bedenkt ze dat het proces van verval steeds centraal had gestaan [p. 63].

    Ten slotte is er het mannenhaat-motief (motief D). Als Jeanne aan haar vader denkt, verslikt ze zich [p. 10], met haar twee broers (de ene dokter, de andere pastoor, beiden even lelijk als zijzelf) heeft zij geen contact meer [pp. 10-11], wanneer Bernard verneemt dat Isabelle zich op de oever van het bergmeertje masturbeerde, laat de schrijfster hem dit somber interpreteren als een daad die de hele mannelijke soort overbodig maakte [p. 15], Isabelle probeert Jeanne ervan te overtuigen dat aantrekkelijke en onaantrekkelijke vrouwen allemaal dezelfde vijand hebben (mannen dus) [pp. 41-43, zie ook nog p. 50] en Jeanne krijgt daardoor het idee dat ze niet langer alleen tegenover een mannelijke overmacht staat [p. 44].

    Anticipaties en retroversies

    Op pagina 15 vertelt de boer Peyrol aan Bernard dat hij Isabelle heeft zien masturberen bij een bergmeertje. Op pagina 20 wordt deze zelfde scène beschreven vanuit het standpunt van Jeanne en nu vernemen we pas (retroversief) dat ook Peyrol zich aan het masturberen was.
    Op pagina 38 vermoedt Jeanne reeds eventjes (anticiperend) dat Isabelle haar voor de gek houdt: “Even later bekroop haar het vermoeden dat het een truc was van Isabelle, een slimme, door en door vrouwelijke truc om haar voor zich te winnen en haar te vermurwen. Dan zou al die belangstelling geacteerd zijn ( … )”.
     Als Isabelle Jeanne op pagina 42 vertelt dat zij twee keer ongelukkig getrouwd is geweest, dan weet de oplettende lezer op pagina 47 reeds (retroversief) dat zij liegt (Buffon verneemt daar van een oude vriendin van Isabelle dat zij bij haar verdwijning op het punt stond voor het eerst in haar leven te trouwen), nog vóór Jeanne zelf dit via een gesprek met Buffon te weten komt [pp. 59-60]. Als Isabelle op pagina 52 beweert dat zij misbruikt werd door haar stiefvader, weet de lezer eveneens (retroversief) dat zij liegt (zie pagina 47: “Haar moeder is nog steeds met dezelfde man getrouwd, haar eerste en enige, de vader van Isabelle”).

    Een ander anticiperend spelletje met de lezer is het regelmatig vermelden van Isabelles groeiende vertrouwelijkheid met de honden van Jeanne [pp. 43, 51, 56]: de lezer kan zo vermoeden dat Isabelle iets van plan is om aan Jeanne te ontsnappen. Op pagina 70 steekt Jeanne haar schilderijen in brand. Even staat ze op het punt ook de boerderij in brand te steken: “Ze kon ook het huis…”. Maar ze doet het niet. Pas op pagina 74, wanneer Bernard Isabelle ontdekt en merkt dat zij nog leeft, beseft de lezer (retroversief) dat Isabelle nipt aan de dood ontsnapt is (zij zou omgekomen zijn in de brandende boerderij).

    Een heel enkele keer laat De Loo een kans om te anticiperen liggen. Op de tweede pagina [p. 6] wordt reeds expliciet gesignaleerd dat tegen de muur van Jeannes boerderij stapels brandhout liggen. Men zou verwachten dat die later een rol spelen bij het verbranden van de schilderijen [p. 70], maar nee: Jeanne gebruikt alleen dode takken van verwaarloosde struiken om het vuur aan te steken …
     
    Knipoogjes van de auteur

    Veel opvallende knipoogjes zijn niet te ontdekken. Hierboven werd al verwezen naar pagina 46 waar Odile Sévérac over Isabelle zegt dat er hooguit wel eens iemand jaloers op haar zal geweest zijn. De enige andere keer dat het gebeurt, betreft eigenlijk het zinnetje “voor gelamenteer over lelijkheid had toch niemand belangstelling” op pagina 38.

    2 Thematiek

    Concreet thema

    Een jaloerse, lelijke vrouw ontvoert een knappe filmactrice omdat zij deze wil uithongeren en haar aftakelingsproces wil schilderen. Dankzij een filmtrucje en een op haar verliefde dikke dorpsonderwijzer weet de actrice te ontsnappen.

    Abstract thema

    In de secundaire literatuur die wij hebben geraadpleegd, is er niemand die nààst het abstracte thema van dit verhaal kijkt. In zijn recensie voor de Standaard der Letteren [3 maart 1990] noteert Herman Leys: “Het grondmotief van de roman zit ( … ) in de konfrontatie tussen lelijkheid en schoonheid”. J. Huisman schrijft in het Algemeen Dagblad: “De roman behandelt het conflict tussen schoonheid en onaantrekkelijkheid. Ook de vrouwelijke jalouzie en wraakzucht spreken een hartig woordje mee”. Boekengids heeft het over “een bezinning over de rol van fysische [lees: fysieke] schoonheid in sociale en zelf-acceptatie”. Dossier Grote Lijsters 1998 stelt: “Centraal in Isabelle staat de confrontatie tussen deze bloedmooie titelheldin en haar oerlelijke ontvoerster Jeanne, wier jaloezie macabere vormen aanneemt”.

    Inderdaad: reeds op de tweede bladzijde van het boek staan de trefwoorden schoonheid en lelijkheid (motief A) binnen één zin tegenover elkaar: “Bezitten de vrouwen van Auvergne doorgaans een aardse, blozende schoonheid, deze getuige [bedoeld wordt: Jeanne Bitor] was van zo’n zeldzame lelijkheid dat zij met recht het zoveelste wonder der natuur genoemd mocht worden in deze aan natuurwonderen zo rijke streek” [p. 6]. Het abstracte thema wordt voor de eerste keer expliciet aangebracht op pagina 19 (vermenging van motieven A en B, we zitten in de gedachten van Jeanne): “Dit was de vleesgeworden verleidelijkheid, dit was alles wat Jeanne niet was, dit was het toppunt van onrechtvaardigheid: Isabelles buitengewone schoonheid was niet haar eigen verdienste, ze was gewoon zo geboren. Bewonderaars, aanbidders, minnaars… tederheid, hartstocht… alles viel haar in de schoot om de simpele, stompzinnige reden dat zij mooi was”.

    Haar enige troost vindt de aartslelijke Jeanne in het schilderen van vergankelijkheid en verval (eerst van dieren, ten slotte van een mens: de prachtige vrouw Isabelle) (motief C), omdat zij zo wil aantonen dat schoonheid niet meer dan schijn is en dat de natuur schoonheid alleen creëert om haar weer te vernietigen. Dat is uiteraard een meer dan correcte vaststelling (want iedereen wordt oud en lelijk, iedereen sterft uiteindelijk) maar ondertussen is het slechts een schrale troost, want Jeanne zit nu eenmaal met die lelijkheid opgescheept en dat is voor haar een onoverkomelijke hindernis op de weg naar het geluk. Jeanne plaatst het tot onmacht leidende besef van haar lelijkheid zelfs in een historisch perspectief [p. 50]: “Heel diep in de mensen leeft nog steeds het idee dat lelijke mensen niet deugen. De fysionomie, die tot in onze eeuw als een serieuze wetenschap beoefend werd, leerde dat mooie mensen goed en lelijke mensen slecht waren. In de geïllustreerde leerboeken staan tekeningen van mensen met een hoog voorhoofd, een fraai gevormde neus en mond: zij hebben stuk voor stuk een edel karakter. Dan volgen er afbeeldingen van mensen met een adelaarsprofiel, een lage haarimplant, in elkaar overlopende wenkbrauwen, een platte neus… mensen zonder kin: zij zijn sluw, achterbaks, jaloers, gierig, dom, onbetrouwbaar… zelfs misdadig…”.

    Wij zijn er vast van overtuigd dat Tessa de Loo met deze boeiende thematiek een stevig punt heeft. Ooit noteerden wij uit een Humo-interview met Goedele Liekens (zelf een mooie vrouw) de volgende uitspraak: “Als je minder serieus wordt genomen, is dat omdat je een vrouw bent, niet omdat je een mooie vrouw bent. Integendeel: ik aanschouw met de grootste verbazing hoe de intelligenste mannen direct een hoop verstand kwijt zijn als ze tegenover een mooie vrouw zitten; hoe ze zich laten inpakken. Dat is wonderlijk om te zien. En ik denk dat een mooie vrouw daar heel snel gebruik van leert maken” [Humo, nr. 3158, 13 maart 2001]. In de lessen Engels lazen wij vroeger wel eens een tekstje met als titel What Beauty Buys, waaruit het volgende fragmentje: “According to experiments performed with personnel managers in companies, attractive job applicants were considered ‘more qualified’ even though their application forms were almost identical to those of less attractive applicants. In hospitals, well-groomed patients received better treatment from the doctors who left the room less frequently, were more polite and spent more time interviewing them about their symptoms. Observers also rated an ‘averagely attractive’ person more highly if he or she had an attractive wife or husband. Children at school or in the nursery were considered to be more intelligent and popular if they were more physically attractive than their schoolmates”.

    Vandaar is het natuurlijk nog maar een kleine stap naar het onderwerp plastische chirurgie. Het komt in Isabelle totaal niet aan bod, maar voor wie door de novelle aan het denken wordt gezet, dient het zich wel aan op een presenteerblaadje. Dàt je door De Loo’s boek sowieso over deze dingen aan het denken wordt gezet, is vanzelfsprekend een pluim op de hoed van de auteur, zoals ook J. Huisman signaleert: “Wat intrigeert in De Loo’s roman is dat je na lezing van haar boek anders aankijkt tegen wat wij domweg mooie en lelijke mensen noemen. Om te beginnen weten we na lezing van Isabelle niet meer wat mooi en lelijk is en is het begrip domme blondje van de baan. Verder maakt dit boek duidelijk dat het bespotten van ‘lelijke’ mensen één van de stomste dingen is die mensen elkaar aandoen”.

    Of alle lezers na verwerking van het boek van dat laatste ook werkelijk overtuigd zullen zijn, weten wij nog zo net niet. In dat verband valt op pagina 38 van het boek het volgende zinnetje op: “Voor gelamenteer over lelijkheid had toch niemand belangstelling?” En echte lelijkheid, waaraan plastische chirurgie ook niets kan verhelpen, blijft een probleem, want de werkelijkheid is geen sprookje en hoe kunnen lelijke eendjes in real life ooit in prachtige zwanen veranderen? Door alles te zetten op andere talenten, zoals intelligentie, sportiviteit of sociale gerichtheid, kan men zij gebrek aan erotische aantrekkingskracht (in de breedste betekenis van het woord) wel enigszins sublimeren, maar kan men dan toch ooit echt gelukkig worden? In de novelle tracht Isabelle haar ontvoerster ervan te overtuigen dat schoonheid ook nadelen heeft, maar … ze liegt! Achteraf deelt ze mee dat ze onder meer gebruik heeft gemaakt van de biografie van Marilyn Monroe [p. 80]. Een goed voorbeeld van hoe schoonheid toch niet gelukkig maakt? Wellicht, maar waarschijnlijk is een belangrijke factor hoe je met schoonheid omgaat, en dan lijkt schoonheid toch een sterke troef bij de zoektocht naar geluk, want: mooie meisjes (en jongens) mogen meer. Hetzelfde geldt overigens voor rijkdom en macht, die twee andere aardse verleiders waar iedere mens, al dan niet onbewust, van droomt.

    Stanny Glasius-Wilmering signaleert dat in het werk van Tessa de Loo steeds mannen en vrouwen optreden die door hun aanleg of door de omstandigheden verre van volmaakt handelen, maar ook dat er nooit gesuggereerd wordt dat de personages schuld hebben aan hun slechte of domme daden. Naar aanleiding hiervan heeft hij het over de deterministische levensvisie van De Loo: haar personages “zijn eenvoudigweg zoals ze zijn en door de milde beschrijving van de auteur is zelfs de ergste misdadigster, Jeanne Bitor in Isabelle, nog meelijwekkend. Ieder mens heeft nu eenmaal zijn slechte eigenschappen of frustraties waar hijzelf of anderen het slachtoffer van zijn; daar is niets aan te doen” [p. 5]. Dit onderliggende determinisme (volgens Van Dale: “Leer volgens welke onze wilsbepalingen en handelingen geheel door voorafgaande en uiterlijke omstandigheden bepaald worden, die dus de vrijheid van de wil ontkent”) doet ons beter begrijpen waarom Isabelle Amable zich na de goede afloop opwerpt als pleitbezorgster van haar ontvoerster: “’Ik heb nog nooit iemand ontmoet,’ zei Isabelle, ineens merkwaardig rustig en beheerst, ‘die zo… ongelukkig is. Ik heb me ook nooit gerealiseerd dat een vrouw zozeer het slachtoffer kan worden van haar uiterlijk… van haar lelijkheid…’” [p. 81]. Dat is natuurlijk zeer nobel van Isabelle en zij beklemtoont op die manier nogmaals de abstracte thematiek en de boodschap van het boek, maar het aangekaarte probleem is daarmee nog niet opgelost. Of kunnen de lelijkerds dan werkelijk alleen maar terugvallen op de troostende en tegelijk dreigende woorden die Frank Zappa, nog zo’n notoire ugly devil, ooit tijdens een live-optreden naar het hoofd van zijn publiek slingerde: “I’ve got a message for all those good-looking people out there. Perhaps you are smart, perhaps you are beautiful. Hey listen! There are more of us ugly motherfuckers than you are…! So, watch it!” [geregistreerd op het album Tinseltown Rebellion, 1981].

    Een deelaspect van de hierboven behandelde thematiek dat nog niet aan bod kwam, is Jeanne Bitors (overigens begrijpelijke) mannenhaat. Of Tessa de Loo (die naar verluidt twee mislukte relaties achter de rug heeft) hier een stuk van zichzelf in geprojecteerd heeft, moet een onbeantwoorde vraag blijven, maar feit is: in Isabelle maken de mannen geen goede beurt (zie de verwijzingen bij motief D hierboven). Over de vader en de broers van Jeanne vernemen we overigens bijzonder weinig, waardoor deze draad in het verhaal nogal oppervlakkig blijft en we nog meer de indruk krijgen dat Tessa de Loo niet veel met mannen opheeft. Isabelle laat zij op het einde bijzonder sympathiek reageren, maar de dikke, eenzame, zich met Schubert (die naar verluidt ook vanwege zijn lelijkheid door vrouwen versmaad werd) identificerende dorpsonderwijzer Bernard Buffon laat zij als een idioot verliefd worden op Isabelle (wat uiteindelijk wel tot haar redding leidt), maar als Isabelle naast hem flauwvalt in het gras, kan hij zich maar nauwelijks bedwingen om zijn natuurlijke bestemming te volgen en geen beschaafd mens te zijn [p. 77]. Waarna het met zijn verliefdheid op Isabelle uit is en hij op een toch wel wat gewrongen wijze op zoek gaat naar Jeanne Bitor, door wier onmenselijkheid hij nu gefascineerd wordt [pp. 84-85].

    Over De Loo’s eerste roman schrijft Boekengids: “Krachtige vrouwenfiguren en uitermate negatief afgeschilderde mannenfiguren blijven centraal staan in haar roman Meander”, en hetzelfde is waar voor Isabelle. De ommekeer in de houding van Buffon, zelf een soort mannelijke Jeanne Bitor, blijft echter merkwaardig en misschien wilde De Loo – toch nog enigszins begripvol dan – suggereren dat ook mannen kunnen lijden onder hun lelijkheid. Dat Jeanne Bitor op het einde spoorloos verdwijnt, is overigens nog zo’n draad die op onbevredigende wijze los blijft hangen. Herman Leys noemt de afloop van dit op zich al gezocht aandoende verhaal niet helemaal ten onrechte op zijn minst onwaarschijnlijk.

    3 Personages

    Er zijn manifest drie hoofdpersonages: Jeanne, Isabelle en Bernard. Ofschoon haar voornaam in de titel figureert, leren we Isabelle het minst goed kennen (ook al omdat zij dankzij haar acteertalent en filmervaring Jeanne leugens wijsmaakt over zichzelf), dit in tegenstelling tot Jeanne en Bernard die zich via de door hun ogen kijkende en met hen meedenkende verteller ontpoppen tot redelijk genuanceerde karakters. Nochtans lijkt alleen in het geval van Bernard sprake te zijn van een dynamisch personage, getuige de verschuiving van zijn fascinatie van de schoonheid (Isabelle) naar de lelijkheid en het kwade (Jeanne). Een catharsis is echter niet aanwezig en net als de kwestie Jeanne Bitor blijft ook de kwestie Bernard Buffon iets ‘onvoltooids’ hebben (vergelijk p. 85, laatste zin van het boek).

    Stanny Glasius-Wilmering signaleert dat een aantal recensenten de kritiek geuit hebben dat De Loo’s personages te weinig psychologische diepgang zouden hebben. Hij beantwoordt deze kritiek door te stellen dat De Loo’s werk, en vooral ook Isabelle, niet realistisch maar allegorisch dient te worden opgevat. De extreme tegenstelling schoonheid-lelijkheid zou daar inderdaad op kunnen wijzen en ook de gebruikte namen lenen zich voor symbolische interpretatie. De naam ‘Isabelle Amable’ is duidelijk: de actrice is belle en aimable. De naam ‘Buffon’ roept het woord bouffon (hansworst, zot, nar) op. Over de naam ‘Bitor’ wordt hieronder nog iets gezegd (zie bij ‘Evaluatie’). Op ons maakte dat alles in elk geval geen storende indruk, want de symboliek ligt er niet vingerdik op en de karaktertekening is weliswaar nogal zwartwit, maar bevindt zich net binnen de grenzen van het aanvaardbare.

    4 Tijd en ruimte

    De vertelde tijd omvat enkele maanden (naar analogie met de verdwijning van de Franse filmster Isabelle Adjani – zie bij ‘Evaluatie’ – kunnen we vermoeden: in het jaar 1988), de verteltijd is slechts 85 pagina’s. Dit heeft tot gevolg dat het verteltempo vrij hoog ligt. Opvallend is Tessa de Loo’s voorliefde voor het spelen met de tijd: zij voegt enkele flash-backs in (zie bij ‘Uitwendige structuur’) en draait enkele malen de tijd terug om bepaalde scènes vanuit iemand anders standpunt te bekijken (de badende Isabelle, Jeanne die haar schilderijen verbrandt).

    Alles speelt zich af in een Frans boerendorpje in de Auvergne-streek. Van symbolische ruimte wordt geen opvallend gebruik gemaakt. Misschien kunnen hier wel de drie torens van de burcht van Jeannes voorouders vermeld worden: zij vergelijkt hen met zichzelf en met haar twee broers [pp. 9-11].

    5 Stijl

    Stanny Glasius-Wilmering signaleert [p. 9]: “Terwijl de meesten in het debuut terecht de directheid van de stijl bewonderen, vinden ze dat de auteur in later werk in haar poging tot mooi-schrijverij met haar beeldspraak soms het tegendeel bereikt. Eigenlijk heeft in het algemeen haar stijl wel de directheid van haar debuut behouden, maar een aantal mislukte vergelijkingen heeft nogal wat schade aangericht. Isabelle kreeg nog maar weinig onverdeeld gunstige kritieken, omdat daarin beeldspraken voorkwamen als ‘De vraag keilde als een steen door een ruit de kamer binnen’ en ‘Haar miserabele voorgeschiedenis schoot als een trein waarvan de energiebron haar eigen lelijkheid was aan haar voorbij” [de citaten op pp. 33 en 22].

    Waarom die laatste twee vergelijkingen mislukt zouden zijn, zien wij niet zo direct in. Integendeel, Tessa de Loo geeft wel vaker blijk van een onmiskenbaar literair talent, zoals wanneer Buffon bedenkt dat Isabelle wel eens verkracht zou kunnen zijn tijdens haar wandeling in de bergen en dat dit wellicht onder meer veroorzaakt werd door de heupen die bij elke stap het geweten in slaap wiegden [p. 14]. Goed gevonden toch, die versmelting van verleidelijk wiegende vrouwenheupen en de uitdrukking in slaap wiegen, en je ziet het zo voor je. Wat ons betreft hadden zulke fraaie formuleringen zelfs wat vaker mogen voorkomen, maar dat is jammer genoeg net niét het geval.

    Aan de structuur van haar novelle heeft Tessa de Loo in elk geval de nodige aandacht besteed. Op het einde van het eerste hoofdstuk [p. 8] vernemen we dat alleen Bernard Buffon niet berust in de verdwijning van Isabelle. Pas een hoofdstuk later [p. 13], nadat we nader kennis hebben gemaakt met Jeanne en Isabelle hebben ontdekt in haar kelder, krijgen we meer informatie over die Buffon. Zo houd je inderdaad de spanning erin bij de lezer. Zie voor andere voorbeelden van hoe De Loo vakkundig met structuur omgaat, ook bij ‘Uitwendige structuur’ (de flash-backs) en vooral bij ‘Anticipaties en retroversies’ en ‘Tijd’.

    6 Evaluatie

    Isabelle is het zesde boek van Tessa de Loo (pseudoniem van Tineke Duyvené de Wit, °15 oktober 1946, debuteerde op haar 37ste met de verhalenbundel De meisjes van de suikerwerkfabriek) en haar tweede roman, hoewel Isabelle eerder een novelle dient genoemd. In verband met dat pseudoniem is het volgende zijdelings interessant. In Kritisch Literatuur Lexicon [november 1991, p. 2] schrijft Stanny Glasius-Wilmering hierover: “De voornaam van haar pseudoniem is ontleend aan Tessel en Theresia, wier naamdag op 15 oktober wordt gevierd; de achternaam aan die van haar overgrootmoeder, die Van Loo heette. De inspiratie voor haar pseudoniem deed ze op in de Belgische gemeente Tessenderloo”. In Dossier Grote Lijsters 1998 [p. 18] noteert Tonny van Winssen over het pseudoniem: “Op het idee daarvoor is zij gekomen door het gehucht Tesseloo in de Ardennen. Bovendien: Tessa komt van Theresia, wier naamdag op haar verjaardag 15 oktober valt, en haar overgrootmoeder heette Van Loo”. Wat zal het nu zijn, denken wij dan: Tesseloo in de Ardennen of Tessenderlo (met één o!) in de Kempen? Wie van de twee auteurs bezondigt zich hier aan crommunicatie?

    Nog in hetzelfde verband is ook het volgende merkwaardig. In zijn recensie voor het Algemeen Dagblad signaleert J. Huisman dat de plot van Isabelle hem herinnert aan de “groteske affaire destijds” (meer bepaald: in de zomer van 1988) rondom de verdwijning van de Franse filmster Isabelle Adjani: “De Franse schandaalpers meldde dat zij zoek was en er kwamen zelfs suggesties dat Adjani aan aids leed, er misschien aan was overleden. De arme kunstenares voelde zich verplicht, zag geen andere uitweg, dan zich op televisie aan den volke te vertonen om aan het geklets een eind te maken”. Anno 2001 werd op de website van de Grote Lijsters (www.lijsters.nl) het volgende citaat in de mond van Tessa de Loo zelf gelegd: “Ik was met een ingewikkeld boek bezig, dat in Nederland speelt, maar ik liep totaal vast, ik zat er tegenaan te hikken. In de tussentijd ontstond dit verhaal [Isabelle dus]. Er was daarvoor één aanleiding. Er was vorige zomer in Frankrijk een filmster verdwenen, een jonge vrouw op vakantie bij haar ouders in de bergen, ergens in de provincie. Ze is nooit weerom gekomen. De Franse kranten stonden vol speculaties over wàt er nu toch met haar kon zijn gebeurd. Er werd een enorme zoekactie gehouden zonder enig resultaat. Mijn moeder vertelde me dat voorval. Ik sloeg aan het fantaseren wat er met haar gebeurd kon zijn”. Was dat dan nog een andere vrouw dan Isabelle Adjani? Of vergist Tessa de Loo zich hier? Of vergiste die moeder zich? Als je weet dat de Franse actrice die in Isabelle verdwijnt, Isabelle Amable heet, dan is Isabelle Adjani toch niet ver weg? Maar zij is wél teruggekeerd en die Franse filmster volgens de moeder van De Loo niét! Raadselachtig allemaal (of gewoon: slordig en oppervlakkig), al mogen we er blijkbaar wel degelijk van uitgaan dat Isabelle Adjani model heeft gestaan voor de Isabelle Amable uit de novelle.

    Tessa de Loo blijkt zich overigens wel eens meer te vergissen. In haar novelle wordt de naam van de ontvoerster van Isabelle Amable, Jeanne Bitor, als volgt uitgelegd: “De geestigste onder hen maakte de opmerking dat zij haar naam met recht eer aandeed: Bitor was immers een verbastering van Butor, dat reiger betekent” [p. 7]. Weliswaar wordt deze uitspraak in de mond van een politie-agent gelegd, maar butor betekent in het Frans niét reiger, wél roerdomp en bij uitbreiding domoor, lomperik (zoals ook wordt gesignaleerd door Stanny Glasius-Wilmering, p. 8). En bovendien: de vergelijking met een reiger past helemaal niet bij het aartslelijke, de politiemannen onbehaaglijk stemmende uiterlijk van Jeanne Bitor, terwijl een roerdomp (met zijn connotatie in het Frans van lomperik) hier veel beter op zijn plaats is. Raar alweer.

    Dit alles is uiteraard slechts zijdelings interessant en vertelt ons weinig over de betekenis en de waarde van de tekst. Uit de analyse hierboven is gebleken dat Tessa de Loo zeker niet onaardig scoort op het gebied van stijl en vooral van structuur. Isabelle is een vakkundig geschreven novelle die via een nogal extreme casus een interessante, tot verder nadenken aanzettende thematiek behandelt, zonder daarbij het niveau van een meesterwerk te halen: enkele losse draden in het verhaal en de eerder zwakke psychologische uitwerking van de personages spelen de schrijfster hier parten. Volgens ons is dit boek overigens erg geschikt om verfilmd te worden: een beetje spanning, een beetje erotiek, een beetje horror en voldoende stof om over na te kaarten. Wie waagt zijn kans?

    Quotering: ***½

    Geraadpleegde lectuur

    - Marita de Sterck, “Noordnederlands proza”, in: Boekengids, jg. 67, nr. 10 (december 1989), pp. 721-722.
    - Stanny Glasius-Wilmering, “Tessa de Loo”, in: Kritisch Literatuur Lexicon, november 1991, pp. 1-9.
    - Tonny van Winssen, “Revanche van een laatbloeier. Over leven en werk van Tessa de Loo”, in: Dossier Grote Lijsters 1998, pp. 16-19.
    - Anoniem, “Tessa de Loo: Isabelle”, in: www.lijsters.nl – geraadpleegd op 26 december 2001 [waarin opgenomen de recensies van J. Huisman voor het Algemeen Dagblad (19 oktober 1989) en van Herman Leys voor De Standaard der Letteren (3 maart 1990)].
     
    [explicit 30 december 2001 / 15 februari 2013]


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs