Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
17-11-2012
BOEK: De Heidense Middeleeuwen (Ludo Milis e.a.) 1991
DE HEIDENSE MIDDELEEUWEN (Ludo Milis e.a.) 1991
[Belgisch Historisch Instituut te Rome Bibliotheek deel XXXII, Brussel-Rome, 1991, 183 blz. = Milis e.a. 1991]
In dit zeer toegankelijke en toch wetenschappelijk verantwoorde boek tracht professor Ludo Milis van de Universiteit Gent in samenwerking met zijn ULB-collega Alain Dierkens en enkele oud-studenten een correctie aan te brengen op het traditionele maar eenzijdige beeld van de zogenaamd door-en-door christelijke Middeleeuwen. Dat beeld is niet helemaal verkeerd, zo luidt de basisstelling van Milis cum suis, maar wel onvolledig. De greep van de Kerk was in de Middeleeuwen (zeker tot de dertiende eeuw) beperkter dan meestal wordt aangenomen: na duizend jaar kerstening overleefden nog heel wat heidense (klassieke en Germaanse) relicten. De moeilijkheid in deze materie ligt voornamelijk bij de bronnen: de contemporaine bronnen die bewaard bleven, bestaan vooral uit geschriften van geleerde geestelijken en die geschriften bieden op die manier een vertekend beeld.
Bovendien ligt de schuld gedeeltelijk ook bij het moderne onderzoek dat altijd veel meer aandacht besteedt aan de oudste vermeldingen van opkomende fenomenen, en veel minder aan de laatste vermeldingen van fenomenen die in verval zijn. En verder waren de heidense relicten vooral aanwezig in de mondelinge overlevering en daarvan is uiteraard zeer veel verloren gegaan, terwijl wat overbleef slechts moeizaam te achterhalen is [10-11 / 173]. Soms zijn ze nochtans wel te achterhalen, bijvoorbeeld via een werk als de Corrector sive Medicus, een boeteboek van circa 1000, geschreven door Burchard van Worms: hierin worden een aantal straffen voorzien voor niet-christelijke, heidense gedragingen. Burchards bedoeling was natuurlijk deze heidense relicten weg te zuiveren, maar tegelijk biedt hij ons ongewild een ware catalogus van heidense gebruiken die rond het jaar 1000 blijkbaar nog actueel genoeg waren om er een boeteboek aan te wijden.
De Heidense Middeleeuwen zelf is geen cataloog van heidense gebruiken in de Middeleeuwen geworden. Veeleer wil het een antropologische beschrijving zijn van de manier waarop christendom en heidendom in de vroege Middeleeuwen met elkaar in contact kwamen en wat de gevolgen van dit contact waren. Dit onderzoek leidt uiteindelijk tot twee belangrijke conclusies.
a. De kerstening verliep in drie fasen: aanpassing van het extern (sociaal) collectief gedrag, aanpassing van het extern individueel gedrag, aanpassing van het intern invidueel gedrag. Blijkt dan dat het laatste stadium pas een kans kreeg om door te dringen in brede maatschappelijke lagen vanaf de dertiende eeuw [16 / 168].
b. Heidense elementen konden alleen overleven als ze bepaalde religieuze functies vervulden waarvoor het christendom niets had voorzien: genezen van ziektes, zich wreken op vijanden, kinderloosheid en kinderoverschot bestrijden. Op die manier vulde het overlevende heidendom de lacune van het vaak te transcendente christendom op, door meer greep op het aardse leven toe te laten. Dit alles kon bovendien op twee manieren gebeuren: door de heidense relicten op te nemen in het christendom onder een aangepaste vorm (zie bijvoorbeeld de noodheiligen die konden geraadpleegd worden tegen ziekte enzovoort) of door ze als een vorm van bijgeloof half naast, half binnen het christendom te tolereren (zie bijvoorbeeld het gebruik van bepaalde kruiden) [168-170 / 173].
Interessant is ook dat in dit boek regelmatig gewezen wordt op het feit dat een aantal van die heidense relicten nu nog altijd doorleven (autosleutels met Sint-Christoffel, bedevaarten naar Lourdes, enzovoort), hoewel de laatste jaren door de toenemende secularisatie veel van dit bijgeloof aan het verdwijnen is (maar dat geldt ook voor de zuiver christelijke elementen zelf).
Het bovenstaande is een samenvatting van de inleiding en het slothoofdstuk die beide door Ludo Milis werden geschreven. Daartussen bevinden zich nog zes andere hoofdstukken waarvan hieronder een overzicht volgt.
De missionering (Martine De Reu)
Een boeiende kijk op de activiteiten van de eerste missionarissen in Europa. Qua maatschappelijke visie (vooral wat het huwelijk betreft) was de nieuwe Kerk weinig inschikkelijk, op het terrein van de cultus werden wel toegevingen gedaan: de oude vormen kregen een nieuwe inhoud (goden werden heiligen, amuletten werden relieken, bezweringsformules werden gebeden en het kruisteken, heidense feesten werden christelijke feesten, oude cultusplaatsen werden kerken en kapellen ) [20]. Globaal genomen reageerden de missionarissen op twee manieren tegen het heidendom: gewapend verzet en aanpassing/integratie [37].
Het getuigenis van de archeologie (Alain Dierkens)
De archeologie kan zorgen voor harde bewijzen. Concreet voor dit onderwerp: het opgraven van oude kerken, cultusplaatsen en begraafplaatsen. Toch moet men voorzichtig zijn met de resultaten: men moet de opgegraven dingen in hun juiste context kunnen plaatsen en dat is niet altijd gemakkelijk [47-48].
Leven en dood (Christophe Lebbe)
Over heidense relicten in de visie op het hiernamaals.
De middeleeuwse sybille (Annick Waegeman)
De band tussen antieke en middeleeuwse visionaire vrouwen. De vrouwendiscriminatie van de Middeleeuwen is op dit terrein veel minder scherp: omdat de vrouw van oudsher meer in contact staat met de geheimen van het leven en zij in deze zaken dus meer aanvaard werd? [112]
De kennis van de kruiden (Véronique Charon)
Over kruidenkennis in de Middeleeuwen. Schrijfster betwijfelt het ten zeerste dat Hildegard van Bingen hallucinogerende kruiden gebruikte. [137]
Reinheid, sex en zonde (Ludo Milis)
Over poenitentialia (boeteboeken) en biechtboeken [147]. Over ascese en anti-seksualisme in het christendom. Het christendom heeft onze kijk op goed en kwaad veranderd: het religieuze fenomeen van een ritus met dwang evolueerde tot een verinnerlijkt streven.
Besluit. De Heidense Middeleeuwen is een boek dat een breed, geïnteresseerd publiek kan aanspreken en dat perfect aansluit bij de wetenschappelijke trend van de laatste jaren die wijst op het belang van doorlevende heidense gebruiken en ideeën in de Middeleeuwen en zelfs tot op de dag van vandaag. Daarbij mag niet ontkend worden dat de Europese maatschappij vanaf de Middeleeuwen inderdaad zeer sterk christelijk gekleurd was en is, maar het valt evenmin te ontkennen dat er daarnaast ook een belangrijke doorstroming was (en is) van oude, heidense elementen. Om aan te tonen dat dit thema in is, slechts twee recente voorbeelden: Herman Pleijs Het Gilde van de Blauwe Schuit (over het doorwerken van oud-Germaanse vruchtbaarheidsriten in het middeleeuwse carnaval) en uit de stripwereld De Laatste Zang van de Malaterres uit de reeks De Gezellen van de Schemering van François Bourgeon.
Recensies
- P. Trio, in: Bijdragen tot de Geschiedenis, jg. 75 (1992), afl. 1-2, pp. 93-94.
- J. van Herwaarden, De grenzen van de kerstening, in: Tijdschrift voor Geschiedenis, jg. 105 (1992), nr. 2, pp. 253-254.