SAILORS DONT CRY (Marc Didden) (België, 1989)xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op een van 21 januari 1991 daterende steekkaart noteerden wij het volgende: We hebben het vroeger al gezegd dat Didden volgens ons overschat werd. Met deze Sailors dont cry heeft hij een ronduit vervelende prent gemaakt, die trouwens ook in onze bioskopen grandioos flopte. Hilde (Hilde Van Mieghem) heeft een kind (Stijn) van een matroos-marconist (Paul = Johan Leysen) die op een dag is weggevaren en nu terugkeert. Ondertussen heeft Hilde een nieuwe vrijer (Guy = Josse De Pauw). Zij kan niet direct kiezen en de hele film volgen we dan het gezemel rond de naijver tussen de twee vrijers en het getwijfel van Hilde. Het jongetje Stijn (met zijn voorliefde voor radiootje spelen, geërfd van zijn vader?) speelt daar ook nog ergens een onduidelijke rol in. Een film die vlug zal vergeten zijn, zoveel is zeker. Quotering: 2'.
Toch hebben we de film nog eens bekeken en ja hoor, we zijn het nog steeds eens met ons jongere zelf. Het manneke dat Stijn speelt (Din Meysmans, sindsdien nooit meer van gehoord), kan dus totaal niet acteren, de titelsong (geschreven door Els Helewaut en Raymond van het Groenewoud) is abominabel en het scenario (geschreven door Didden zelf en Annemie Vandeputte) is, beleefd gezegd, zeer zwak. Op een bepaald moment beslissen Hilde en Guy om Stijn in een internaat te stoppen, God mag weten waarom. Op een ander bepaald moment steekt Paul Guy met een mes (zonder al te veel erg), maar het is Paul die in een kliniek belandt: vreemd! Naar het einde toe klopt Hilde, na een kleine ruzie ergens in een motel, Guy plots met een asbak op zijn theater: bewusteloos natuurlijk. Hilde trekt dan naar Paul, die heel de film door op het strand een bootje aan het opknappen is geweest (bootje heet Hilde trouwens), en Hilde, Paul en de ondertussen uit het internaat weggelopen Stijn varen met dat bootje weg, terwijl op het strand Guy op zijn motorfiets verschijnt, met een pleister op zijn slaap en achterop de motor een vriendin van Hilde. Guy staat wat te lachen, Stijn gooit nog een schelp in het water, en doek. Het café dat door Hilde gerund wordt, heet overigens Mes amis.
Heel wat minder functioneel dan de naam van dat café is de blote badscène van Hilde Van Mieghem ergens in het midden van de film die ons toelaat om (objectief-neutraal natuurlijk) vast te stellen dat de jonge Hilde Van Mieghem toen even aantrekkelijk (met wat sletterige ondertonen) was als haar dochter Marie Vinck nu, ofschoon Marie forser van boezem is dan haar mama. Het feit dat Van Mieghem even later nogmaals haar tietjes mag tonen (dit keer in een bedscène met Guy), kan de film echter helaas niet redden.
Quotering: **
(2de visie: 10 juli 2012) (dvd bib Brecht)
|