Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
18-05-2012
TOPOI: GAT
GAT
Gat (gaatje) = vagina
Roman de Renart I ed. 1985 (1174-77)
- 272 (vers 1272). Branche II. Que des deux pertuis deerains. Over de twee achterste gaten (pertuis) van de wolvin Hersent: vagina en anus.
Roman de Renart I ed. 1985 (circa 1190)
- 430 (vers 564). Branche VI (Le duel judiciaire). Isengrin over de verkrachting van Hersent door Renart: Au croz trover pas ne faillistes [je bent niet mislukt in het vinden van het gat]. Croz = gat = vagina.
Roman de Renart II ed. 1985 (1195-1200)
- 30 (verzen 429-430). Branche VII (La confession de Renart). Ne qui consirrer ne me puis / De Hersent ne de son pertuis. Renart kan Hersent en haar pertuis (gat = vagina) niet missen.
De Roovere ed. 1955 (vóór 1482)
- 399 (vers 249). Zot-erotisch rederijkersrefrein. Een gat boren in een wijnvat als metafoor voor de coïtus (vat = vrouw, boor = penis): Ghemaeckt gheraeckt soe hebdijt gaetken.
Piramus en Thisbe ed. 1965 (circa 1500)
- 133 (vers 183). Rederijkersspel. Een sinneke tot Piramus (balspel als metafoor voor seks): Ick sorch, ghij sult noch int gaetgen rollen.
Tilleghem ed. 1920 (1509?)
- 467 (verzen 85-86). Rederijkersspel. Dubbelzinnig-erotisch over barbiers en chirurgijnen: Want ze meesteren decwils ruwe ghaeten / Om de pynen der quetsueren te doen zwichtene.
Stijevoort I ed. 1929 (1524)
- 15 (refrein 4, vers 37). Zot-erotisch rederijkersrefrein. Boogschieten als metafoor voor seks: Als ghi den pyl treckt soo stopt dat gaetken.
- 67 (refrein 33, vers 33). Zot-erotisch rederijkersrefrein. Schoenlappen als metafoor voor seks: hoe meer ghenaijt hoe groter gat.
- 68 (refrein 34, verzen 28-30). Zot-erotisch rederijkersrefrein. Balspel (clossen = beugelen) als metafoor voor seks: Doen stiet ic noch soe diep int gat, / my dochte wy haddens bey te bat: / haer suete naect lyf dude ic aent mijne.
Stijevoort II ed. 1930 (1524)
- 171 (refrein 217, verzen 42-43). Zot-erotisch rederijkersrefrein. Apologie van de seks: Sij makender sonde of soumen een gaetken stoppen / mit thelichdom daer die sueten oly wt leect. Dezelfde tekst in Doesborch II ed. 1940: 234 (refrein 129, verzen 55-56) [1528-30]: Twaer sonde soudemen dat gaetken stoppen / Daer die suete olie wt leect.
- 212 (refrein 242, verzen 28-29). Zot-erotisch rederijkersrefrein. Seks in badstoof, een vat stoppen als metafoor voor seks. Een vrouw zegt: Wildi dat gat inne soe moeten wi vlien [= ons verstoppen], / en scaemdi u niet, seijse, voer die lien?
De wellustige mensch ed. 1950 (XVIb)
- 122 (vers 633). Rederijkersspel. En stordt u niet, soeckt een ander gadt.
De dryakelprouver ed. 1920 (1528)
- 201 (verzen 92-93). Rederijkersspel. Tandtrekken als metafoor voor seks: Tant vut al lachghende, eenen baut jnt ghat / omde vloet vanden bloede te stelpene.
Sorgheloos ed. 1980 (circa 1540)
- 123 (regel 44). Spotprognosticatie. Want de sonne ende mane sullen dan vergaren met Aurora in t Warm Gadt.
Cristenkercke ed. 1921 (kort na 1540)
- 35 (vers 860). Rederijkersspel. Een sinneke maakt een erotische toespeling: Selfs goetduncken sal haer pepergat coelen.
- 46 (vers 1123). Een sinneke maakt een erotische toespeling (binnen de vat-topos): maect nv het tappeken ree, alst gaetken gheboort is.
- 55 (vers 1304). Een sinneke maakt een erotische toespeling (binnen de vat-topos): het tapken wert zaen ghevuecht. Salt gaetken oock passen?
- 61 (vers 1399). Een sinneke maakt een erotische toespeling (binnen de vat-topos): thadt nv schier tijt gheweest tgaetken te borene.
Antwerps Liedboek I ed. 1983 (1544)
- 208 (nr. 179, strofe 5, verzen 3-4). Zot liedje over een meisje en een kleermaker: Ick heb een gaetken fier / Willet mi doch eens stoppen.
Sint Jans onthoofdinghe ed. 1996 (vóór 1552)
- 62 (vers 249). Rederijkersspel. Een mannelijk sinneke, scheldend tot een vrouwelijk sinneke (een koppelares): swijgt seg ick eer ick u smeerich gat vlûeck.
Ulenspieghel ed. 1980 (1560)
- 73 (vers 231). Spotprognosticatie. Vrouwe, wat lofdy u eyeren? De korf heeft een gat. Erotische ombuiging van een spreekwoord, waarbij eieren = borsten, korf = buik en gat = vagina?
Testament Rhetoricael II ed. 1979 (1561)
- 233 (fol. 285r, verzen 32-33). Rederijkersgedichtje over hoertjes: Liefuer te huwene alsulck lack gaetken / Dan Landsboer ofte zeeussche maetken. Lek gaatje = pars pro toto voor hoer.
Het leenhof der ghilden ed. 1950 (1564)
- 30 (vers 732). Rederijkersgedicht. Over vrouwen die braseletten maken van hun schaamhaar, wat so veel te seggen is: vrij na tbomgat tast.
De Bruyne ed. 1925 (1579-83)
- 18 (refrein 134, strofe 3, vers 14). Zot-erotisch rederijkersrefrein. Een jongeman probeert een meisje te overhalen tot seks: Godt geve in wiens gadt dat ickt gieten souwe.
Coster Johannus ed. 1997 (vóór 1600)
- 123v (vers 34). Rederijkersklucht. Boerdelijck Geck zingt een liedje over de coïtus: Int swarte gadt Lach Ick versteecken.
Nieuwe Nederduytsche gedichten ende raedtselen ed. 1972 (1624)
- Ingevoegde bladen vóór fol. 31. Dubbelzinnig-erotisch gedichtje: En in een diep ront gat gedaen / ( ) En stoten in dit diepe gat.
- 41. Dubbelzinnig-erotisch raadsel: En niet in t midste gat so deucht u spelen niet / ( ) In tspelen wacht u wel int avrex gat te gaen.
- 61. Dubbelzinnig-erotisch raadsel: En steken al ons best in een wijt duyster gat.
- 133. Zot-erotisch rederijkersrefrein. Leidekken als metafoor voor seks (lekkend gat in dak = vagina): Ick heb, sey sy, noch een out leckent gat, / Twelck noyt dicht en was van zijn leven.
- 151. Zot-erotisch rederijkersrefrein. Fluitspel als metafoor voor seks: En als een meyt douwt hem int rechte gat.
Gat = anus
Mariken van Nieumeghen ed. 1980 (circa 1516)
- 59 (vers 377). Rederijkersspel. Tante van Mariken smalend over hoertjes: Die de goei gezellen deersgat lenen. Toespeling op anale seks?
Doesborch II ed. 1940 (1528-30)
- 252 (refrein 141, vers 29). Zot scabreus-scatologisch rederijkersrefrein. Een jongen en een meisje in bad, het meisje doet haar behoefte in het bad: Ten lesten ontsloot die bruyt haer gat.