Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
15-05-2012
BOEK: De blinde vlek (Jo Claes) 2009
DE BLINDE VLEK (Jo Claes) 2009
[Roman, Linkeroever uitgevers, Antwerpen, 2009. Voor deze bespreking maakten wij gebruik van de Boektoppers-editie: Van In, Wommelgem, 2011, 385 blz.]
Deze misdaadroman bestaat uit drie delen die verder onderverdeeld zijn in hoofdstukken. In het eerste deel, Sagalassos, leren we de Leuvense archeologiestudent Simen Paulus kennen. Simen zit in zijn laatste jaar archeologie, staat op de drempel van een veelbelovende academische carrière en werkt tijdens de zomervakantie mee aan de door de Leuvense universiteit gecoördineerde archeologische opgravingen op de (echt bestaande) site van Sagalassos in Turkije. Simen is echter ook een aantrekkelijke don juan. Hij heeft weliswaar een vriendinnetje, maar onderhoudt ook een relatie met Sophie, de jonge echtgenote van één van de begeleidende professoren, Evert Sterkx. Deze laatste doet Simen het voorstel om samen een aantal pas opgegraven gouden munten te stelen, wat Simen weigert, maar even later blijken de gouden munten effectief gestolen, en Simen is de hoofdverdachte. Omdat hij geen vertrouwen heeft in de praktijken van de Turkse politie, vlucht hij naar België.
In het korte tweede deel, Lille, ziet de Leuvense hoofdinspecteur Thomas Berg Simen Paulus van de trein stappen in Leuven, nadat hijzelf net is teruggekeerd van het Franse Lille, waar een maandenlange relatie met Véronique, een Française, tot een einde is gekomen. In het derde deel, Leuven, wordt Simen Paulus dood op straat gevonden: blijkbaar heeft iemand hem van het balkon van het Leuvense Provinciehuis (waar hij een vakantiejob had) geduwd. Thomas Berg is de man die deze moordzaak moet oplossen. Aanvankelijk wordt er weinig vooruitgang geboekt en wanneer men ontdekt dat Sophie de munten gestolen heeft, is zij de hoofdverdachte. Uiteindelijk blijkt de moordenaar echter professor Evert Sterkx te zijn, die handelde uit jaloezie omdat Paulus het met zijn vrouw hield.
Het eerste wat men kan vaststellen na het lezen van dit boek, is dat Jo Claes (leraar ASO aan een Leuvense school en auteur van ettelijke boeken over mythologie en religie) echt wel kaas heeft gegeten van het schrijven van een misdaadthriller. Hij kent de tricks of the trade, maakt voortdurend gebruik van cliffhangers, stelt nu eens informatie uit en laat dan weer de hoofdinspecteur alles op een rijtje zetten zodat de lezer helemaal mee is, voert verschillende verdachten ten tonele en last humoristische passages in die de spanning wat moeten ontladen (hier bijvoorbeeld de gestolen fiets van één van Bergs teamleden). Het is allemaal zo goed en vlot geschreven, dat je aan het einde van een hoofdstuk heel graag wil verderlezen, om zo snel mogelijk het vervolg te weten te komen: altijd een complimentje waard, zoiets.
Bovendien zitten er in de tekst zijdelings een aantal aha-momenten verstopt. Hiermee bedoelen we ofwel passages die een lichtje van herkenning doen branden, ofwel passages waarin Claes op milde wijze zijn zegje doet (of laat doen) over allerlei maatschappelijke en actuele wissewasjes. In beide gevallen is het resultaat een goedkeurende glimlach. Voorbeelden: een Leuvens gebouw dat vergeleken wordt met de monoliet uit de Kubrick-film 2001 A Space Odyssey [p. 124], Berg die zegt: Ik ben nog van de oude stempel ( ). Ik heb Latijn en Grieks gedaan. Naar het schijnt is dat een studierichting die tegenwoordig met uitsterven is bedreigd [p. 164], Berg die afgeeft op de jaarlijkse kermis in Leuven waar duizenden mensen hun zuur verdiende centen kwamen opmaken aan infantiele, geldopslorpende vermakelijkheden [p. 179], Berg die naar aanleiding van de film Troy bedenkt dat er nooit eerder zoveel geld gespendeerd (was) aan het om zeep helpen van een monument uit de wereldliteratuur [p. 201], of nog Berg die (als hoofdinspecteur van de politie!) afgeeft op de Leuvense beslissing om de automobilisten te ontmoedigen via een systeem van eenrichtingsstraten en verkeersvrije zones [p. 234].
Dit zijn allemaal maar kleine dingetjes natuurlijk en in feite bijzaken die slechts in de rand meespelen. Claes probeert echter wel degelijk zijn thriller op een hoger literair niveau te tillen. In dat verband is het bijvoorbeeld ronduit knap hoe hij een hele tijd lang van Sophie de vermoedelijke moordenares maakt, door regelmatig en motiefgewijs elementen uit de Griekse mythologie in het verhaal binnen te smokkelen: de stierencultus en haar priesteressen op het antieke Kreta [p. 159, 200], het beeld van Rik Poot dat effectief in de buurt van het Leuvense Provinciehuis staat en de ontvoering van Europa voorstelt [p. 162, 218: een foto van dit beeld staat ook op de cover], en vooral de mythe van Theseus die Ariadne bedroog en afwees, nadat zij hem geholpen had [pp. 262-264, 301-302, 315-317]. Vooral dat laatste verhaal wijst, samen met het William Congreve-citaat hell has no fury like a woman scorned, in de richting van Sophie, omdat Simen in Turkije een einde wou maken aan hun relatie en zij in Leuven nog een tijd achter hem aan gelopen is. Hoofdinspecteur Berg volgt deze denkpiste omdat hij na het geval met Véronique terug contact had opgenomen met zijn oude liefje Annelien, waarna hij al snel tot de conclusie kwam dat het niets zou worden en deze Annelien woedend zijn bloembakken kapot gooide.
Wat hij echter uit het oog verloren had (en dat is dan de blinde vlek waar de titel op zinspeelt, vergelijk pp. 350/360), was dat hijzelf in Lille na zijn eigen afwijzing door Véronique in dronken woede een stoel door het hotelkamerraam gekeild had (zie deel II). Ook mannen kunnen dus furieus reageren op een afwijzing in de liefde, en dat is precies wat professor Sterkx, de echte schuldige, gedaan heeft, nadat Sophie bij hem weggetrokken was. Zodat deze thriller uiteindelijk draait rond een diepere thematiek die op pagina 323 letterlijk terug te vinden is: Jaloezie is maar een deel van het verhaal ( ). Waar het werkelijk om gaat, is afwijzing. En naar dit thema verwijst ook het motto, ontleend aan ene B. Rabutin: Afwezigheid is voor de liefde wat de wind is voor het vuur. Het kleine dooft hij uit, het grote wakkert hij aan. Deze thematiek speelt trouwens al mee vanaf de eerste bladzijden van het boek, wanneer Simens beste vriend Erik in Turkije moet vaststellen hoe een meisje waar hij een oogje op heeft, hém niet ziet staan maar alleen rond playboy Simen wenst te vlinderen.
Met andere woorden: er is nagedacht over deze roman, wat nogmaals en ten overvloede blijkt uit de functionele rol van dat beeld van Rik Poot, op bladzijde 162 beschreven als volgt: Het meer dan manshoge beeld stelde een stier voor met op de rug een naakte, jonge vrouw. ( ) De stier steigerde op zijn achterste poten en gooide triomfantelijk de kop in de nek, terwijl het meisje zich wanhopig aan één van de hoorns vastklampte. Waarbij het redelijk duidelijk is dat we in het meisje niet alleen Europa maar ook Sophie dienen te herkennen, en in de woeste stier haar professorale echtgenoot, die zich regelmatig van een bijzonder agressieve kant laat kennen (als zijn vrouw naar een vriendin is weggevlucht, komt hij herrie schoppen en wordt hij zelfs gearresteerd door de politie, plus: hij is een moordenaar).
Conclusie: deze eerste kennismaking met Jo Claes en zijn Thomas Berg (Claes schreef nog vier andere misdaadromans rond deze figuur) heeft onmiskenbaar lees- en analyseplezier opgeleverd. De vraag is of De blinde vlek nog even pal blijft staan bij een tweede lezing, als je de afloop al kent. De aanwezigheid van een diepere (en zeker niet oninteressante) thematiek is in dit verband een pluspunt, doordat men op zoek kan gaan naar nog meer functionele verhaaldraadjes, zoals bijvoorbeeld het beeld van de Heilige Paulus in de hall van het huis van de familie Paulus: de apostel Paulus was ook een tijdje blind. Of nog: de eerste alinea van het boek waarin Simen even last blijkt te hebben met zijn gezichtsvermogen en van waaruit een lijn loopt naar pagina 360 waar we lezen: Het standpunt van waaruit je naar een gebeurtenis keek, bepaalde immers voor een groot deel je interpretatie van die gebeurtenis. Wat wij ons in ieder geval ook nog afvragen: zijn de andere Thomas Berg-romans even goed als deze, en wanneer wordt De blinde vlek verfilmd?
Quotering: **** (15 mei 2012, gelezen in april-mei 2012)