WATERVREES TIJDENS EEN VERDRINKING
(Herman Brusselmans) 2012
[Roman, Prometheus, Amsterdam, 2012, 270 blz.]
Ik heb ooit aan een bevriende germanist een groot stuk van mijn dagboek laten lezen dat gedetailleerd en waarheidsgetrouw handelde over een ondertussen alweer meer dan twintig jaar oude en indertijd meer dan twaalf maanden omspannende mislukte relatie. Ik dacht toen: die gaat dat allemaal verschrikkelijk vervelend vinden. Tot mijn verbazing bleek het tegendeel waar. De germanist in kwestie noteerde in een schriftelijke reactie: Al is deze tekst ongemeen ééntonig (
), toch blijkt het een verslavende werking te hebben (het is moeilijk met lezen te stoppen). Hij verklaarde die leesdrang op de volgende wijze: Elke soap is verslavend, ongeacht zijn kwaliteit. Samenhangend hiermee: wie dit leest, wordt natuurlijk automatisch een voyeur. Het is knap lastig aan voyeurisme te weerstaan, zoals Hitchcock ook al wist. Dit soort van relaas brengt je op natuurlijke wijze terug je eigen relaties in herinnering, en dan kun je niet anders dan vergelijkingen te maken etc
en intussen blijf je er mee bezig.
Ik denk dat dat toen heel juist gezien was. Het gaat in elk geval zeker ook op voor de boeken van Herman Brusselmans, althans voor de romans waarin hij zichzelf en zijn eigen leven ten tonele voert (of sterk de indruk geeft dat te doen). In zijn meest recente gewrocht gaat het natuurlijk over de perikelen rond zijn gade Tania De Metsenaere (hier opnieuw, zeer doorzichtig, Phoebe genoemd) die niet meer met hem wil samenwonen maar hem toch nog regelmatig bezoekt. Brusselmans wordt heen en weer geslingerd tussen enerzijds uitbarstingen van bitterheid en haat en anderzijds aanvallen van een nooit uitdovende liefde en niet alleen maakt dat allemaal een zeer realistische indruk maar ook is het allemaal zeer herkenbaar. Tegelijkertijd heeft de ikverteller contacten met andere (zonder uitzondering veel jongere) vrouwen en op die momenten is het zeer onduidelijk waar de grens ligt tussen waarheid en fantasie, al dringt het vermoeden zich onweerstaanbaar op dat in deze passages de fantasie het grootste aandeel heeft (bijvoorbeeld wanneer de auteur een kind wil maken door zijn zaad te laten inbrengen bij een lesbienne).
Op die manier kan je Brusselmans-romans zoals deze gerust een hoog soapgehalte toeschrijven, wat onder meer verklaart waarom je ze toch blijft lezen. Daarnaast zijn er in dit verband nog andere verklarende factoren. Al worden ook hier weer al de tics, trucs en clichés die we van Brusselmans gewoon zijn, van stal gehaald (zoals het in hun hemd zetten van voornamelijk vrouwelijke BVs: dit keer passeren onder meer Brigitta Callens, Clara Cleymans en Evy Gruyaert de revue), de sfeer is deze keer een stuk lichtvoetiger (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Brusselmans vorige boek, dat ronduit een onprettige, donkere ondertoon bevatte) en humoristischer. Een paar keer heeft de auteur ons naar goede oude gewoonte toch weer in onbedaarlijk lachen doen uitbarsten (zoals wanneer hij bijvoorbeeld op pagina 143 lukraak een hotel in Frankrijk opbelt: een hilarische passage).
Veel literaire kwaliteiten heeft ook deze Brusselmans-roman niet, ofschoon de auteur op de laatste bladzijden (waar de titel even vluchtig ter sprake komt) wel een verdienstelijke poging in die richting onderneemt. Maar hij bezit een heel herkenbare eigen stijl, die meestal vlot-entertainend en vaak ook erg grappig overkomt (waarbij zelfspot niet ontbreekt, toch ook een pluspunt!). Getuige een fragment als het volgende: Ja, die vroegere Phoebe van mij
Daar heb ik toch onmetelijk veel van gehouden. Zij was mn eten en mn drinken, mn nat en mn droog, mn vleermuis en mn muskusrat. Verliefd dat ik was op dat mokkel, jaren- en jarenlang. Ik hoefde haar maar te neuken of ik kreeg al een erectie. Heen zijn deze tijden gevloden, en ik ben impotent op de koop toe. Dat kwam vanzelfsprekend van al dat roken. Ik heb ondertussen toch al zon 15000 kilo rook door mn longen gejaagd. Dat een mens er gezond van blijft, je verstand staat er stil van. Nou ja, gezond
Op die impotentie na, alsmede de stents in de aders in mn dijen, mn deplorabele conditie, nu en dan hoesten tot de buren wakker schieten, en niet te vergeten: een slechte huid, een grauwe kleur, dof schaamhaar en platvoeten. Platvoeten? zal men vragen. Heb jij werkelijk platvoeten, Herman? Welneen, dat zei ik maar voor de gein. Als ik werkelijk platvoeten zou hebben was ik toch zeker nooit opgeroepen voor de militaire dienst in 1983? [p. 134]
De Nobelprijs voor Literatuur zal Brusselmans nooit winnen, maar hij heeft wel iets. Naar aanleiding van zijn vorige roman, waarin de scheiding van zijn vrouw blijkbaar nog té veel in de weg zat, dachten wij dat hij het niét meer had. Maar in deze Watervrees tijdens een verdrinking heeft hij het terug, zodat wij opnieuw leesplezier hadden.
Quotering: *** (16 april 2012)
|