Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
22-02-2012
FILM: Wait until spring, Bandini (Dominique Deruddere) (B-F-I, 1989)
WAIT UNTIL SPRING, BANDINI (Dominique Deruddere) (België-Frankrijk-Italië, 1989)
(100)
Deze film is de eerste film die ik met mijn echtgenote in de bioskoop heb gezien, en wel op donderdag 21 december 1989. Ik herinnerde mij van die prent absoluut niks meer, en ik dacht dat dat kwam doordat ik met mijn gedachten te veel bij mijn toen nog toekomstige gade zat, en te weinig bij de film. Dat zal grotendeels ook wel zo geweest zijn, maar nu ik de film nog eens heb teruggezien, besef ik dat er nog een andere reden is voor mijn blanco herinneringen: Wait until spring, Bandini is namelijk een ongelooflijk oppervlakkig en flodderig flutfilmpje.
Het gaat over een arm Italiaans immigrantengezin in het Amerika van de jaren twintig. Hij: Svevo Bandini (Joe Mantegna), een metselaar die graag gokt en tijdens de winter werkloos is, zij: Maria (Ornella Muti), een brave en gelovige huissloof, en hun drie zoontjes. Alles wordt zon beetje bekeken door de ogen van Arturo, het oudste zoontje. De plot is erg simpel: wanneer Svevo bij een rijke weduwe, Mrs. Hildegarde (Faye Dunaway) een schouw moet gaan herstellen, komt van het een het ander en nadat hij ten gevolge hiervan op kerstavond door Maria aan de deur is gezet, trekt Svevo bij die weduwe in, sigaren rokend en borreltjes snoepend. Dat duurt zo een tijdje voort, terwijl Maria treurt als een tortelduif, tot Arturo erin slaagt de twee weer bij elkaar te brengen, via een leugentje (hij maakt zijn moeder wijs dat vader al die tijd bij een vriend op hotel heeft gezeten). Svevo komt weer thuis, schuift bij aan aan tafel en alles is weer goed. Arturo moet dat leugentje nog wel even gaan biechten (dat biechten komt enkele malen terug in de film), en doek.
Het is natuurlijk op het eerste gezicht heel wat, een Vlaams filmerke wiens tweede film pas (de eerste was Crazy Love) een internationale productie is met bekende sterren als Mantegna, Muti en Dunaway, en de film is weliswaar vakkundig gemaakt en baadt in een zachtmoedige kerstsfeer vol sneeuw, maar anderzijds is het toch ook een vaak tergend traag verteld en flodderig verhaaltje met even veel diepgang als een lelieblad op een vijver. Typerend voor die flodderigheid is bijvoorbeeld de figuur van die weduwe die totaal niet uit de verf komt of nog het personage van de schoonmoeder die heel even vooroordelen over schoonmoeders komt bevestigen.
Deruddere, die in Film en Televisie [nr. 390, november 1989, pp. 8-10] een drie bladzijden lange loftuiting cadeau kreeg van Jo Daems, schreef zelf het scenario naar een roman van de Amerikaan John Fante. Jo Daems had ook het boek gelezen en schreef daarover: Met alle waardering voor Fante Zijn verhaal stijgt niet uit boven een weelderig maar weinig spectaculaire anekdotiek. Met een nogal grillige en gekunstelde structuur op de koop toe, voerend naar een nogal simplistische en vrij ongenuanceerde ontknoping. Ondanks het feit dat Deruddere enkele kleine dingen toevoegde (onder meer dat biechten van die kleine), kan precies hetzelfde gezegd worden van de filmplot, maar niet zo volgens Jo Daems: Al bij al een groot artistiek succes van een klein land met een intimistische film, geloofwaardig en universeel genoeg om onverschillig wie, nog niet door commerciële stompzinnigheid aangetast, te bereiken, waar ook. Een veredeld en subtiel spel zonder grenzen en momenteel, terecht, het paradepaardje van de stal Provoost (die laatste de producent). Kijkt men echter in de volgende Film en Televisie [nr. 391, december 1989, p. 47] naar de Gewikt-pagina, waar de Vlaamse recensenten via sterretjes hun mening over de nieuwste films geven, dan blijkt Wait until spring, Bandini weliswaar zes keer drie sterretjes (zeer goed) en zelfs één keer vier sterretjes (buitengewoon) te krijgen, maar toch ook drie keer slechts één sterretje (gewoon) en van Freddy Sartor zelfs een 0 (ondermaats). Met andere woorden: de meningen waren op zijn zachtst gezegd verdeeld. Of met dit alles ook vriendjespolitiek gemoeid was, kunnen wij niet meer achterhalen, maar wat we ondertussen wel zeker weten, is dat het met Dominique Deruddere daarna nooit echt iets geworden is. Achteraf praten is uiteraard altijd makkelijk, maar dat was indertijd aan Wait until spring, Bandini al af te zien (voor wie kéék, tenminste).