Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
De Belgische oogchirurg Max (Olivier Gourmet) en de Iraanse persfotografe Grace zijn een koppel. Wanneer Grace in Irak gedwongen wordt het neerschieten van haar gids te fotograferen, geeft zij haar beroep op, ondanks het feit dat de foto genomineerd wordt voor de World Press Photo-award. Naar verluidt omdat nog geen enkele foto ooit een oorlog gestopt heeft. Max gaat vervolgens werken in het Peruviaanse indianendorpje Turubamba, dat te lijden heeft onder een kwikvergiftiging ten gevolge van de naburige goudmijnontginning. Talrijke indianen worden er blind en sterven zelfs, onder meer Ignacio, de verloofde van Saturnina, een jonge indiaanse. Wanneer de indianen zich bij de dood van Ignacio tegen de hen nochtans verzorgende dokters keren, wordt Max per ongeluk gedood door een steen tegen zijn hoofd. Saturnina zet het dorp aan tot verzet tegen de hen uitbuitende gringos, zonder veel succes overigens. Uiteindelijk pleegt zij zelfmoord door een flesje kwikzilver leeg te drinken, terwijl zij zichzelf filmt met het cameraatje van Max. Zij zegt tegen de camera onder meer: Sin imagen, no hay historia (zonder beeld is er geen geschiedenis), wat uiteraard (naar de kijker van Altiplano toe) confronterend moet werken met de eerdere uitspraak van Grace. Grace is ondertussen ook afgereisd naar Turubamba en de rest van de film is erg magisch-realistisch: Grace wordt door de familie van Saturnina vriendelijk ontvangen, ontdekt het filmpje met de zelfmoord van Saturnina (via diens broer) en maakt uiteindelijk een ritueel mee rond het plaatselijke Mariabeeld, dat in het begin van de film kapot was gevallen maar nu weer aan elkaar gelijmd is. Wanneer er water over het beeld gegoten wordt, blijkt Maria veranderd te zijn in Grace.
Deze film verwijst naar een incident uit 2000, toen er 120 kilo kwik in het dorp Choropampa terechtkwam, maar toch kan je het niet echt een sociaal-geëngageerde prent noemen: daarvoor is de stijl te zweverig-poëtisch en het verhaal te weinig krachtig. Dat resulteert wel in mooie, superverzorgde beelden die elkaar in een traag ritme opvolgen, in een betoverende mise-en-scène met onder meer prachtige Andeslandschappen (ook de klankband is trouwens zéér verzorgd), en in een bekoorlijke magisch-realistische sfeer die voortdurend gebruik maakt van naar het precolumbiaanse indianengeloof verwijzende symboliek vermengd met christelijke topoi (de gemaskerde berggeesten die eigenlijk de zielen van overledenen zijn, het met elkaar verweven van de H. Maria en Moeder Aarde, de engelen en duivels die dobbelen om het lot van de dode Saturnina, het brengen van offers, het verbranden van kleren van doden ). Maar aangezien de blanke uitbuiters grotendeels onzichtbaar blijven (we zien alleen hun camions op en af de bergen rijden), ontbreekt het deze prent ten zeerste aan dramatische spankracht, waardoor de door de regisseurs toch wel bewust aangebrachte geëngageerde boodschap (zonder beeld géén geschiedenis) verwatert en we uiteindelijk blijven zitten met een soort bewegende diareeks, die weliswaar bijzonder aantrekkelijke beelden en klanken oplevert en een wat wollige boodschap over universele, menselijke verbondenheid, maar verder eigenlijk niet echt veel verontwaardiging opwekt. En dat laatste zal toch wel de bedoeling geweest zijn, denken wij. Indien niet, dan zouden Brosens en Woodworth (overigens een Belgisch-Amerikaans koppel) op de kap van uitgebuite indianen niet meer dan een fel esthetiserende en soms zelfs wat arty farty overkomende prent hebben gemaakt.
In een interview met Erik Stockman in Humo [nr. 3613, 1 december 2009, pp. 32-33] zeggen de regisseurs zelf: We wilden een sterk maatschappelijk relevant verhaal vertellen, maar dan op een poëtische manier. Ik geef wel toe dat Altiplano een beetje afwijkt van wat je normaal in de bioscopen te zien krijgt. Het is meer ervaringscinema dan verhaaltjescinema. Je moet onze film op een zintuiglijke manier ondergaan, een beetje zoals je naar muziek luistert of naar een stuk van Vandekeybus kijkt. Kijkend naar Altiplano zagen en ervoeren wij net als de unaniem juichende vakpers inderdaad wel die poëtische, mystiekerig-symbolische vorm, maar af en toe vonden wij het geserveerde sfeertje toch wat al te etherisch en dachten wij: te véél vorm, te weinig vént.
Quotering: ***
(2de visie: 19 februari 2012) (dvd gratis exemplaar bij abonnement Filmmagie)