Ik ben Eric De Bruyn
Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
WEMELDINGEN
Tijd is ruimte in beweging
04-01-2012
BOEK: Lange dagen (Pia de Jong) 2008
LANGE DAGEN (Pia de Jong) 2008
[Roman, Prometheus, Amsterdam, 2008. Voor deze bespreking maakten wij gebruik van de editie in de Boektoppers-reeks: Van In, Wommelgem, 2011, 226 blz.]
Lange dagen is het romandebuut van de Amsterdamse psychologe Pia de Jong waarmee zij in 2009 de Gouden Uil-publieksprijs won. Het gaat hier nochtans om een jeugdroman (de jeugdpublieksprijs ging naar Els Beerten), zoals te merken is aan de behandelde thematiek, de vlotte rechtlijnige verhaalstructuur en het eenvoudige taalgebruik. Lange dagen is een zogenaamde coming of age-roman. Hoofdpersoon is de veertienjarige Eva die, samen met haar wat kleurloze moeder, haar serieus puberende oudere broer Steven en nog een andere jongen, door haar zich volop in een midlife-crisis bevindende vader tijdens een zomervakantie op sleeptouw genomen wordt naar Lapland. De aanloop naar en de voorbereidingen tot die tocht en ook de tocht zelf worden uitgebreid beschreven, maar uiteindelijk gebeurt er weinig sensationeels. Wel wordt de familie op een keer bijna omvergelopen door een kudde rendieren, Eva wordt bijna verkracht door een of andere Duitse toerist, Eva ontdekt na een tijdje dat die andere jongen (Alex, een sportieve kerel voor wie de vader meer sympathie blijkt te hebben dan voor Steven) verliefd op haar is, en naar het einde toe (surprise!, surprise!) loopt het groepje verloren in het onherbergzame Lapland, maar dat komt al snel weer in orde. Als ze aankomen bij hun einddoel, trekt Alex alleen verder (wat er met hem verder gebeurt, wordt niet verteld) en voor Eva begint enkele dagen later het nieuwe schooljaar.
Ofschoon het boek erg vlot leest (we hadden het op een paar avonden uit), is de uiteindelijke indruk die de lezer overhoudt er toch één van matheid en oppervlakkigheid. In een interview met de Vpro vertelde De Jong dat ze met opzet gekozen heeft voor een sobere, weinig bloemrijke taal, zonder mooie zinnen, omdat het verhaal daarom vraagt. Kan zijn, maar is het tegelijk niet een beetje een zwaktebod en geldt die uitspraak eigenlijk niet voor zowat alle jeugdliteratuur? In het geval van Lange dagen zou je kunnen zeggen dat de vlakke, onopgesmukte stijl past bij het veertienjarige meisje vanuit wiens perspectief alles verteld wordt, maar als datzelfde meisje bijna verkracht wordt en daar vervolgens even apathisch en emotieloos mee omgaat als werd ze door een mug gestoken, dan klopt er volgens ons toch iets niet.
Bovendien is het lang geleden dat we nog een roman hebben gelezen die zó vol losse draden steekt. Dat begint al op de eerste pagina waar vooruitgewezen wordt naar die genadeloze zomer. Genadeloos? Dat wekt bij de lezer de verwachting dat we moord en doodslag gaan meemaken, of erger nog. Maar niet dus. In de eerste hoofdstukken wordt nogal wat aandacht besteed aan Evas relatie met een visie op haar vader. Ofschoon ze niet blind is voor de mindere punten van die vader, blijkt Eva nogal positief te staan tegenover hem. Ook dat wekt weer verwachtingen bij de lezer, maar opnieuw wordt er verder in het boek niets mee gedaan. Een opvallend motief is ook Evas contacten met haar vriendinnetje en leeftijdsgenootje Madeleine, die zelf met hààr pa naar de azurenkust is getrokken en met wie Eva ooit een keer gezoend heeft. Twijfelt Eva aan haar seksuele geaardheid en reageert zij daarom zo koel op die Alex?, denkt de lezer. Maar nogmaals wordt met deze draad niets opvallends gedaan. Eva heeft ook nog een vriendje, ene Peter wiens vader gestorven is. Op pagina 122 vraagt Eva zich af: Zou ik van Peter kunnen houden ( )? Genoeg om een leven lang bij hem te blijven? Maar wat was een leven lang waard als vaders zomaar op doordeweekse dagen doodgingen? Op zich al voldoende stof voor een mooie verhaaldraad, maar helaas, het komt er niet van. Hetzelfde geldt voor Evas relatie met haar broer: een paar keer is er heel voorzichtig een suggestie van incest, maar daar blijft het bij. Klap op de vuurpijl is dat de verdwaalde familie de weg terugvindt doordat de (hallucinerende?) vader in het midden van de wildernis een Canadese soldaat ontmoet die de goede richting aanwijst. Waar plots die Canadese soldaat vandaan komt (hij mag dan al inbeelding van de vader zijn), mag Joost weten.
In de begeleidende didactische gids bij de Boektoppers wordt georakeld dat de hele tocht een queeste is en op die manier een metafoor voor de zoektocht naar wijsheid. ( ) Eva maakt dingen mee die haar zullen vormen. Ze heeft tijdens de tocht zichzelf en de anderen leren kennen en op het einde zijn er duidelijke aanwijzingen voor een nieuw en ander leven dat ze wil beginnen. Kan zijn dat dat inderdaad was waar de schrijfster op mikte, maar dat komt er dan toch niét uit. En als je vervolgens in interviews verkondigt dat je je hebt laten inspireren door de roman Nooit meer slapen van W.F. Hermans (er zitten in Lange dagen inderdaad enkele parallellen met en verwijzingen naar Hermans meesterwerk), dan is met alle respect gezegd een meewarig glimlachje toch wel op zijn plaats. En wat te denken van volwassenen die een jeugdromannetje (en dan nog een bijzonder middelmatig jeugdromannetje) een Gouden Uil-prijs toekennen?
Geraadpleegde lectuur
- Marc Adriaensen e.a., Didactische gids Boektoppers 2011-2012, Van In, Wommelgem, 2011, pp. 75-81.
Quotering: **½ (4 januari 2012, gelezen in november 2011)