Abraham Janssens De goden van de Olympus Doek, XVIIa (1ste kwart 17de eeuw), München, Alte Pinakothek, inv. 4884
Literatuur
Andrée de Bosque, Mythologie en Maniërisme in de Nederlanden 1570-1630. Schilderijen Tekeningen. Mercatorfonds, Antwerpen, 1985, pp. 130-133 (met kleurenafbeelding op p. 130).
Persoonlijke aantekeningen
We bevinden ons bij de goden op de Olympus. In het midden zit Jupiter, met tussen zijn benen zijn attribuut: de adelaar. Links van hem zit Juno en achter hem herkennen we onder meer Athena (met helm) en Diana (met halve maan). Rechts staat Venus die, terwijl Cupido haar probeert te kalmeren, heftig op Jupiter inpraat. Deze laatste lijkt, met het hoofd op de rechterhand rustend, niet erg geïnteresseerd.
Hoe zij het weet, ontgaat ons, maar volgens De Bosque komt Venus hier de zaak van haar zoon, de Trojaanse Aeneas verdedigen en zij (De Bosque, niet Venus) citeert daarbij uit Ovidius Metamorphosen [XIV.585-603] Venus woorden: Oh, mijn vader, gij die nooit hard tegen mij geweest zijt, geef mij heden, verzoek ik u dringend, het grootste teken van uw goedheid. Verleen aan mijn geliefde Aeneas, uit mijn bloed gevormd, en in jou zijn voorouder herkennend, verleen hem, oh, beste van alle vaderen, een plaats tussen de onsterfelijken.
Over het gebaar dat Venus met haar rechterhand maakt, zegt De Bosque niets, maar het is wel degelijk het vaginagebaar dat ook op het middenpaneel van Bosch Tuin der Lusten en op zoveel andere plaatsen in de beelding van de Nederlanden voorkomt: duim en wijsvinger vormen een halve cirkel, de andere vingers zijn dichtgeknepen. Maakt Venus dit gebaar om Jupiter te herinneren aan diens vroegere erotische escapades waarbij zij hem geholpen heeft en tracht zij hem zo mild te stemmen? Of gaat het in dit schilderij om iets heel anders dan De Bosque meent? Dat het precies Venus is die dit erotische gebaar maakt, is natuurlijk niet toevallig. En bovendien kan men moeilijk naast de opgeheven kop van de adelaar tussen Jupiters benen kijken, die zó geplaatst is dat hij bij Jupiter een erectie suggereert. In ieder geval vormt dit doek een mooie bewijsplaats voor het optreden van het vaginagebaar in de zeventiende eeuw.
[explicit 15 augustus 2011]
|