AMERICAN BEAUTY (Sam Mendes) (USA, 1999)
(122)
Deze geweldige debuutfilm van de Britse theaterregisseur Sam Mendes, naar een scenario van Alan Ball, hadden wij een tiental jaren geleden al zon vier of vijf maal bekeken (zelfs één keer in Londen), maar zoals dat vaker gaat bij ons in het geval van films die heel erg aanspreken nog niet besproken. Bij deze dan alsnog.
American Beauty is een bijzonder geslaagde, sympathieke en geestige satire op de Amerikaanse maatschappij waarin geld, fysieke schoonheid en sociaal succes zo belangrijk geacht worden, en vertelt het verhaal van Lester Burnham, voor wie tijdens zijn midlife-crisis bezitsdrang en ambitie plots ophouden belangrijk te zijn wanneer hij verliefd wordt op een vriendinnetje van zijn dochter. De film draait manifest rond de motieven perceptie, imago en schone schijn. Zie Lester zelf die een rotjob heeft, een doodgebloed huwelijk en een dochter die hem haat. Zie Lesters vrouw Carolyn die als makelaar huizen moet verkopen door hen beter te laten schijnen dan ze zijn en die vol bewondering is voor collega-concurrent Buddy (met zijn motto: om succes te hebben moet je altijd een imago van succes ophouden). Zie Lesters dochter Jane, een vol onzekerheid zittende teenager die een boobjob overweegt. Zie haar vriendje Ricky Fitts die tegenover zijn ultrarechtse vader, kolonel Fitts, de schijn moet ophouden van brave jobstudent (terwijl hij drugs dealt en met zijn urine sjoemelt als het weer eens tijd is voor een check-up). Zie natuurlijk ook Angela, het vriendinnetje van Jane, die het imago ophoudt van vuilbekkende, vroegrijpe seksbom maar uiteindelijk nog nooit seks blijkt te hebben gehad (wat duidelijk wordt in de intieme scène met Lester op het einde die even genant dreigt te worden, maar dan toch in de goede richting kantelt). Zie natuurlijk ook reactionaire, homohatende kolonel Fitts zelf, die zich laat misleiden door uiterlijke schijn (hij denkt dat zijn zoon en Lester een relatie hebben) maar uiteindelijk zélf een homo blijkt te zijn. En zie ten slotte ook de kleine zijdelingse knipoogjes, zoals het Smiley-restaurant (smile, you are at Smileys!).
Het is keeping up appearances, al wat de klok slaat en de moraal is dat je dat beter allemaal loslaat en gewoon doet, dan ligt de weg naar het geluk open (zie Angela, die het heel erg vindt om ordinary genoemd te worden, en daartegenover Lester die bij zijn ontslag zichzelf just an ordinary guy who has nothing to lose noemt). De film houdt dus een pleidooi tégen het ophouden van de schijn en vóór het opnieuw beginnen, vóór het verleggen van je eigen grenzen. In die zin is het zeker ook een beetje een gevaarlijke film. In 2000, toen de film pas uit was, spraken wij erover met twee personen (laat het nu toevallig twee vrouwen zijn) en allebei vertelden ze dat ze ten zeerste aangesproken werden door deze boodschap. Enkele jaren later waren ze beiden gescheiden en waren ze een nieuw leven begonnen. In dat verband is het misschien een beetje jammer dat American Beauty eigenlijk slecht afloopt. Op het einde wordt Lester, die tijdens de prent af en toe off-screencommentaar levert en dus vanuit het hiernamaals spreekt, doodgeschoten. De film verandert dan heel even in een thriller waarbij er verscheidene kandidaat-moordenaars zijn (Jane en Ricky, Lesters vrouw, de kolonel), maar je komt snel te weten dat het de kolonel geweest is. De dode Lester spreekt dan verder en deelt mee dat hij toch gelukkig is, want hij beseft nu dat er in zijn leven heel veel kleine dingen geweest zijn waarachter veel schoonheid schuilt. Wat dan natuurlijk aansluit bij de plastic bag-passage, waarin Ricky, die een plastieken zak die danst op de wind gefilmd heeft, hetzelfde zei, én bij de titel.
De titel, die dus niet enkel verwijst naar Angela, de American beauty die bij Lester het veranderingsproces in gang zet, maar ook naar het hoofdthema van de film: geluk ligt in de kleine dingen, in gewoon jezelf zijn en de dingen doen die je graag doet, ver weg van opgefokte imagos en schone schijn. Het klinkt een beetje wollig, maar in deze film werkt het wonderwel en stoort het in het geheel niet. Dat komt uiteraard door de manier waarop dit verhaal is vormgegeven. Om te beginnen is de casting eigenlijk perfect. Kevin Spacey is Lester Burnham, zijn vrouw (Annette Bening) overtuigt volledig als stresskip en dramaqueen, de dochter (Thora Birch) is op-en-top de depressieve emo, Wes Bentley is een geweldige weirdo als Ricky Fitts (jezus, die starende blik!), Mena Suvari heeft inderdaad het sletterige smoeltje dat nodig is voor de rol van Angela (na American Beauty niet veel meer van gehoord overigens), en ook fakende blaaskaak Buddy (die wenkbrauwen!) en Chris Cooper als de getormenteerde kolonel zijn vlekkeloos gecast. Verder zijn er de talrijke geslaagde filmische vondsten. Een klein greepje: Carolyn die in het begin van de film rozen afknipt (tegenover het rozen-motief rond Angela in de geest van Lester), het cheerleadersdansje op school wanneer Lester Angela voor het eerst ziet, een naakte Angela die badend in rozen tegen het plafond van Lesters slaapkamer plakt, natuurlijk ook de plastic bag-scène en ten slotte op het einde de film van Lesters leven die langsschuift, parallel gemonteerd met wat de anderen doen tijdens het fatale schot. En dan is er ook nog, niet te vergeten, de prima soundtrack, met onder meer dat leuke leitmotiefje én een aantal prima hitjes uit de jaren zeventig (American woman, The seeker, All right now
) die niet alleen de sfeer bevorderen maar ook stuk voor stuk functioneel in het verhaal passen.
Kortom: een uitstekend debuut van Mendes (later heeft hij jammer genoeg nooit meer dit niveau gehaald), en ware het niet voor dat een beetje uit de lucht vallende einde (Lester die neergeknald wordt), dan gaven we vijf sterren.
Quotering: ****½
(zoveelste visie: 7 augustus 2011) (dvd bib Brecht)
[explicit]
|