Pink Floyd: The Piper at the Gates of Dawn (1967/2007)
Na een jarenlange voorgeschiedenis (enkel boeiend genoeg voor de die hard-fans) is Pink Floyd anno 1966 komen bovendrijven vanuit de toenmalige Londense underground-scene, met Nicky Mason (drums), Rick Wright (keyboards), Roger Waters (bas en zang) en vooral de aanvankelijk onbetwistbare leidersfiguur Syd Barrett (leadgitaar en zang). De groepsnaam is afgeleid van de voornamen van de Amerikaanse zwarte blueszangers Pink Anderson en Floyd Council. Op 11 maart 1967 verschijnt hun eerste single, Arnold Layne (b-kant: Candy and a Currant Bun), een song over een travestiet die ondanks een boycot van de BBC toch een redelijk hitje werd. Een tweede single, See Emily Play (b-kant: The Scarecrow), verscheen op 16 juni 1967 en de eerste Pink Floyd-lp kwam uit op 5 augustus 1967. De prachtige titel was ontleend aan The Wind in the Willows, een kinderboek van Kenneth Grahame.
Dit album wordt bijna volledig beheerst door de figuur van Syd Barrett (die ook de auteur was van de eerste twee singles). Barrett had in 1967 heel vlot de vanuit Amerika komende, vaak met druggebruik geassocieerde psychedelische trend opgepikt, en zo werd Pink Floyd de eerste Britse psychedelische rockband. Op het debuutalbum (met elf nummers, waarvan er acht alleen door Barrett geschreven werden) is de groep echter nog duidelijk op zoek naar een eigen stijl. Het materiaal bestaat enerzijds uit experimentele stukken die een kosmisch sfeertje oproepen, anderzijds uit weliswaar psychedelisch gearrangeerde, maar toch typische jaren zestig-popliedjes, die vaak aan kinderdeuntjes refereren.
Het door Barrett gecomponeerde openingsnummer Astronomy Domine [A1], dat via de sound en de tekst verwijst naar het zich mentaal in outer space bevinden en wellicht pas volledig gesmaakt kan worden als men onder de invloed is van hallucinerende middelen, is een goed voorbeeld van zon langer experimenteel nummer, maar het blijft mijlenver onder het niveau van wat Pink Floyd jaren later op dit terrein zou presteren. Hetzelfde geldt nog veel meer voor de kortere experimentele nummers Pow R. Toc H. [A5] (een instrumentale groepscompositie) en Take up thy stethoscope and walk [A6] (een compositie van Roger Waters). Het middengedeelte van de A-kant bestaat uit drie weinig beklijvende popnummers van Barrett: Lucifer Sam [A2], Matilda Mother [A3] en Flaming [A4].
Ook de B-kant begint met een langere experimentele track, de instrumentale groepscompositie Interstellar Overdrive [B1], ongetwijfeld het prijsnummer van de plaat en een (zeker in 1967) opvallend en boeiend stuk muziek, ofschoon het anderzijds toch net niet geniaal genoeg is om te figureren in een top-tien van de beste Pink Floyd-nummers ooit. Interstellar Overdrive loopt naadloos over in het beste popdeuntje van het album, het grappige, door Barrett geschreven The Gnome [B2]. De B-kant omvat verder nog drie Barrett-songs: het compleet vergeetbare b-kantje van de tweede single The Scarecrow [B4], het erg matige Chapter 24 [B3] en het grappige maar korte Bike [B5], dat eindigt met percussiegetinkel en kwakende speelgoedeendjes.
Met nummers als A1 en B1 viel Pink Floyd in 1967 beslist op en The Piper at the Gates of Dawn had ook de nodige invloed, maar in zijn geheel en op lange termijn bekeken is het een album dat weinig blijvende waarde heeft. Tijdens tournees in de Verenigde Staten en Engeland bleek bovendien dat Syd Barrett, onder meer ten gevolge van druggebruik, moeilijker en moeilijker te handhaven was binnen de groep. Aanvankelijk werd dit probleem opgelost door David Gilmour aan te trekken als tweede gitarist, maar op 2 maart 1968 werd bekendgemaakt dat Barrett niet langer deel uitmaakte van Pink Floyd. De derde, in november 1967 uitgebrachte single, Apples and Oranges (b-kant: Paintbox), was ondertussen deerlijk geflopt.
Veertig jaar later, in 2007, wordt van The Piper at the Gates of Dawn een luxe-editie uitgebracht die niet minder dan drie cds bevat. De eerste twee cds bevatten respectievelijk een mono- en een stereo-versie van het album, terwijl de derde cd een aantal extras levert. Hier kunnen we hernieuwd kennismaken met de eerste drie singles. Arnold Layne en See Emily Play hebben wij echter altijd al magere beestjes gevonden en Apples and Oranges is helemaal verwaarloosbaar. Dat geldt in het kwadraat voor de b-kantjes Candy and a Currant Bun en Paintbox. Verder krijgen we nog twee ingekorte en verwaterde versies van Interstellar Overdrive, een stereoversie van Apples and Oranges en een alternatieve versie van Matilda Mother. Weinig soeps allemaal.
Quotering: 2,5 (04/04/04-15/06/08)
Klassiekers: Interstellar Overdrive, The Gnome.
|