DE LEEUW VAN VLAANDEREN (Hugo Claus) (België-Nederland, 1985)
(95)
In 1993 zagen wij deze film al een keer en wij noteerden toen: Een oppervlakkige verfilming van het boek van Conscience die blijkbaar wat gebukt ging onder gebrek aan productiegeld. Zeker niet imponerend, maar wel nogal grof inspelend op de Vlaamse nationale fierheid. Erg zwartwit dus. Grappig is wel dat de Franse rollen allemaal door Nederlanders vertolkt worden. Quotering: 2 (11 juli 1993 TV).
Natuurlijk zonden ze dat toen op 11 juli (de Vlaamse nationale feestdag waarop de Guldensporenslag van 1302 herdacht wordt) op de televisie uit. Het is begin deze week weer 11 juli geweest en bovendien staat België meer dan ooit op barsten: dat was dus een goede gelegenheid om deze Conscience-verfilming van Claus nog eens opnieuw te bekijken. Claus De Leeuw van Vlaanderen staat in de annalen van de Vlaamse cinema geboekstaafd als een compleet fiasco, maar eerlijk gezegd: zó slecht als wij ons meenden te herinneren, is het nu ook weer niet. Het verhaal is natuurlijk en zeker voor Vlaamse kijkers méér dan genoegzaam bekend (opstandige Vlaamse graaf en steden, Leliaerts en Klauwaerts, Jan Breydel en Pieter De Coninck, Franse onderdrukking, Vlaamse reactie met de Brugse Metten en ten slotte de Slag der Gulden Sporen, totaal onverwacht gewonnen door de Vlamingen) en misschien valt daarom de oppervlakkigheid en de hakketakkerigheid van de plot niet al te zeer op. Er zitten zelfs een paar niet onaardige scènes in de film, zoals de speech van De Coninck (Julien Schoenaerts) en Breydel (Jan Decleir) na de Brugse Metten, de speeches van de ridders vlak vóór de slag en de Franse koningin Johanna van Navarra (Josine van Dalsum) die zich kwaad maakt en roept dat de Vlaamse vrouwen zeugen zijn waarvan de uiers moeten afgesneden worden en de Vlaamse kinderen biggen die aan het spit moeten geroosterd worden. Het speeksel vliegt in het rond als Van Dalsum dat uitschreeuwt, zo gaat ze op in haar rol.
Naar verluidt ging de film dus inderdaad gebukt onder een gebrek aan financiële middelen en dat is er vast en zeker aan te merken (zie bijvoorbeeld de verfilming van de slag zelf, of nog: de ontvangst van de Franse koning in Brugge), maar gebrek aan talent zal toch ook wel meegespeeld hebben, hoor. Alleen al de afgrijselijke muziekscore van Ruud Bos is om met rotte eieren naar te gooien: als Jan Decleir/Breydel in het begin slaags raakt met enkele Franse ridders, weerklinkt er plots een muziekje dat zó uit Mission Impossible of The Man from U.N.C.L.E. had kunnen komen! Hetzelfde geldt trouwens voor de knullige mise-en-scène op dat moment. En de scène waarin Jan Breydels moeder, broertje en zus vermoord worden op een zolder is zó slecht dat het wel zevenderangs provinciaal toneel lijkt. We gaan hier niet alles opsommen, maar toch een paar (met wat goede wil koddig te noemen) dingetjes die ons bij deze visie opgevallen zijn.
De totaal van acteertalent gespeende showman-krachtpatser John Massis (later nog zelfmoord gepleegd) die de Brugse beul Leroux moet spelen. Machteld (wat de beeldschone blonde dochter van Robrecht van Bethune, de Leeuw van Vlaanderen, zou moeten voorstellen) wordt hier gespeeld door ene Patricia Linden (nóóit meer van gehoord) die niet alleen niet kan acteren, maar ook nog eens een irritante knep heeft (knep = Antwerps voor een vooruitstekende kin). De obligate naaktscènetjes om het volk naar de cinema te lokken, onder meer met Josine van Dalsum (wij herinneren ons nog: in de jaren zeventig en tachtig in geen enkele tv-serie of film te bedonderd om haar tietjes te laten zien) die in een bad zit te plonsen met één van haar kamermeisjes: zó akelig gekunsteld geacteerd dat je er naar van wordt, ondanks die tietjes. De soldaat-priester kanunnik Willem van Gulik, de mooiste man van het westen volgens de off-screencommentaarstem, hier gespeeld door natuurlijk een nog jonge Herbert Flack. En verder inderdaad al die Franse rollen die door Hollanders gespeeld worden, de Franse koning die tegen Johanna van Navarra zegt bespaar ons je Spaanse kuren (eat that, Fabiola, haha) en in elk geval toch ook dat onnozele einde, ongetwijfeld uit de koker van Claus komend. Robrecht van Bethune is tijdens de slag mee komen vechten in een gouden harnas en daarna weer verdwenen. Op het einde staat iedereen rond dat gouden harnas (ze denken dat het een engel was) en dat harnas is op stokken gezet. Alsof het een vogelschrik was!!! De camera zoomt in, er schijnt een licht op dat harnas, er weerklinkt bombastische muziek en doek. Kom nou. Méénde die Claus dat nu, of was het bedoeld om alsnog die Vlaamse Leeuw en dat Vlaams gedoe een beetje voor joker te zetten?
Men merkt: het is en blijft een feit dat wij ook aan slechte films vaak nog enig plezier weten te beleven. Daarom mag de quotering zelfs met een halfje naar omhoog.
Quotering: **½ (14 juli 2011) (dvd De Morgen / Hugo Claus-filmcollectie)
[explicit]
|