Madonna door engelen omringd
Bij het paneel van Jean Fouquet,
midden 15de eeuw,
Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten
Dit fraaie paneel werd omstreeks 1451/52 geschilderd door de Franse kunstenaar Jean Fouquet en bevindt zich nu in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Het vormde vroeger een diptiek (tweeluik) met een ander paneel dat de opdrachtgever (Etienne Chevalier) en zijn patroonheilige (de H. Etienne) voorstelt en nu in het Staatliche Museen te Berlijn bewaard wordt. Het geheel staat bekend onder de titel De Diptiek van Melun.
Volgens een oude overlevering zou het model voor de Heilige Maagd de in 1450 overleden Agnes Sorel geweest zijn, hofdame én eerstaanwezende maîtresse van de Franse koning Charles VII, die volgens de kroniekschrijver Chastellain stapelgek op haar was. De historische bronnen vertellen ons verder dat deze Agnes beschouwd werd als één van de mooiste vrouwen van de wereld en dat zij tevens intelligent en geleerd was. Eén van haar titels was Dame de Beauté (het kasteel van Beauté sur Marne bevindt zich in de buurt van Vincennes).
Het meest in het oog springende onderdeel van het paneel is ongetwijfeld de ontblote, kogelronde linkerborst van de Madonna. Maria wordt hier niet voorgesteld als de Virgo lactans, die het Jezuskind borstvoeding geeft, maar wel als de Virgo mediatrix, die haar borst ontbloot om haar Zoon een gunst te vragen (in dit geval: bescherming en voorspraak van Etienne Chevalier op het linkerpaneel, naar wie het Kind trouwens wijst). Volgens de kroniekschrijvers was Agnes Sorel bekend om haar prachtige, grote borsten. Champion deelt ons bijvoorbeeld mee: Mais surtout Agnès commença à découvrir ses épaules et sa gorge quelle avait belles, dune façon qui parut des plus inconvenantes. Le fait de se décolleter et de montrer sa poitrine causa plus de tort à Agnès que le mauvais exemple dune vie privée qui était généralement assez cachée. La gorge, cela se vit, surprit et déchaîna contre elle la censure des moralistes.
Naar aanleiding van dit paneel heeft Johan Huizinga het over de toenadering tussen het godsdienstige en het erotische voelen die door de laatmiddeleeuwse Kerk zo gevreesd werd. Inderdaad, ondanks de niet echt geniale uitvoering van het geheel (Fouquet was duidelijk géén Van Eyck) gaat er van die naakte bolle tiet een zeker charisma uit. Hoe doen al die blote engeltjes hun best om niét in de richting van die goddelijke melkbron te kijken! Ook het Jezuskind kijkt er rakelings naast. Zijn piemeltje en balletjes werden door Fouquet braaf uitgepenseeld, maar ondertussen staat Zijn wijsvingertje wel flink recht. Nochtans, zoals gezegd, alleen maar om te wijzen naar Etienne Chevalier op het zusterpaneel, en niet om iets blasfemisch te suggereren.
[explicit 1991]
|