SOME LIKE IT HOT (Billy Wilder) (USA, 1959)
Chicago, 1929. De beroepsmuzikanten Joe en Jerry (Tony Curtis en Jack Lemmon) zijn tegen hun wil getuigen van een afrekening in het maffiamilieu (een referentie aan het historische St. Valentines Day Massacre) en om hun leven te redden zien zij zich verplicht onder te duiken in een all-girls band, verkleed als vrouwen (zij heten nu respectievelijk Josephine en Daphne). Dat geeft natuurlijk aanleiding tot allerhande grappig-pikante scènes, temeer daar de zangeres (en ukelelespeelster) van de band de sexy blondine Sugar Kane Kowalczyk (gespeeld door Marilyn Monroe op het hoogtepunt van haar carrière) is.
De band moet gaan optreden in een chic hotel in Florida, alwaar Joe/Josephine zich regelmatig verkleedt als miljonair-vrijgezel om het hart van Sugar te veroveren (wat ook vlotjes lukt) terwijl Daphne een échte oude miljonair achter zich aan krijgt: Osgood Fielding III (een zeer verdienstelijke rol van Joe E. Brown). In datzelfde hotel houdt de maffia echter een bijeenkomst, en nadat Joe en Jerry er getuigen van zijn hoe gangsterbaas Spats Colombo en zijn mannen neergeknald worden door grote baas Bonaparte, moeten zij voor de tweede maal op de vlucht slaan, met het motorbootje van Osgood. Terwijl Joe (die ondertussen zijn ware identiteit heeft bekend gemaakt) achterin ligt te zoenen met Sugar, probeert Jerry/Daphne vooraan Osgood duidelijk te maken dat hij/zij niét met hem kan trouwen. Uiteindelijk rukt Jerry wanhopig zijn pruik af en roept: Im a MAN! Waarop Osgood met een brede smile de beroemde regel debiteert: Well nobodys perfect!
Deze leuke komedie (met een scenario van Billy Wilder en de in Roemenië geboren Isadore (Iz) A.L. Diamond) zag in 1960 alle Oscars weggesnoept worden door Ben Hur, maar kreeg in datzelfde jaar wel de Golden Globe voor Best Comedy Picture. In 2000 figureerde Some like it hot in de American Film Institutes Top 100 List als de béste komedie van de twintigste eeuw. Wij moeten eerlijk bekennen dat wij dit een klein beetje overdreven vinden. Some like it hot is weliswaar zonder enige twijfel een geslaagde komedie, maar zó onweerstaanbaar-grappig is het nu ook weer allemaal niet. Zo vinden wij bijvoorbeeld dat de film voor een komedie nogal grimmig aanvangt, met die bikkelharde terechtstelling van een aantal gangsters (natuurlijk niet àl te bruskerend in beeld gebracht: het is 1959). Anderzijds moet dat in 1959 een geweldige gimmick geweest zijn, Tony Curtis en Jack Lemmon die bijna een hele film lang in travestie over het scherm paraderen, maar veertig jaar later heeft zulk een gegeven toch wel veel van zijn vroegere frivoliteit verloren.
Wat wel nog steeds werkt (en indertijd mee aan de basis van het succes van de film lag), is het onmiskenbare sex-appeal van Marilyn Monroe dat reeds vroeg in de film een hoogtepunt kent, namelijk in de slaaptreinscène wanneer Sugar zich, enkel gekleed in een onderjurkje, vanuit haar kooi vooroverbuigt en de kijker een onbeschaamde blik gunt op haar rijkgevulde decolleté (daarvoor had de camera al een paar keer even onbeschaamd gefocaliseerd op haar rijkgevulde kont). Onvergetelijk is ook haar optreden met de band in het hotel waar ze het jaren twintig-nummertje I wanna be loved by you (met het beroemde regeltje poop-poop-pa-doop) ten beste brengt. Dat Wilder en Diamond zich van deze commerciële troef heel goed bewust zijn geweest, blijkt onder meer uit het originele script waarin we kunnen lezen: What can we say about Sugar, except that she is the dream girl of every red-blooded American male who ever read College Humor? Monroes zelfmoord (augustus 1962) was op dat moment nog drie jaar verwijderd, maar naar verluidt waren er tijdens de opnamen voor Some like it hot toch al de nodige problemen (Marilyn had allerlei persoonlijke conflicten, slikte pillen en moest sommige scènes tientallen keren overdoen).
In 2001 verscheen er een boek waarmee je letterlijk iemand kan doodkloppen: Billy Wilders Some like it hot. The funniest film ever made: the complete book. Edited by Alison Castle with interviews by Dan Auiler [Taschen, Keulen-Londen-Madrid-New York-Parijs-Tokyo, 2001, 384 paginas]. Het werkje is 41 cm breed, 26 cm hoog en 5 cm dik en het weegt naar schatting zon 5 kilo. Het is een prachtige uitgave en een geweldig eerbetoon aan Wilders film met een overvloed aan fotos (kleur en zwartwit), het volledige originele script, uitgebreide interviews met onder meer Wilder, Curtis en Lemmon, achtergrondinformatie, een overzicht van de reclamecampagne en persknipsels. Dat alles in het Engels met Duitse en Franse samenvattingen. We leren hier onder meer uit dat Wilder en Diamond op het idee voor hun film gebracht werden door een obscure Duitse prent (Fanfaren der Liebe) en kunnen op pagina 142 rustig nalezen waar de titel Some like it hot vandaan komt. Sugar is op het strand aan het praten met de als miljonaire verklede Joe en Sugar zegt dat ze bij een band speelt
Joe: Syncopators does that mean you play that fast music jazz? Sugar: Yeah. Real hot. Joe: Oh. Well, I guess some like it hot. But personally, I prefer classical music.
Inderdaad niet meer dan een minuscuul dialoogdetail dus, maar het klinkt uitstekend en catchy en na al die jaren is het een gevleugeld zinnetje geworden, iets waar wij persoonlijk altijd bewondering voor hebben.
Of Some like it hot de beste komedie uit de twintigste eeuw is, lijkt ons betwistbaar, maar een goede film is het zeker en belangrijk is hij ook, aangezien de film, zijn titel en zijn hoofdactrice deel uitmaken van het collectief geheugen van de generaties die rond 1950 of vroeger geboren zijn.
Quotering: **** (3de visie: 03/08/02) (video bib Brasschaat)
[explicit]
|