Bryan Ferry: Olympia (2010)
In 2010 is Bryan Ferry 65, maar hij ziet er amper 50 uit (zijn geheim naar verluidt: goeie genen, geen drugs, veel water en veel slaap). In 2010 is er ook een nieuw soloalbum met eigen songs, het eerste sinds Frantic uit 2002. Jub in Humo [nr. 3660, 26 oktober 2010, p. 162] heeft het in verband met de eerste vijf tracks, waaronder de single You can dance [1], over lijzige seksdisco, en de fraaie ondersteboven-close-up van Kate Moss op het cd-doosje past daar wel bij. Maar als het over Bryan Ferry en zijn lijzige seksdisco gaat, is Avalon uit 1982 voor ons nog steeds de huizenhoge norm, en deze Olympia reikt nog niet tot aan de drempel van de voordeur van dat meesterwerkje. Ferry mag er dan nog patent uitzien, zijn muziek klinkt anno 2010 mat, ongeïnspireerd en verwaterd. En dat geldt zowel voor de eigen nummers als voor de covers (Song to the siren [6] van Tim Buckley en No face, no name, no number [8] van Traffic). Brian Eno, Phil Manzanera en David Gilmour, op dit album gastmuzikanten, veranderen daar niet veel aan.
Quotering: 2 (20/06/11)
Klassiekers: geen.
|