PADRE PADRONE (Paolo & Vittorio Taviani) (Italië, 1977) (111)
De oude fiche: Paolo en Vittorio Taviani zijn marxisten. De film gaat dan ook over verdrukking (van een zoon, door een vader) en de oplossing daarvoor: via de cultuur. Kennis is macht, kameraden! Niet onaardige film, die door sommigen naar mijn gevoelen toch een beetje overroepen werd. Behaalde ook de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes 1977. Ondanks de nogal brutale inhoud soms, ook erg komisch vaak (bijvoorbeeld de geit die tijdens het melken altijd in de emmer schijt). Verder vooral interessant omwille van de muziek en de soundtrack. Even op een rijtje: - door de muziek wordt Gavino Ledda bewust: een Strauss-wals uit De Vledermuis, gespeeld door een rondreizende accordeonist; - de muziek is niet alleen een inhoudelijk, maar ook een vormelement: zie de overgangsscène tussen het eerste en het tweede deel (het dragen van de processieheilige door jonge mannen / men beslist om naar Duitsland te emigreren / eerst schaapachtig gezang van de vaders, dan Trink Brüderlein Trink, vervolgens klinken de twee koren door elkaar); - het ruisen van de wind in de bergen (de symfonie van de natuur), het leitmotief van de gongachtige kerkklok, het gemekker van de schapen
- en ook nog: de masturbatiescène (het opgewonden gehijg van omzeggens het hele dorp wordt hoorbaar). Quotering: 3,5 (2 februari 1991)
Jules Segers constateerde in Film en Televisie [nr. 247, december 1977, pp. 18-19] dat de broertjes Taviani werken vanuit een militant links-geëngageerde houding en een marxistische gezichtshoek, maar ook (en vooral) dat hun uitgesproken ideologische instelling door een persoonlijke, kreatieve kinematografische expressie gestalte krijgt. Er zitten inderdaad een aantal geslaagde visuele en auditieve trouvailles in deze prent (bijvoorbeeld de dorpszonen die de dorpsheilige moeten dragen op een zwaar platform, symbool voor hun onderdrukking, en even later verandert dan de kop van dat beeld in de kop van Gavinos vader), maar bij deze hernieuwde visie viel ons vooral op dat het scenario nogal hakketakkerig en oppervlakkig uitgewerkt is. De film is een vrije bewerking van het boek van Gavino Ledda, die hierin zijn eigen leven als analfabete-herder-die-op-latere-leeftijd-gaat-studeren beschrijft. Niet onaardig is wel degelijk een correcte evaluatie, vinden wij nog steeds, en een beetje overroepen ook (zie die Gouden Palm). De quotering mag na al die jaren zelfs met een halfje naar beneden. Volgens de Gewikt-pagina in die Film en Televisie werd de film in 1977 trouwens ook al maar erg wisselvallig ontvangen. En sowieso horen we sinds jààren al niet veel meer van de broertjes Taviani (ofschoon ze naar verluidt nog actief zijn, en vooral televisiefilms produceren, zie Wikipedia).
Quotering: 3 (18/06/11) (dvd bib Brecht)
|