THE MAN WHO FELL TO EARTH (Nicolas Roeg) (GB-USA, 1976)
(138)
Door bezig te zijn met het herbeluisteren van de discografie van David Bowie, in de bibliotheek op deze dvd gestoten en dus maar eens bekeken. Bowie is heel goed gecast in deze film, als alien (en dus aanknopend bij zijn Ziggy Stardust-image uit die tijd) wiens planeet te lijden heeft onder droogte en die naar de aarde komt om daarvoor een oplossing te zoeken. Binnen de kortste keren wordt hij (dankzij een aantal geniale uitvindingen) een steenrijke tycoon en (om God weet welke reden) begint hij een relatie met een werkstertje in een hotel. Halverwege de film beginnen zijn concurrenten hem echter tegen te werken, zij verhinderen zijn terugkeer naar de thuishaven, men begint medische experimenten op hem uit te voeren (zonder veel erg blijkbaar), zijn liefje (ondertussen op de hoogte van zijn alien-zijn) verlaat hem en hij eindigt als een wat extravagante alcoholverslaafde. Op die andere planeet zijn zijn vrouw en twee kinderen dan al gestorven.
Laat het duidelijk zijn: dat scenario (naar de roman van Walter Tevis) werkt van geen kanten. In de eerste helft van de film is alles nog mysterieus en intrigerend, maar in de tweede helft ontspoort het verhaal en kan niemand nog volgen. Van die andere planeet zie je bijvoorbeeld alleen die vrouw en die twee kinderen (soms in flashbacks mét Bowie). Wonen die daar dan alleen op die planeet, of wat? Let wel: Bowie speelt zijn rol heel goed, hij wàs in het midden van de jaren zeventig ook een halve alien, met dat magere bleke gelaat en dat rosse, achterovergekamde haar (zie de hoesfoto van Low), en als hij begint te drinken en raar doet, speelt hij waarschijnlijk zichzelf-onder-de-invloed-van-some-stuff, en als hij ruzie begint te maken met dat liefje (Candy Clark overigens, nooit meer van gehoord), kan je vermoeden dat hij inspiratie putte uit zijn eigen ruzies in die periode met Angie Bowie.
Let wel: ondanks dat kromme scenario, hééft de film wel iets. Dirk Michiels schreef zeer terecht in Film en Televisie [nr. 260, januari 1979, p. 40]: Filmisch is de prent erg spektakulair. Het sleutelmotief ontbreekt echter. Het lijkt er sterk op dat Roeg vol entoeziasme op zichzelf uiterst boeiende sekwensen heeft gefilmd zonder zich ooit de vraag te hebben gesteld of er iemand die stapels audio-vizueel materiaal ooit aan elkaar gemonteerd zou kunnen krijgen. Scherp opgemerkt, inderdaad. Naar verluidt heeft deze film trouwens een lange lijdensweg afgelegd, alvorens hij uitgebracht werd en was het indertijd niet echt een groot succes, ondanks de flinke dosis (soms en zeker voor 1976 erg vrijmoedige) seksscènes die hij bevat.
Quotering: 2,5
(24/04/11) (dvd bib Brecht)
|