Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    20-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TUIN: TL1 (De groep Adam-Christus-Eva)

    TL1 : De groep Adam-Christus-Eva

    Hoewel de iconografie van de binnenpanelen van het Tuin der Lusten-drieluik in het verleden aanleiding heeft gegeven tot een lange reeks van uiteenlopende en elkaar onderling tegensprekende interpretaties, zijn alle Bosch-auteurs het erover eens dat op het linkerbinnenluik het Aards Paradijs in zijn toestand vóór de Zondeval wordt uitgebeeld. De manier waarop Bosch hier het Aards Paradijs schilderde, komt dan ook grotendeels overeen met de middeleeuwse traditie. We zien een prachtig, licht golvend landschap met talrijke dieren, bomen en planten dat begrensd wordt door een bergketen. Alles staat in bloei, er heerst een zacht klimaat. In het midden van het Paradijs staat een fontein met aan de voet een uitgelezen keuze van edelgesteenten. Bosch’ paneel bevat nochtans ook enkele merkwaardigheden die de toeschouwer verrassen en om een nadere toelichting vragen: de agressiviteit van sommige dieren, een paar grillige rotsformaties, de uil in de holte onderaan de Paradijsfontein en de (vaak over het hoofd geziene) tweede uil bovenop een bergtop in de verte.

    Volgens de laatmiddeleeuwse opvattingen ligt het Aards Paradijs ergens in het Verre Oosten, voorbij Indië.[1] In sommige bronnen wordt het op een hoge, tot aan de maan reikende berg gesitueerd, elders lezen we dat het Aards Paradijs de hele aarde omgeeft. Bij de bestudering van deze middeleeuwse beschrijvingen dienen we een onderscheid te maken tussen het Aards Paradijs van vóór de uitdrijving van Adam en Eva en het Aards Paradijs van nà de Zondeval. Dit laatste werd voorgesteld als een grote ommuurde tuin (de muur is van edelgesteente of vuur), of ook wel als een stad of een kasteel met muren, torens en poorten. Volgens een middeleeuwse overlevering gingen de half goede, half zondige mensen hierheen nadat ze hun zonden in het vagevuur grotendeels hadden uitgeboet, om er te wachten op het moment dat ze definitief tot de hemel zouden toegelaten worden.[2]

    In de literatuur en de beelding van de late middeleeuwen wordt het Aards Paradijs van vóór de Zondeval meestal voorgesteld als een heerlijke, volop in bloei staande tuin. Steeds weer zien en lezen we dezelfde elementen. In het Aards Paradijs heerst altijd een zacht lenteweertje: onweer, regen, hagel en grote hitte zijn er onbekend. Er is een veelheid aan mooie bomen en planten. De bladeren zijn groen, de vruchten rijp, de bloemen fraai en lekker geurend. De talrijke diersoorten die de tuin bevolken, zijn van een opmerkelijke schoonheid en zachtheid en kunnen volgens sommige bronnen ook spreken. Ziekte en dood komen in dit Aards Paradijs niet voor. In het midden ervan staat een fontein, waaruit de vier Paradijsstromen ontspringen die naar verluidt olie of melk bevatten. Net als in de rest van het Aards Paradijs treft men in deze waterlopen een overvloed aan van goud, zilver en andere edelgesteenten.

    Afgezien van enkele afwijkende details (waarover later meer), herkennen we op het linkerbinnenluik voldoende van dit alles om zonder veel problemen in wat Bosch schilderde, het Aards Paradijs van vóór de Zondeval te kunnen herkennen. Ook omtrent de identiteit van de drie grote figuren op het voorplan bestaat er in de Bosch-literatuur een eerder zeldzame eensgezindheid: van links naar rechts zien we Adam, Christus en Eva. De wijze waarop Bosch hier een fase uit het Aards Paradijs-verhaal heeft weergegeven, is nochtans uniek binnen de middeleeuwse Adam en Eva-iconografie. Eva is blijkbaar nog maar net geschapen: zij staat nog niet met beide voeten op de grond, maar lijkt te zweven boven de aarde, nauwelijks steunend op de tippen van haar tenen, onder impuls van de goddelijke handdruk van Christus, het Scheppende Woord. De zopas ontwaakte Adam richt zich half op en kijkt met grote ogen vol verwachting naar de schoonheid van zijn aanstaande bruid. De ernstige, op de toeschouwer gerichte blik van Christus wil blijkbaar duidelijk maken dat hier iets belangrijks aan het gebeuren is.

    In de recente Bosch-literatuur is men min of meer tot de consensus gekomen dat Bosch hier niet de Schepping van Eva, maar wel het Huwelijk van Adam en Eva heeft uitgebeeld.[3] Volgens Bax zou Bosch hier de tekst van Genesis 1: 28 hebben willen illustreren: En God zegende hen en zeide: Wast aan en vermenigvuldigt u en vervult de aarde en onderwerpt ze aan u en heerst over de vissen der zee en over de vogelen des hemels en over alle dieren, welke zich bewegen op aarde.[4] Terecht werd echter gewezen op het feit dat wat Bosch schilderde, in twee opzichten afwijkt van de traditionele Huwelijk van Adam en Eva-iconografie: Adam en Eva staan niét rechtop naast de Schepper, en het samenbrengen van de rechterhanden (de zogenaamde dextrarum iunctio) wordt niét uitgebeeld.[5]

    Men zou kunnen stellen dat Bosch hier veeleer een ander motief uit de beeldtraditie wilde uitbeelden, namelijk de Voorstelling van Eva aan Adam.[6] De bijbeltekst die door dit motief geïllustreerd wordt, is Genesis 2: 22b-24. In de middeleeuwen werd dit motief echter steeds op dezelfde wijze weergegeven: God staat achter Eva en duwt haar zachtjes in de rug naar Adam toe.[7] Het is echter duidelijk dat Bosch van deze traditie eveneens afwijkt: Christus duwt Eva niet in de richting van Adam, maar houdt haar vast bij de rechterpols. De vraag rijst dan: welk moment uit de Adam en Eva-cyclus wilde de schilder weergeven?

    Aangezien dit moment chronologisch in elk geval ergens tussen de Schepping van Eva en de Zondeval moet liggen en aangezien Bosch’ uitbeelding noch met de Voorstelling van Eva aan Adam, noch met het Huwelijk van Adam en Eva volledig overeenstemt, lijkt er maar één oplossing voor dit interpretatieprobleem mogelijk: zoals Bosch wel vaker deed, sprong hij ook hier op een originele manier om met de conventionele iconografie en combineerde hij naar eigen inzicht verschillende onderdelen van de beeldtraditie. Voor TL1 betekent dit concreet dat hij een combinatie schilderde van drie motieven uit de Adam en Eva-iconografie: de half-opgerichte en naar Eva kijkende Adam is dan een element uit het Voorstelling-motief, Christus die zich tussen Adam en Eva bevindt en Eva’s rechterpols vasthoudt, is een typisch onderdeel van het Huwelijk-motief, en het zegenende gebaar dat Christus maakt, is ten slotte een detail dat teruggaat tot het Schepping van Eva-motief.

    Wat Bosch met de combinatie van deze drie iconografische motieven bedoelde, wordt duidelijk wanneer we te rade gaan bij Middelnederlandse teksten die naar het Aards Paradijs-verhaal verwijzen. Daaruit blijkt namelijk dat in de middeleeuwse exegese zowel de Schepping van Eva als de Voorstelling van Eva aan Adam als het Huwelijk van Adam en Eva werden verbonden aan de idee van de instelling van het huwelijk door God in het Aards Paradijs. Erg verhelderend is bovendien dat in de teksten de drie motieven, net als bij Bosch, zonder veel problemen door elkaar verweven worden, waarbij voortdurend verwezen wordt naar Genesis 1: 28 en/of Genesis 2: 22b-24, ofschoon in deze twee bijbelpassages nergens expliciet sprake is van een huwelijk.[8]

    De interessantste tekst in dit verband treffen we aan in de Tafel van den Kersten Ghelove (1404) van de Hollandse theoloog Dirc van Delf. Wanneer deze auteur het zesde gebod bespreekt, verwijst hij als volgt naar het Aards Paradijs-verhaal:

    God onse heer die stichtede echtscap of huwelic inden paradijs an man ende an wijf ende ghebenediedse ende seide: Wasset ende wart menichvoudich ende vervollet dat aertrijc. Ende daer-om dattet twee sijn in enen vleisch, dat is in enen kynde, so sel een man eer verlaten vader ende moeder dan sijn wijf.[9]

    [God onze Heer stelde het huwelijk tussen man en vrouw in in het Aards Paradijs en Hij zegende hen en zei: Groeit aan en vermenigvuldigt u en vervult de aarde. En daarom zijn zij twee in één vlees, dat wil zeggen in één kind, en daarom zal een man eerder zijn vader en moeder verlaten dan zijn vrouw.]

    Deze passage staat dicht bij Bosch omdat ook bij Dirc van Delf niet echt duidelijk is of het nu gaat om de Schepping van Eva, om de Voorstelling of om het Huwelijk, terwijl anderzijds wel de instelling van het huwelijk via de twee Genesis-citaten geconnoteerd wordt aan een moment waarop God, Adam en Eva bij elkaar zijn. Bovendien wordt expliciet gezegd dat God Adam en Eva zegende (wat overigens alleen in Genesis 1: 28 vermeld wordt).[10] Alles wijst erop dat het ook bij Bosch niet in de eerste plaats ging om de uitbeelding van één van de drie zonet genoemde Aards Paradijs-motieven, maar wel om het beklemtonen van het feit dat de instelling van het huwelijk reeds in het Aards Paradijs vóór de Zondeval met de uitdrukkelijke goedkeuring van God geschiedde. Waarbij het beklemtonen vooral af te lezen is aan het zegenende gebaar en de ernstige gelaatsuitdrukking van Christus.[11]

    Op die manier draagt wat we lezen bij Dirc van Delf wellicht zelfs een antwoord aan op de vraag waarom Bosch afweek van de beeldtraditie. Als hij via het zegenende gebaar van Christus inderdaad wilde beklemtonen dat het oerhuwelijk uitdrukkelijk Gods goedkeuring wegdroeg, kon hij Christus niet met Diens beide handen de rechterhanden van Adam en Eva laten samenbrengen, zoals de traditionele Huwelijk-iconografie het wilde, aangezien Christus dan Zijn rechterhand nodig had voor het zegengebaar. Dit zou dan verder verklaren waarom Bosch verkoos Adam nog liggend, maar toch reeds half opgericht weer te geven: deze houding was immers een bekend element uit het traditionele Voorstelling-motief dat zelf nauw verwant was met het Huwelijk-motief.

    Dat Bosch overigens vast niet uit onkunde los omsprong met elementen uit de beeldtraditie, blijkt duidelijk uit de weloverwogen manier waarop hij het groepje Adam-Christus-Eva samenstelde: de compositie ervan werd door de schilder nauwgezet uitgewerkt en maakt van Christus letterlijk en figuurlijk een bindteken tussen de beide eerste mensen.[12] De tegen elkaar gedrukte voeten van Adam raken de rechtervoet van Christus. Vandaar leidt een plooi in Christus’ gewaad het oog van de toeschouwer naar Christus’ linkerhand die de onderarm van Eva vasthoudt. Een andere plooi voert dan naar de centraal geplaatste pointe van het tafereel: de geheven rechterhand van Christus die het huwelijk inzegent.

    Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat de iconografische betekenis van het groepje Adam-Christus-Eva dus wel degelijk de instelling van het huwelijk door God in het Aards Paradijs is, en dit ondanks het feit dat in een aantal details afgeweken wordt van de traditionele Huwelijk van Adam en Eva-iconografie. Vervolgens is het belangrijk rekening te houden met het gegeven dat het huwelijk van Adam en Eva binnen de middeleeuwse discussies rond seksualiteit en voortplanting een didactisch-normatieve rol vervulde.[13] De middeleeuwse theologen en moralisten destilleerden immers uit het Aards Paradijs-verhaal een complete visie op de plaats van de seksualiteit binnen het christelijke levenspatroon, waarbij de centrale vraag luidde: was er reeds geslachtsverkeer tussen Adam en Eva in het Aards Paradijs vóór de Zondeval? Het antwoord op deze vraag steunde in de middeleeuwen vooral op de autoriteit van Augustinus van Hippo en Thomas van Aquino. Generaliserend kan gesteld worden dat men meende dat geslachtsverkeer tussen Adam en Eva vóór de Zondeval wel degelijk in Gods bedoeling had gelegen, maar dat het nooit zover was gekomen. Bovendien zou de seksualiteit in het Aards Paradijs volledig in het teken hebben gestaan van procreatie en lustbeheersing, in gehoorzame navolging van de goddelijke opdracht. Adam en Eva zouden enkel gemeenschap met elkaar hebben gehad om een nageslacht te produceren, waarbij de geslachtsorganen aan de menselijke wil zouden gehoorzaamd hebben, zoals de handen en de voeten dat nà de Zondeval nog altijd deden.

    Ook binnen de voor het Bosch-oeuvre zo belangrijke laatmiddeleeuwse stedelijke context en de daaraan verbonden burgermoraal (zie de publicaties van Paul Vandenbroeck en Herman Pleij) fungeerde de echtverbintenis van Adam en Eva als een zedelijk model. In het Visioen van Tondalus bijvoorbeeld, waarvan in 1484 een druk verscheen bij Gerard van der Leempt in ’s-Hertogenbosch (Bosch’ woon- en werkplaats), lezen we in verband met de bestraffing van de hoofdzonde Onkuisheid in de hel:

    Luxurie es ooc van manieren also ic hu segghen sal. Lieden die sijn in huwelicke, al hebben si gheselscip deen metten anderen, up dat sijt doen omme vrucht te winnene, dits gheorlooft van Gode, want Cristus sprac selve tote Adame: Gaet toot dinen wive ende hebt ghemeenscip met hare, ende vervult de weerelt. Maer eyst dat men eenighe luxurie meyteneert omme de ghenouchte vanden vleessche, dese lieden sullen ghetorment sijn.[14]

    [Ik zal u uitleggen waaruit onkuisheid bestaat. Als gehuwde personen met elkaar gemeenschap hebben en dit doen om kinderen voort te brengen, dan is dit voor God toegestaan, want Christus sprak zelf tot Adam: Ga naar je vrouw en heb gemeenschap met haar en vervul de wereld. Maar als men onkuis is omwille van het plezier van het vlees, dan zal men gefolterd worden.]

    Men zal opmerken dat in deze tekst, net als bij Bosch, Christus en niet God de Vader aan het woord is en dat hier door het heb gemeenschap met haar en vervul de wereld nog sterker dan in Genesis 1: 28 de nadruk wordt gelegd op seksualiteit in dienst van de voortplanting. In een Zuid-Nederlands rederijkersrefrein van Jan van den Berghe (+1559) op de stokregel Salich ist houwelyck dat met Godt beghint wordt de idee ontwikkeld dat het huwelijk door God werd ingesteld in het Aards Paradijs en dat het gericht dient te zijn op de procreatie. Heeft men kinderen, dan is het huwelijk zelf een eertsch paradys vol welden [weelde]. Zij die echter slechts versamen om hun verhitte vlees te blussen, leven als beesten en leveren zich over aan de macht van de duivel. Bovendien moet de vrouw de man gehoorzamen en mag de man alleen zijn eigen vrouw liefhebben. Vermanend spreekt de dichter de gehuwden toe:

    Heer bruydegom, vrouw bruyt, siet dat ghy desen
    Houwelycken staet onderhout soe Paulus vermelt,
    Want hy is een groot Sacrament uuytgelesen,
    Van Godt int aertsch paradys in gestelt.[15]

    [Heer bruidegom, vrouw bruid, zorg dat jullie deze / huwelijkse staat onderhouden zoals Paulus vermeldt, / want het is een groot en uitgelezen sacrament,/ door God in het Aards Paradijs ingesteld.]

    Deze drievoudige les die uit het huwelijk van Adam en Eva kan getrokken worden (het belang van procreatie, het belang van lustbeheersing, de heerschappij van man over vrouw) wordt in de Middelnederlandse stadsliteratuur van circa 1500 talloze malen herhaald, waarbij de nadruk nu eens op het belang van procreatie en lustbeheersing en dan weer op de plicht van de vrouw om haar man te gehoorzamen komt te liggen, terwijl vaak ook deze drie dingen in één adem genoemd worden.[16]

    In het kader van dit alles lijkt het dan ook niet vergezocht TL1 te zien als een illustratie van Genesis 1: 28 en 2: 22b-24, en bovendien als een stichtelijke aansporing tot procreatie, lustbeheersing en vrouwelijke gehoorzaamheid binnen het huwelijk.[17] De twee konijntjes die zich onmiddellijk rechts van Eva vóór hun hol bevinden, zullen dan ook wel bedoeld zijn als vruchtbaarheidssymbolen die verwijzen naar Gods woorden weest vruchtbaar en vermenigdvuldigt u, zoals Vandenbroeck reeds stelde.[18] In het Latijn en in de volkstaal schrijvende auteurs als Albertus Magnus, Thomas van Cantimpré en Jacob van Maerlant wezen in de dertiende eeuw al op de opmerkelijke voortplantingscapaciteiten van het konijn en nog in 1520 lezen we in de postincunabel Der dieren palleys dat konijnen zich snel vermenigvuldigen en dat zij jaarlijks verscheidene nesten hebben.[19] Omdat bij Bosch de twee konijnen zich niet opgewonden en zeker niet agressief gedragen, lijken zij bedoeld te zijn als positieve symbolen van door God gewilde vruchtbaarheid, zoals manifest ook het geval is in een miniatuur uit het rond 1440 in Noord-Nederland ontstane Getijdenboek van Catharina van Kleef. In deze miniatuur zien we hoe de H. Joachim van een engel verneemt dat zijn vrouw, de H. Anna, op hoge leeftijd nog een kind (Maria namelijk) zal baren. De konijntjes in het veld achter Joachim zijn ongetwijfeld symbolen van de vruchtbaarheid die de ouders van Maria als bejaard koppel nog van Godswege geschonken wordt.[20]

    Met de vreedzame konijntjes rechts van Eva is dus niets ongewoons aan de hand. Bijzonder merkwaardig is echter dat op het linkerluik ook een aantal agressieve en zelfs elkaar dodende dieren voorkomen. Op het voorplan – in de onmiddellijke omgeving van het groepje Adam-Christus-Eva – is een driekoppige vogel in een schermutseling verwikkeld met een andere vogel en met een drietal dieren die zich in een poeltje bevinden. Een kat heeft een muis (of rat) gevangen en verscheidene vogels zijn bezig met het doden of opslokken van kikkers. Op het middenplan zit in een opening van de Aards Paradijs-fontein een uil die onrust veroorzaakt onder enkele, zich in zijn buurt bevindende vogels en op het achterplan heeft een leeuw een ree gedood, valt een everzwijn een draak aan en wordt een tweede uil aangevallen door een zwerm vogels.

    Tolnay en Baldass meenden uit deze agressieve fauna te mogen concluderen dat het schijnbaar vreedzame Aards Paradijs bij Bosch corrupt is en dat de kiem van het kwaad reeds vóór de Zondeval aanwezig is. Daar zij het groepje met Adam, Christus en Eva interpreteerden als de Schepping van Eva, lag het voor de hand dat zij in de dodende dieren een symbolische weerspiegeling zouden zien van Eva als de zondige verleidster, en dus van de nakende Zondeval.[21] Bax stelde nochtans dat er niets aan de hand is: hij interpreteerde de niet-agressieve dieren op het linkerluik (inclusief de uil in de fonteinholte) als positieve seksuele symbolen die Gods procreatie-opdracht illustreren. De agressieve fauna zou dan betekenen dat de dieren in het Aards Paradijs wel schadelijk voor elkaar konden zijn, maar dat de mens niets van hen te vrezen had, aangezien hij over hen aangesteld was als heerser (vergelijk Genesis 1: 28).[22]

    In zijn monografie over de Tuin uit 1956 gaf Bax voor deze interpretatie geen verdere argumenten. In 1973 deed Walter Gibson, die het met Bax eens is, dat echter wel. Hij verwees naar een passage uit de Summa Theologiae van Thomas van Aquino, waarin inderdaad gesteld wordt dat de dieren in het Aards Paradijs reeds vóór de Zondeval agressiviteit tegenover elkaar vertoonden:

    Sommigen zeggen dat de dieren, die tegenwoordig wild zijn en andere dieren doden, zich toen niet alleen tam gedroegen tegenover de mens, maar ook tegenover de andere dieren. Maar dat is totaal absurd.Want de zonde van de mens veranderde de aard van de dieren niet zodanig dat zij die nu volgens hun natuur het vlees van andere dieren eten, zoals leeuwen en valken, toen zouden geleefd hebben van planten. En de Glossa van Beda zegt naar aanleiding van Genesis 1: 30 niét dat bomen en planten tot voedsel dienden van àlle dieren en vogels, maar slechts van een aantal. Tussen sommige dieren is er toen dus reeds een natuurlijke strijd geweest.[23]

    Om uit deze passage meteen te concluderen, zoals Gibson deed, dat it was generally agreed that the animals were corrupt even before the Fall of Men blijkt ietwat voorbarig. Alleen al het sommigen zeggen (quidam dicunt) waarmee de tekst van Thomas aanvangt, bewijst dat in de middeleeuwen ook de mening verdedigd werd dat de dieren in het Aards Paradijs vóór de Zondeval deelden in de paradijselijke onschuld. Deze traditie, die terugging tot de kerkvaders Basilius en Augustinus, heeft in een aantal Middelnederlandse teksten van vóór 1500 een weerklank gevonden.[24]

    In het zevende hoofdstuk van zijn Rijmbijbel (1271) behandelt Jacob van Maerlant de vraag of God de wilde, dodende dieren schiep vóór de Zondeval. Het antwoord is dat alle dieren de mens altijd gehoorzaam zouden zijn geweest, als hij niet gezondigd had, maar na de Zondeval werden sommige dieren wild, giftig en schadelijk voor hem. Zou men uit deze verzen eventueel nog kunnen begrijpen dat de dieren vóór de Zondeval wel vreedzaam waren tegenover de mens, maar niet tegenover elkaar, dan laten de volgende verzen uit het achtste hoofdstuk omtrent deze kwestie geen onduidelijkheid meer bestaan:

    Vor die mesdaet / horic gewagen /
    Gaf God den mensche enten dieren
    Vrucht tetene van manieren;
    Want die erde brochte niet dan goet.[25]

    [Ik hoor vertellen dat God vóór de Zondeval de mens en de dieren allerlei soorten vruchten liet eten, want de aarde bracht niets dan goeds voort.]

    In het Boec van Sidrac, dat circa 1320 door een Antwerpse auteur uit het Frans werd vertaald, wordt onder meer de vraag gesteld hoe de kleine diertjes en insecten over heel de wereld verspreid raakten. Het antwoord luidt:

    Sy worden ghesprait over al die werelt metten winde diese droech vanden enen lande in dandere.Ende doen en plagen beesten no vogelen deen dander tetene alsoet God woude voir dien dat sy ghesprait waren in al die werelt; doen begonsten ierst deen den anderen tetene. Maer te voren leveden sy vander vrucht van eertrike.[26]

    [Zij werden over de wereld verspreid door de wind die ze van het ene land naar het andere droeg. En toen, voordat zij verspreid raakten over de hele wereld, aten de dieren noch de vogels elkaar op, want God wou het zo. Daarna pas begonnen zij elkaar op te eten, maar ervoor leefden zij van de vruchten van de aarde.]

    En in het Visioen van de Maagd Petrissa, bewaard gebleven in een vijftiende-eeuws handschrift, wordt beschreven hoe de zeventienjarige maagd Petrissa in een visioen in opdracht van God door de duivel in het Aards Paradijs wordt rondgeleid. Hier wordt expliciet vermeld: Int paradijs en sijn oec geen wilde ende verslijndende beesten of quade vogelen of venijnde dieren [in het Aards Paradijs zijn er ook geen wilde en verscheurende beesten of gevaarlijke vogels of giftige dieren].[27] Het Aards Paradijs dat Petrissa bezoekt, is weliswaar het Aards Paradijs van na de Zondeval (dat volgens middeleeuwse opvattingen fungeerde als eindpunt van het vagevuur en als wachtkamer voor de hemel), maar als er in het Aards Paradijs nà de Zondeval geen agressieve dieren zijn, dan waren die er logischerwijze vóór de Zondeval zeker niet.

    Uit deze literaire bewijsplaatsen blijkt duidelijk dat in de Nederlanden de thomistische stelling als zouden er in het Aards Paradijs vóór de Zondeval reeds dodende dieren zijn geweest, zeker niet algemeen verspreid was, zoals Gibson en Bax willen doen uitschijnen. De Middelnederlandse bronnen lijken eerder over te hellen naar de visie die stelt dat de dieren vóór de Zondeval van een grote schoonheid en zachtheid waren, een visie die overigens volmaakt aansluit bij Genesis 1: 29-30, waar we lezen dat God aan alle dieren en vogels op aarde planten tot voedsel gaf. Dat op het linkerluik van de Tuin een kat een muis (of rat) vangt, een leeuw een ree verslindt en sommige vogels kikkers opslokken, is strikt genomen in tegenspraak met de letter van deze bijbeltekst. Aangezien we echter onmogelijk kunnen vaststellen bij welke van de twee middeleeuwse tradities Bosch zich hier aansloot, bevinden we ons in een patstelling. Met de interpretatie van de elkaar bevechtende en dodende dieren kan men objectief bekeken twee richtingen uit: die van een positieve en die van een negatieve duiding.

    Er bestaat nochtans een aanvaardbare oplossing voor deze iconografische impasse. Indien men zou kunnen vaststellen dat de agressieve dieren op Bosch’ linkerluik ook elders in laatmiddeleeuwse beeldbronnen in een Aards Paradijs-context (en dus in de buurt van Adam en Eva) voorkomen, en vervolgens zou kunnen aantonen (liefst aan de hand van eigentijdse tekstbronnen) dat deze dieren in deze context een pejoratieve connotatie met zich meedragen, dan zou men een aannemelijk argument hebben voor de stelling dat deze zelfde dieren in een gelijkaardige context ook voor Bosch een negatieve betekenis hadden. Wat dan ten slotte het anders in de lucht hangende vermoeden zou bevestigen dat Bosch op het linkerluik van de Tuin wou aangeven dat er met het huwelijk van Adam en Eva iets aan het mislopen is.

    [explicit]


    [1] Vergelijk over de traditionele Aards Paradijs-beschrijvingen in de middeleeuwse literatuur De Vooys 1906.

    [2] Vergelijk hierover Delumeau 1992: 37-57.

    [3] Vergelijk onder meer Gibson 1973b: 16, Schuder 1975: 100-101, Van de Velde 1982: 23, Bax 1983: 53, Snyder 1985: 213, Gerlach 1988: 191, Vandenbroeck 1989: 28/36-38, Van Waadenoijen 2007: 215, Marijnissen/Ruyffelaere 2007: 88 / 91. Marijnissen zelf spreekt zich in deze kwestie niet uit.

    [4] Bax 1956: 20.

    [5] Tuttle 1985: 119-122. Voor de middeleeuwse Huwelijk van Adam en Eva-iconografie, zie Heimann 1975 (in het bijzonder pagina 14).

    [6] De Tolnay 1965: 360-361. We zien dit motief nog volledig in overeenstemming met de iconografische traditie uitgebeeld op een zestiende-eeuws, Brussels wandtapijt (Krakau, Wawelburcht). Zie een afbeelding in Jerzy Szablowski e.a. 1972: 76/457 (cat. nr. 1).

    [7] Zie Heimann 1975, die voor dit motief de Duitse term Zuführung hanteert en in een voetnoot [pagina 35 (noot 3)] beklemtoont dat in de Adam en Eva-iconografie de Zuführung en de Hochzeit duidelijk onderscheiden dienen te worden.

    [8] Voorbeelden van zulke teksten worden gegeven in De Bruyn 2001e: 9. Deze kunnen aangevuld worden met Dietsche doctrinale ed. 1998 (boek II, verzen 2647-2666) [tekstbron uit 1345] en Dietsche Lucidarius ed. 1998 (verzen 991-1014) [tekstbron uit 1400-20].

    [9] Tafel van den Kersten Ghelove II ed. 1937: 222 (Winterstuc, hoofdstuk 32, regels 459-464).

    [10] Er bestaan overigens, zoals we hieronder nog zullen zien, wel meer merkwaardige parallellen tussen Dirc van Delfs Tafel van den Kersten Ghelove en het Bosch-oeuvre. Ook Vandenbroeck heeft hierop gewezen (Vandenbroeck 1990: 152). Van de Tafel verscheen circa 1480 een druk, het Tafelboec. Vergelijk voor de receptie van de Tafel tijdens Bosch’ leefperiode Van Oostrom 1992: 161-166.

    [11] Ook Gerlach wees hier reeds op en hij stipte verder aan dat Christus de grootste figuur is van het linkerbinnenluik. Zie Gerlach 1988: 191.

    [12] Dit werd reeds meer dan eens opgemerkt in de Bosch-literatuur. Zie onder meer Bax 1956: 20 en Fraenger 1975: 31-32.

    [13] Dit wordt eveneens gesignaleerd in Vandenbroeck 1989: 30-36. Zie voor de middeleeuwse ideeën rond huwelijk en seksualiteit (onder veel meer) Bange 1985: 16-20, Hekma/Roodenburg 1988: 42-60 en Stuip/Vellekoop 1992: 44-46.

    [14] Tondalus’ Visioen ed. 1945: 49. Men notere dat deze korte passage in feite een perfecte beknopte samenvatting geeft van het basisthema van de binnenpanelen van de Tuin-triptiek (vergelijk TB2 en elders). Doordat deze tekst (onder meer) in 1484 in ’s-Hertogenbosch gedrukt werd, bevinden we ons zéér dicht in Bosch’ cultuurhistorische buurt.

    [15] Refreinen ed. 1950: 54-56 (het citaat: verzen 41-44).

    [16] Nog andere tekstvoorbeelden worden gegeven in De Bruyn 2001e: 11-12. Vergelijk verder over het Paradijshuwelijk als ethisch model binnen een laatmiddeleeuwse stedelijke context Pleij 1988: 263-264.

    [17] Tot een gelijkaardige interpretatie kwamen ook Gibson 1973a: 92-93, Marijnissen/Ruyffelaere 1987: 93/97, Vandenbroeck 1989: 36.

    [18] Vandenbroeck 1989: 28.

    [19] De animalibus ed. 1987: 97-98 (Boek 22, hoofdstuk 29). Liber de natura rerum ed. 1973: 124 (Boek 4, hoofdstuk 25, regels 5-6 / 8-9). Der naturen bloeme I ed. 1980: 66 (Boek II, verzen 1205-1220). Der dieren palleys 1520: E4v (Boek I, hoofdstuk 45).

    [20] New York, The Pierpont Morgan Library, M.945, folio 2. Een afbeelding in Plummer 1975: nr. 2 (G – f. 2).

    [21] Baldass 1943: 26. Tolnay 1965: 32 / 360-361.

    [22] Bax 1956: 22 / 34. Bax 1983: 339-340.

    [23] Mijn vertaling. Zie voor de oorspronkelijke Latijnse tekst Summa Theologiae I ed. 1950: 470-471. Vergelijk verder Gibson 1973c: 16 (noot 60). Bax 1983: 340, nam deze verwijzing van Gibson naar Thomas van Aquino over.

    [24] Vergelijk Van de Velde 1982: 23-24.

    [25] Rijmbijbel I ed. 1858: 15 (hoofdstuk VII, vs. 289-299) / 17 (hoofdstuk VIII, vs. 344-347).

    [26] Sidrac ed. 1936: 203 (paragraaf 365, regels 19-26).

    [27] De Vooys 1906: 129.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs