Frank Zappa: Sheik Yerbouti (1979)
Dit is de eerste plaat (en meteen een dubbel-lp) die Zappa bij zijn nieuwe platenfirma CBS uitbracht (althans buiten Amerika: in de States zelf worden zijn platen verdeeld door zijn eigen label). In de jaren zeventig had Zappa een aantal problemen gehad: hij brak enige knoken toen hij door een idioot van het podium werd geduwd, in Montreux ging zijn hele installatie in rook en vuur op (zie Smoke on the water van Deep Purple), hij had ruzie met alle toonaangevende Engelstalige muziektijdschriften, zijn manager lichtte hem op voor een behoorlijk bedrag en zijn laatste lps bij Warner Brothers werden slecht uitgebracht (afgrijselijke hoezen, inferieure geluidskwaliteit door slechte mastering, geen reclame enzovoort). Maar nu is de Zap er weer een beetje bovenop en er is zelfs sprake van dat hij rond Kerstmis 1979 een cassette met zomaar eventjes 9 (negen!) lps gaat uitbrengen. Toch niet te zot willen doen, Frank, kwantiteit gaat vaak ten koste van kwaliteit. Ondertussen kunnen we luisteren naar onderhavige dubbelaar waarvan de basistracks live werden opgenomen in Londen, New York en Berlijn waarna ze voorzien werden van een aardig aantal overdubs.
I have been in you [A1] is een parodie op al die slijmerige discoballades. De parodie zitm in de tekst: gewoonlijk gaan die discoballads over stupide onderwerpen als will you love me like I love you, maar den dezen gaat gewoon heel vulgair over neuken. Toch eigenlijk maar een slap begin (no pun intended). Flakes [A2] gaat over de Uitbuiters (garagisten die niets aan je wagen doen en daar dan hoge sommen voor vragen bijvoorbeeld). Middenin een prachtige parodie op Bob Dylan en zijn temerig nasaal gezang annex gepiep op mondharmonica door Adrian Belew. Natuurlijk is de humoristische tekst in nummers als deze het belangrijkst, maar toch komt de muziek an sich maar matjes over. Niet één van de hoogtepunten. Broken hearts are for assholes [A3] is dat wél! Na een lawaaierige intro een geniaal Zappiaans nummer over sociaal-mislukten en vuile seks. Prima muziek met commentaartjes van de backing vocalists. Heel grappig en heel goed. De A-kant wordt afgerond met Im so cute [A4]: een hitserig nummer, hikkerig gezongen door Terry Bozzio. Ook niet het beste van de plaat.
Jones Crusher [B1] is een rommelig nummer, en alweer over seks. Eigenlijk: indertijd (in de jaren zestig) was dat gevuilbek allemaal wel politiek onverantwoord, toen kon je er nog lekker een volksgroep mee kwetsen, maar tegenwoordig, nu niemand er nog veel aanstoot aan neemt, komt het een beetje gefrustreerd en puberachtig over. What ever happened to all the fun in the world [B2] is een grappig stukje dialoog tussendoor en Rat tomago [B3] is een instrumental, live opgenomen in Berlijn. Frank laat horen dat hij ook nog een gitarist is, hoewel het slechts één lange gitaarsolo is in één akkoord. Vijf minuten is wel wat lang voor zoiets en als het iets korter was geweest, zou het nummer niet gaan vervelen na een tijd. Uit een interview met Roberto Palombit in Oor ooit: In eerdere interviews vertelde hij (Zappa dus) dat hij eerst gitaar leerde spelen op één snaar en later overging op akkoorden en nog weer later zijn muziektheoretiese kennis bijspijkerde. De eerste muziek die hij hoorde was veelal van Arabiese makelij zijn vader is van Arabies/Italiaanse afkomst en die bestaat, evenals de oosterse muziek, vaak uit ritmiese melodielijnen over één akkoord. Als komponist gaat hij uiterst rationeel te werk, als gitarist gaat hij op zijn gevoel af en heeft hij de roots in de beginperiode liggen: Arabiese één akkoord-muziek met single string-gitaarwerk dus.
Weve got to get into something real [B4] is weer zon stukje dialoog en dan krijgen we een tweede absoluut hoogtepunt: Bobby Brown [B5]. Een parodie op de soulballads. Wat Zappa noemt: de verbinding van een element x met een element y. Tegenover een zoeterig muziekje een smerige tekst over een homo. Goddelijk, grappig en geweldig. Eén van onze all time-Zappa-favourites! Rubber shirt [B6] is een kort, maar bijzonder knap stukje jazzrock dat naar verluidt tot stand is gekomen via allerhande geknoei met tapes. The Sheik Yerbouti Tango [B7] is weer volledig live opgenomen, maar helaas teleurstellend en overbodig. De woordspeling (Sheik Yerbouti = shake your booty = schud je kont) heeft iedereen wel mee, zeker?
Kant 3 begint met nog een goddelijk hoogtepuntje: Baby Snakes [C1]. Een prima nummer met een knap vulgaire tekst (twee keer raden wat die baby snakes voorstellen). Met Tryin to grow a chin [C2] begint de Zap er serieus in te komen: alweer een uitstekend nummer, weer over een sociale mislukkeling. Sterk meezingrefrein ook. City of tiny lights [C3] is helaas een eerder mat nummer, te lang en helemaal niet zo sterk als de twee vorige. Dancin fool [C4] werd ook op single uitgebracht. Het is opnieuw een discoparodie en natuurlijk werd het géén hit. Toch ontzettend goed, hoor! En dat geldt zowaar nog meer voor het erbij aansluitende Jewish Princess [C5]. Een beetje racistisch, maar toch ook erg grappig.
Kant 4 dan. Wild love [D1] is weliswaar grappig en het gaat nog maar eens over seks, maar toch is het niet meer dan een middelmatige track. Yo mama [D2] heeft een grappige tekst, weer over een sociale mislukkeling, maar de te lange gitaarsolo stoort.
Wat is dat toch met die dubbel-lps? Raar of zelden dat je er eentje tegenkomt die van begin tot einde kan blijven boeien, en negen keer op tien zou het bijeenbrengen van de beste momenten op één plaat geleid hebben tot een uitstekend album. Terwijl nu de slechte momenten zorgen voor een niet meer dan middelmatig werkje met een aantal opvallende uitschieters. Zo ook deze Sheik Yerbouti: enkele prima nummers zitten geprangd tussen opvullers, te lange solos en middelmatig gedoe. De geëngageerde teksten en ingewikkelde muzikale structuren lijkt Zappa nu wel definitief achter zich te hebben gelaten. In plaats daarvan krijgen we nu in hoge mate grappige nummers met teksten over seks en freaks tegen een stevige rockachtergrond.
Nog even de Zap zelf in een oud interview: Mijn werk moet gezien worden als een muzikale collage. De woordfragmenten erin zijn even belangrijk als de muziek. Het gaat er bij die teksten niet eens in de eerste plaats om wat er gezegd wordt het is volkomen gecomponeerd als muziek, om hoe het klinkt. Het spreken beschouw ik net zo goed als een muzikale eenheid als de geluiden die je op straat hoort: vogels, verkeer, ongelukken, het geluid van een transistorradio.
Quotering: 3 (ergens begin jaren 80, hier en daar aangevuld in 2011)
Klassiekers: Broken hearts are for assholes, Bobby Brown, Rubber shirt, Baby Snakes, Tryin to grow a chin, Dancin fool, Jewish Princess.
|