David Bowie: Heroes (1977)
Duidelijk de voortzetting van het vorige album, Low: één kant tamelijk rechttoe rechtaan rocknummers, één kant experiment. Brian Eno zit er weer voor een heleboel tussen, en kijk: daar is Robert Fripp ook (hoewel hij geen nummers meeschreef). Nogmaals: het is een zusteralbum van Low, ook weer opgenomen in Berlijn, met dezelfde structuur en praktisch dezelfde muzikanten. Maar is het ook beter? Laat ons eens luisteren.
Beauty and the beast [A1] zou naar verluidt over Iggy Pop gaan, maar dat zien wij toch niet zo zitten. Volgens ons gaat het veeleer over Bowie zelf en zijn zoeken naar een nieuwe stijl en het onbegrip dat hij in het verleden (vooral bij de pers) ondervonden heeft (is dit Hineininterpretierung of is het er geen?). Weer stevige muziek trouwens, met drammende drums en veel synthesizer. Is op single verschenen (nà A3), maar heeft niks gedaan. Joe the Lion [A2] heeft een goeie ritmepartij, maar een rotmelodie. En waarover gaat het in hemelsnaam? Een zwakke schakel.
Nee, dan Heroes / Helden [A3]! Gelukkig hebben wij de Duitse persing (nog gekocht toen wij in het Militair Hospitaal in het Duitse Soest het westen mee hielpen beschermen tegen een mogelijke inval van de Russen) en daarop heeft dit nummer een stuk Duitse tekst, stukken beter dan de Engelse, nog afgezien van de sfeer die gepaard gaat met een Duitszingende Bowie in Berlijn
Overigens het beste nummer van dit album, en alweer geschreven door Bowie én Eno (en een zekere Herr Maass). Naar verluidt ontstaan doordat Bowie vanuit de studio dagelijks een koppeltje zag daten vlakbij de Berlijnse muur, onder een wachttoren. We horen een hypnotiserende geluidsmuur van elektronische golven die over elkaar gelegd worden. Het was een succesvolle single en werd één van onze favoriete liefdesliedjes. Het is ook een positieve noot in al die droefenis en angst (zie kant B): samen zijn we sterk en laat dan de chaos buiten maar woeden! Sons of the silent age [A4] is helaas weer een zwakkere schakel, maar de afsluiter van kant A, Blackout [A5] is opnieuw tamelijk sterk.
En dan de experimentele B-kant, die aanvangt met V-2 Schneider [B1]. Hier begint het dus weer: David in Goliathland. Langsscherende raketten met dodelijke lading, dreigend militaristisch tromgeroffel. Dit is oorlogswaanzin en toch ongehoord prachtige muziek. Hoe kan dat nu? Volgt Sense of doubt [B2], net als B1 geschreven door Bowie alleen. Dames en heren, dit is het! Om zeer stil van te worden. Dit is echt groots. Met concrete muziekelementen (ruisen van de zee, wind, doodsreutel) toch ook abstracte muziek, maar dan weer niet zó abstract dat je er je fantasie niet mee kan voeden: unheimliche beelden van verwoeste gebombardeerde steden, langsrijdende legervrachtwagens, bleke ingevallen gezichten van stervenden onder het puin, hoopvolle beelden van de zee, en de wind die een legerhelm door de ruïnes voortblaast. Werd door ons in 1980 gebruikt als onderdeel van de soundtrack bij onze diamontage Atoomangst en is sindsdien een stuk van onszelf geworden.
Overscherende straaljagers en dan een soort Japans-experimentele muziek: Moss garden [B3], geschreven door Bowie én Eno. Zie de frase Im under japanese influence uit A5 (Bowie bespeelt hier de koto, een Japans instrument). Beelden van een ongeschonden Japans tuintje (na de atoombom?) tussen de vernieling en blaffende honden in de verte. Neuköln [B4] is ook weer van Bowie én Eno. Neuköln is de wijk in Berlijn waar de Turkse gastarbeiders in vaak mensonwaardige omstandigheden wonen (woonden?) en waar Bowie zelf een tijd verbleef. B1, B2 en B3 vormen samen een triptiekje dat duidelijk geïnspireerd is op de tweede wereldbrand, dit nummer staat een beetje op zichzelf. Bestaat uit rioolgeluiden en een schrijnende saxsolo. The secret life of Arabia [B5] ten slotte is op zich helemaal geen onaardige song, maar op deze plaats is het een jammerlijke sfeerbreker.
Ja, Heroes is beter dan Low, omwille van echt grandioze hoogtepunten als de titeltrack en het triptiekje op kant B. En neem B4 er ook maar bij. Overigens noemde Guy Mortier dit in Humo indertijd geen gemakkelijke plaat. Ach, typisch Humo zeker? Zo gauw er wat ritme wegvalt, zitten ze met hun handen in de haren. Wij blijven erbij: Bowies muziek is onalledaags, maar zeker niet ontoegankelijk.
Zou het overigens niet zo zijn dat goede vriendjes Eno en Fripp hun eigen stijlexperimenten een beetje aan Populaire Bowie verprostitueerd hebben? Zijzelf maakten betere muziek dan Bowie, maar Bowie werd meer aanvaard door de grote massa (als gevolg van zijn verleden natuurlijk). En die twee zullen gedacht hebben: via het succes van David kunnen wij (met onze minder toegankelijke experimenten) misschien iets meepikken van de koek. Want succes was iets waar Eno en vooral Fripp, die nog altijd een kater had van zijn King Crimson-periode, tot dan toe altijd al naast gegrepen hadden.
In de biografie van Jerry Hopkins (1986) vertelt Tony Visconti (medeproducer van Low en Heroes): Tijdens de opnames van Low was David gedeprimeerd als gevolg van zijn ruzies met Angela en twee ex-managers, en het was alleen het album, het maken van Low, dat hem nog enigszins kon opbeuren. Toen hij Heroes maakte, had hij die depressie overwonnen en voelde hij zich iedere minuut dat hij in de studio was een held. Hij zong zo hard in de microfoon als hij kon. Visconti noemt Heroes een erg positieve versie van Low, het was een erg positieve periode in zijn leven. Nou, dat is dan toch niet aan de B-kant af te horen, wat u?
Quotering: 4 (1977, met aanvullingen van 11/03/11)
Klassiekers: Heroes, V-2 Schneider, Sense of doubt, Moss garden, Neuköln.
|