TM37 : De man in de pot
Op het water drijft een blauw, ovaal voorwerp met bovenaan een ronde opening. Door deze opening steekt het hoofd van een man, die naar de geheven hand van de vrouw uit TM36 kijkt. Zijn beide geheven en opengeplooide handen steken naast zijn hoofd uit de opening.
Bax noemde het blauwe voorwerp een pot en wees erop dat pot (dat in het Middelnederlands overigens ook kruik kon betekenen) in de zestiende-eeuwse Nederlanden een vrouwelijk symbool was [Bax 1956: 52], een beeldspraak die inderdaad voorkwam (zie onze bijlage pot). Dat Bosch van geschilderde raadseltjes en rebussen hield, zal onderhand wel duidelijk zijn. Wie echter een raadsel opgeeft en het antwoord achterhoudt, verlangt van zijn doelpubliek een stuk zelfactiviteit, mét het risico dat het raadsel op de verkeerde manier wordt opgelost. Met te verwijzen naar de symbolische betekenis van het begrip pot wordt het detail dat wij hier bespreken, natuurlijk nauwelijks van zijn raadselachtigheid ontdaan. Laten wij dus nogmaals scherp observeren.
De man lijkt in de blauwe pot gevangen te zitten en het gebaar dat zijn handen maken, lijkt wel een helpgebaar te zijn dat de aandacht wil trekken.[1] In elk geval steekt de man zijn handen reikend en tastend naar iets uit. Naar wat? Logischerwijze naar dat waar zijn blik op gericht is: de linkerhand van de blonde vrouw, die zélf lijkt te reiken in de richting van de man in het blauwe voorwerp. Dààrom houdt dus de partner van de vrouw haar hand tegen: hij wil geen contact tussen de hand van de vrouw naast hem en de hand van de andere man. Wordt op die manier de overspeligheid van de blonde vrouw duidelijk? Terwijl zij met de ene hand haar partner nog vasthoudt (en via het vechten-motief verwezen wordt naar seks met deze partner), is haar andere hand al op weg naar een tweede man. Vandaar dus ook de norse blik waarmee de eerste man de toeschouwer aankijkt: begrijpen wij wel hoe wispelturig het blondje in zijn armen is? Om de toeschouwer nog eens extra te wijzen op de pointe van het gebeuren, is de pink van zijn grijpende rechterhand gestrekt
in de richting van de man in het blauwe voorwerp, de minnaar van zijn vrouw.
Met deze interpretatie spoort het gegeven dat het voorwerp waarin de minnaar zich bevindt, blauw van kleur is. Blauw kon in de late middeleeuwen onder meer verwijzen naar ontrouw en bedrog en liefdes- en huwelijkszaken.[2] Dat de minnaar als het ware in de pot gevangen zit, signaleert wellicht dat overspel afkeurenswaardig en zondig is.
|