De rubriek over de schreve bestaat intussen al een
tijdje op mijn blog. Momenteel leg ik de laatste hand aan een handige slagveldgids voor
Frans-Vlaanderen. Het front in deze regio, in de met bloed doordrenkte velden van Artesie en Picardie wordt door
sommige historici terecht als het Vergeten Front omschreven en ik kan dit
gebrek aan belangstelling alleen maar betreuren. In mijn nieuwe gids focus ik
me niet alleen op de voor de hand liggende hoogtepunten als Vimy of Notre
Dame de Lorette maar ook op heel wat minder belichte of zelfs vrijwel onbekende
maar daarom niet minder interessante sites. Eén van deze laatste is zonder enige
twijfel Rue du Bacquerot N° 1 Military Cemetery in Laventie. Deze begraafplaats
werd in november 14 in de nabijheid van de weg Estaires - La Bassée in een boomgaard opgestart door eenheden van
het Indian Army Corps. De begraafplaats bleef in gebruik tot mei 1917 maar er
waren nog sporadische bijzettingen in 1918. Na de oorlog werden hier nog 19
gesneuvelden herbegraven die afkomstig waren het Rue des Chavattes Indian
Cemetery in Lacouture. Er worden momenteel 638 gevallenen van het Britse
gemenebest herdacht. 61 Van hen konden niet worden geïdentificeerd en 12
gesneuvelden wiens graven verloren
gingen worden met special memorials
herdacht. Deze begraafplaats ligt achter een ietwat onderkomen boerderij en men
kan enkel via het meestal erg modderige erf de dodenakker bereiken. Het
verassende ontwerp voor deze begraafplaats ontsproot aan de tekentafel van Sir
Herbert Baker die ook het Indian Memorial tot he Missing in Neuve-Chapelle
ontwierp. De begraafplaats bestaat uit twee afzonderlijke, met natuursteen
ommuurde perken die worden gescheiden door een met kasseien geplaveide weg. Het
kleinere, westelijke deel omvat naast een Brits perk ook moslim,- hindoe,- en
sikhperken. Het oostelijke deel bevat perken met gesneuvelden uit het
gemenebest en de graven van 7 Duitsers.
De hoogst gedecoreerde gesneuvelde op deze site is
Francis Henry Romilly DSO. Hij had zich onderscheiden tijdens de Tweede
Boerenoorlog in Zuid-Afrika (1899-1902) en in de Kano- Sokoto expeditie in
Noord-Nigeria (1903). Kapitein Romilly werd gewond in februari 14 maar nam wel
deel aan de strijd bij Neuve-Chapelle. Voor zijn leiderschap in dit gevecht
kreeg hij de Distinguished Service Order (DSO).
Hij sneuvelde op 25 september 15. Zijn enige broer Arthur, een kapitein
in het 1e Bataljon Duke of Cornwalls Light Infantry, was al op 21
oktober 14 bij Cuinchy gesneuveld. Zijn vader, kapitein Francis John Romilly
kwam in de Egyptische campagne van 1885 om als officier van de Royal Engineers.
In het westelijke perk liggen naast een klein aantal Britten, 144
gesneuvelden van het Indian Army begraven, 53 van hen konden niet worden
geïdentificeerd. Een herdenkingssteen vermeldt twaalf mannen van het Indian
Army die in de onmiddellijke omgeving vermist werden tussen maart en september
1915. Onder hen Guman Sing Negi MC & IDSM, een jemader - een luitenant - in het 39e
Garhawal Rifles, één van de meest onderscheiden eenheden van het Indian Army.
Hij sneuvelde op 20 april 1915. Hij had
het Military Cros, de op één na hoogste dapperheidsonderscheiding voor
officieren, gekregen voor zijn aandeel in de verdediging van Wijtschate en
Hollebeke in 1914. De Indian
Distinguished Service Medal (IDSM) is een vrij zeldzame dapperheidsonderscheiding
voor Indiase troepen die van 1907 tot 1947 bestond. Er werden in die periode
ongeveer 6.000 exemplaren van uitgereikt, waarvan 3.200 tijdens de Eerste
Wereldoorlog



|