Dichter en dramaturg Cyriel
Verschaeve (1874-1949), die in november
1911 kapelaan was geworden in Alveringem zou in de loop van de Grote Oorlog een
belangrijke rol zou gaan spelen in het proces van Vlaamse bewustwording aan het
front. Hij was immers één van de weinige vooroorlogse leidende figuren uit de
Vlaamse Beweging die in onbezet gebied verbleef. Doordat Alveringem slechts
tien kilometer van de frontlijnen verwijderd lag, werd zijn kapelanij een
drukke ontmoetingsplaats voor vele jonge soldaten, zowel intellectuelen als
gewone volksjongens. Gaandeweg begon hij
een belangrijk geestelijk en vooral politiek leiderschap uit te oefenen op de
soldaten, brancardiers, oud-studenten en aalmoezeniers die hem als een
belangrijke raadsman beschouwden. In
1915-1916 schreef hij niet alleen een aantal soldatenliederen maar publiceerde
hij ook een reeks oorlogsgedichten in De
Belgische Standaard. Hier volgt zijn IJzerlied
Ons land, waar t bloed kwam stromen,
zweeft vol van grote dromen,
die roepen: Voert ons uit !
En, zwaargelaân aan zegen,
lacht heel uw land u tegen,
vol bloemen staat al t kruid.
Ons land, doorgierd van klachten,
drijft vol van heilsgedachten,
rie roepen: Maakt ons waar !
Deedt ge in uw land ons leven,
dan hebt gij uzelf gegeven
een toekomst schoon en klaar.
Ons land, waar doden vielen,
blijft steeds doorwaard van zielen,
die roepen: Kroont ons dood !
Wij liggen, gij, herrezen,
zult ons een krone wezen,
herwordt gij vrij en groot !
Ons roept t land in wiens velden
gedachten mannen velden:
gedachte winne er weer,
De man wordt uit gedachten
hij wijdt haar al zijn krachten,
richt ze op en valt dan neer
|