Ten noorden van
Festubert ligt Richebourg. In deze gemeente zijn drie CWGC-begraafplaatsen
terug te vinden: St. Vaast Post Military
Cemetery, Rue-des-Berceaux Military Cemetery en Le Touret Military Cemetery. Graag sta ik even stil bij deze laatste site.
Deze dodenakker ontstond in november 1914 toen op deze locatie de gesneuvelden
van het Indian Army en het 2e bataljon Leicestershire Regiment
werden bijgezet. Er worden 912 gevallen uit de Grote Oorlog herdacht: 889
Britten, 11 Canadezen, 9 Indiërs en 3 Duitsers. Oorspronkelijk lagen hier ook
264 Portugezen die in het voorjaar van 1918 waren omgekomen maar zij werden
herbegraven op de Portugese militaire begraafplaats. De liuitenant-kolonels Wilfrid Robert Abel
Smith, Grenadier Guards en Lewis Iribside Woods, Border Regiment waren beiden
ridder in de Order of Saint Michael and George, de hoogste Britse orde van
verdienste. Het graf van second Lieutenant Hugh Cecil Marnham(IV
B 6), een piloot in het 10e Squadron Royal Flying Corps draagt
als epitaaf een versregel van Shelley: He
lives, he wakes, t is Dead is Dead, not he. Al even poëtisch is Not theirs to reason why, een versregel
iuit Lord Alfred Tennysons beroemde gedicht The Charge of the Light Brigade dat u kan terugvinden op de zerk
van luitenant Montague William Seton-Browne (I D 8) die op 24 november 1914was gesneuveld. Deze officier in het 2e
bataljon van het Leicestershire Regiment was vermekd op de legerdagorders. De
23-jarige kapitein Stanley William Reacher (graf III H 32)uit Putney Hill,
Londen werd op 4 juli 1917 gedood. Zijn
epitaaf luidt als volgt: One of those
who died thar others might live.
De oostzijde van deze
begraafplaats wordt gedomineerd door Le Touret Memorial to the Missing.
Dit monument, naar een ontwerp van J.R.
Truelove een gewezen kapitein van het
London Regiment, houdt de herinnering levend aan 13.394 militairen die tussen
oktober 1914 en september 1915 in deze sector sneuvelden en wiens stoffelijke
resten niet konden worden teruggevonden. Minstens 130 van de militairen wiens
namen hier in zandsteen werden uitgebeiteld waren jonger dan 18 jaar toen ze
sneuvelden. Onder hen waren zelfs twee 15-jarigen: Henry George Dolphin (Paneel
23-24) uit Bristol, een soldaat in het 2e bataljon van het Welsh
Regiment werd gedood op Kerstdag 1914. De andere omgekomen 15-jarige was
Leonard Price uit Handsworth (Paneel 32-33) Hij was een rifleman in het 2e bataljon Kings Royal Rifle Corps. Leonard Price werd op 9 mei 1915 dodelijk
gewond bij de aanval op Aubers Ridge. De 38-jarige baronet
Sir Montague Aubrey Cholmeley, kapitein in het 2e bataljon Grenadier
Guards werd in het hoofd geschoten terwijl hij op 24 december 1914 zijn mannen
aanvoerde bij een aanval op Duitse lijnen bij La Bassée. Hij was amper een week
eerder in Frankrijk aangekomen. Deze edelman was bij het uitbreken van de
oorlog Justice of the Peace en lid
van Kesteven County Council. U vindt zijn naam terug op paneel 2. Harry
Berry, 1e bataljon Glouster oud-rugbyinternational voor Engeland
raakte op 9 mei 1915 vermist bij de aanval op Aubers Ridge. Deze gewezen
beroepsmilitair had onder meer in India, Zuid-Afrika, Ceylon en op St. Helena
gediend en speelde zijn laatste internationale seizoen in 1910. Bij het
uitbreken van de oorlog was hij wagenmaker en herbergier, gehuwd en vader van
twee kinderen.

|