Het leven in Thailand biedt soms verassingen. Een hele tijd geleden heb
ik eens een driedelige blog geplaats over een, voor de meesten, onbekend aan de
Eerste Wereldoorlog gerelateerd monument, de Britse cenotaaf die decennialang
voor de Britse ambassade in Bangkok stond.
Als de Britten een herdenkingsmonument voor hun gevallen expats die voor
het uitbreken van de Grote Oorlog in Siam verbleven, konden oprichten, dan
konden de Fransen natuurlijk niet achterblijven. Daarom sta ik vandaag graag
even stil bij de Franse cenotaaf in Bangkok. Een cenotaaf is, zoals ik ook al in
mijn vorige artikel schreef een monument voor vermiste of elders begraven
militairen. Er zijn een paar aspecten aan het Franse monument die het meer dan
bijzonder maken. Eerst en vooral herdenkt dit monument niet alleen de in Siam
residerende Franse staatsburgers die tijdens
de Eerste Wereldoorlog sneuvelden maar ook op een aparte plaquette de
Franse én Indochinese slachtoffers van de Franco/Siamese Oorlog van 1893 en de
daaruit voortvloeiende Franse militaire bezetting van Chantaburi. Bovenaan op
deze plaat staan de namen van de drie Franse mariniers die op 13 juli 1893
omkwamen bij het zogenaamde Paknam-incident toen kanoneerboten van de Franse
marine de Chao Prayarivier blokkeerden voor alle verkeer. Een incident dat
overigens aan Siamese kant goed was voor 16 doden en 20 gewonden. Tussen
oktober 1893 en januari 1905 bezette een Frans garnizoen Chantaburi. In deze
periode kwamen 19 Fransen en 83 Indochinese militairen om het leven. Het was wellicht
symptomatisch voor de toenmalige geest van het Franse kolonialisme dat de
Fransen wél met naam werden vermeld maar dat de inheemse militairen genoegen
moesten nemen met de vermelding 83
soldats annamites
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, in augustus 1914, woonden
er welgeteld 146 Franse mannen in Siam. Onder hen waren er niet minder dan 44
priesters, katholieke missionarissen van de Missions
étrangères de Paris die vooral in het noorden en noordoosten van het land
actief waren, onder meer bij de overwegend katholieke Vietnamese migranten. Zestig
Fransmannen die in Siam verbleven werden in de eerste oorlogsweken en -maanden
gemobiliseerd of meldden zich als oorlogsvrijwilliger. Ze vertrokken zo snel
mogelijk per boot richting het vaderland om hun eenheden te vervoegen. Elf van
hen vielen, zoals dat zo mooi verwoord wordt op het veld van eer.
Vrij kort na het einde van de Grote Oorlog ontstond bij het personeel
van het Franse Consulaat-Generaal (Er kwam pas in 1949 een Franse ambassade in
Bangkok) het idee om deze gesneuvelden op passende wijze te herdenken. In
augustus 1921 werden de twee plaquettes uit Bretoense roze graniet op de gevel
van het Franse Consulaat-Generaal - nu de Résidence
de France, de ambassadeurswoning - plechtig onthuld door de Franse
oorlogsheld maarschalk Joseph Joffre. Deze plechtigheid werd echter niet door
iedereen gesmaakt. De vrijzinnige Joffre
was een papenvreter en wou niets weten van een kerkelijk getinte plechtigheid
en dit ondanks het feit dat bijna de helft van diegenen die op het monument
vermeld stonden priesters waren... De Franse religieuze autoriteiten in Siam en
Indochina werden zelfs niet uitgenodigd op de ceremonie. Daarom werd alles in
februari 1925 nog eens dunnetjes én met kerkelijke zegen overgedaan, tijdens
een bezoek van maarschalk Foch, een belijdende katholiek, aan Siam. Dit is bij
mijn weten het enige Franse WO I-gedenkteken ter wereld dat tweemaal officieel
onthuld werd
In de loop der jaren werd er weliswaar op Wapenstilstandsdag 11 november
een korte plechtigheid georganiseerd door de Franse militaire attaché, maar
geraakte het monument in de vergetelheid. Het leek er een paar jaar geleden
zelfs even op of het helemaal zou verdwijnen bij de ingrijpende renovatiewerken
aan de ambassade. Gelukkig werden de plaquettes dankzij een tussenkomst van de
Stichting Souvenir français niet
alleen van de vernieling gered maar ook grondig gerestaureerd en in 2016
herplaatst in een perkje bij de ambassade. Op een kunststoffen sokkel werden de
twee oorspronkelijke platen in een goudkleurige lijst gemonteerd. De WO 1-plaat
draagt de - opnieuw - vergulde namen van de elf gesneuvelden onder het
opschrift A la mémoire des français du
siam mort pour la patrie. Op zich is dit overigens een ietwat vreemde
formulering want de geijkte en officiële standaardformule is mort pour la france
Mits wat
opzoekingwerk ben ik erin geslaagd om de belangrijkste biografische gegevens
van deze gesneuvelden bijeen te puzzelen:
BOURSOLLES, Auguste Marie (°1889 Tence) Deze priester was op 7 maart
1914 tot missionaris aangesteld in Ubon Rachathani. Hij werd op 6 november 1915
in een loopgracht aan het Champagnefront zwaar gewond door granaatscherven aan
het hoofd. Hij bezweek twee dagen later in het hospitaal van
Braux-Sainte-Cohière aan zijn verwondingen. Op het ogenblik van zijn overlijden
was hij sergeant in het22e Régiment
d infanterie coloniale.
CAVAILLE, Henri (°1889 Puylaroque) Deze jonge missionaris was net in
Nakhonchaisi aangekomen om er Thais te leren, toen de oorlog uitbrak. Hij was
korporaal in het 280e Régiment d Infanterie en werd begin november
1914 krijgsgevangen gemaakt door de Duitsers. Pas bevrijd, overleed hij op 1
december 1918 in een militair hospitaal in Nancy, aan de ontberingen die hij
had geleden in gevangenschap. Zijn naam komt vreemd genoeg niet voor op het
oorlogsmonument in zijn geboortedorp.
DE FOMEL, François Auguste (°1880 Angoulême) was sinds 1909 als
ingenieur werkzaam voor de Siamese regering en woonde in Bangkok. Hij diende
als sergeant in het 7e Régiment
de Zouaves de Marche en sneuvelde op 10 november 1914 in Pypegale een
gehucht van Reninge ten noorden van Ieper.
FORTIN, Frédéric Augustin (°1880 Paris) was sinds 1905
verbonden aan de Comptoir français du
Siam. Hij was onderluitenant in
het 20e Bataljon Chasseurs à
Pied, een lichte infanterie-eenheid en sneuvelde op 10 juni 1915 bij Notre - Dame - de - Lorette in
Frans-Vlaanderen. Hij was één van de 609 Franse officieren die tussen 9 mei en
16 juni 1915 waren gesneuveld bij een grotendeels mislukt offensief in Artesië.
HENRY, Marcel (°1896 Hanoi) Hij was de oudste eoon van de directeur van
de Banque de lIndochine in
Bangkok. Het is onduidelijk in welke eenheid hij heeft gediend maar hij bezweek
in 1920 in Bangkok aan de gevolgen van een gifgasvergiftiging die hij in 1915
had opgelopen.
LAGATHU, Gustave Rouan (°1885 Guilers) Deze Bretoense missionaris was
vanaf 1909 actief in Siam en Laos. Hij was bij het uitbreken van de oorlog
pastoor in Sakonnakhon en werd gemobiliseerd als brancardier / aalmoezenier in
het 2e Régiment d infanterie
coloniale. Hij werd dodelijk gewond op 16 april 1917 toen hij bij Chemin
des Dames een gewonde bijstond.
RABJEAU, Louis Emile (°1882 Angers) was kaderlid bij
de Compagnie Est-asiatique-français
en woonde in Thonburi. Deze sergeant
in het 27e Bataljon des
Tirailleurs raakte op 4 september 1916 vermist tijdens de felle gevechten
bij Belloy-en-Santerre aan de Somme.
RICHER, Maurice François (°1881 Paris) Was doctor in de rechten en
juridisch raadgever van de Siamese regering. Hij sneuvelde op 3 februari 1915
bij de Marne als luitenant in het 21e Régiment d infanterie coloniale.
ROUX, Eugène-Clovis (°1883 Puy-Saint-Vincent) Deze frater was sinds 1909
werkzaam als leraar aan het Collège de l
Assomption in Bangkok. Hij viel als sergeant in het 15e Régiment d Infanterie op 4 september
1916 bij Barleux aan de Somme.
SEGNITZ, Henri Isidore (°1881 Paris) Was net als Maurice Richer doctor
in de rechten. Hij was tussen 1907 en 1913 actief in de commissie Juridische
Zaken van de Siamese regering als stafmedewerker van de gerenommeerde jurist
Georges Padoux die een groot deel van het Siamese Burgerlijke- en Strafwetboek
schreef. Henri Segnitz sneuvelde op 22 augustus 1915 in Hargicourt aan de Somme
als luitenant in het 308e Régiment
d Infanterie. Hij werd vermeld op de legerdagorders omwille van zijn
moedig gedrag aan het front en postuum met de lintjes van Chevalier de la Légion d Honneur en het Croix de guerre onderscheiden.
SOMMELET, Charles Valentin (°1885 Humes-Jorquenay) Hij was in mei 1910
naar Siam vetrokken en oorspronkelijk als missionaris werkzaam in Loei. In 1914
was hij priester in de parochie van de Calvarie in Bangkok. Hij sneuvelde op 30
december 1914 in de rangen van het 21e Régiment d Infanterie in Frans-Vlaanderen bij de bloederige
afweergevechten in Artesië.


|