Vandaag een paar zeldzame fotos uit de oude doos én
het originele palttegrond van de Deutsche Kriegsgräberstätte van Lens - Sallaumines. Deze site die ook bekend staat als het
Lorettofriedhof ontstond in de herfst
van 1914 toen Duitse troepen hun gesneuvelden begonnen te begraven naast de
gemeentelijke begraafplaats in een massagraf dat in begin februari 15 al
tussen de 2 à 300 lichamen bevatte. Deze site kende een forse uitbreiding in
het voorjaar van 1915 toen hier de gevallenen van het geallieerde offensief in
Artesië werden bijgezet. Op 12 april 15 werd hiervoor bij notaris Léon Tacquet
een terrein van 1,7 hectare naast de stedelijke begraafplaats opgeëist. Daarna
waren het vooral gesneuvelden uit de regio Lens die hier werden begraven. De
onophoudelijke beschietingen in 1917 en 1918 vernietigden het grootste deel van
deze site, zoals ook duidelijk te zien is op de laatste foto. De Franse militaire overheid die meteen na de Wapenstilstand
verantwoordelijk werd voor de Duitse begraafplaatsen had dan ook een hele klus
aan de heraanleg van deze site. In deze periode werd de begraafplaats
uitgebreid met de stoffelijke resten van gevallenen die van 39 verschillende
begraafplaatsen in de regio naar hier werden overgebracht. Nadat in juli 1966
de Volksbund für Kriegsgräberfursorge
met financiële steun van de West-Duitse regering, deze site onder haar beheer
had genomen, werden de vermolmde houten grafkruisen systematisch vervangen door
sobere natuurstenen kruisen uit een Waalse steengroeve. Aan de zijkant bevindt zich een rechtopstaande
arduinen gedenksteen die hier in 1915 was geplaatst voor de gesneuvelden van
het Infanterie - Regiment nr. 97 Herzog
Ferdinand von Braunschweig. Het is het enige resterende van een hele reeks
eenheidsmonumenten die vooral als het gevolg van de beschietingen verloren
gingen
In totaal liggen in dit zachtjes glooiende terrein 15.646
militairen, waarvan 8.207 in individuele graven. 26 Van deze graven bevatten de
resten van ongeïdentificeerde gesneuvelden. 7.439 doden - waarvan er 3.298 met
naam bekend zijn - werden bijgezet in massagraven.
Onder diegenen die hier een laatste rustplaats kregen zijn ook de graven van
twee in krijgsgevangenschap omgekomen Russen. De bekendste gesneuvelde op deze
site is wellicht de 14-jarige oorlogsvrijwilliger Paul Mauk. Hij was op 19 juli
1900 in Waldkirch geboren als zesde in een gezin dat acht kinderen zou gaan
tellen. Hij sneuvelde op 7 juni 1915 als soldaat in het Infanterie-Regiment nr.
113. Een verdwaalde kogel had zijn
rechter voorarm afgerukt en het munitiekistje die hij droeg laten exploderen. Hij
werd in allerijl naar de verbandpost van het 1e Bataljon in Liévin
geëvacueerd maar bezweek kort daarna aan zijn verwondingen. Zijn broer Walther
werd bij hetzelfde incident licht gewond. Deze, naar alle waarschijnlijkheid,
jongste Duitse militair die tijdens de Eerste Wereldoorlog sneuvelde ligt in
Blok 11 graf 268. Mauks oudere broer Karl sneuvelde als luitenant in een regiment
jagers op 7 april 18.



|