Een opvallende zerk tussen de graven op Dozinghem
Military Cemetery is deze van Simon Stock Knapp, een padre of katholieke
aalmoezenier bij het 2e Bataljon Irish Guards. Zijn grafsteen
vermeldt immers dat deze pater-Karmeliet werd onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) én het
Military Cross (MC). Knapp werd in
1858 als Frank Knapp op het kanaaleiland Jersey geboren als zoon van een Ierse
moeder en een Franse vader. Hij ging naar school in St. Edmunds College in
Ware, de oudste middelbare katholieke school in Engeland. In 1878 trad hij in bij de Karmelieten en in
1883 werd hij tot priester gewijd. In deze periode nam hij, in de lijn van de
traditie bij de Karmelieten de kloosternaam Simon Stock aan, naar een 13-eeuwse
Engelse heilige. De volgende jaren bracht hij vooral door als docent theologie
en hij reisde voor zijn orde onder meer naar de Verenigde Staten en Palestina.
Knapp had met verve tijdens de Tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika bij het 6e
(Inniskilling) Dragoons gediend en droeg met trots zijn campagnemedaille met niet
minder dan 5 vermeldingen, de zgn. clasps.
In dit regiment was hij onder meer bevriend geraakt met de latere veldmaarschalk
Edmund Allenby, op dat ogenblik majoor bij de Inniskillings en kapitein
Lawrence Oates die bekend werd van de mislukte poolexpeditie van Scott in 1912.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ging hij
vrijwel meteen terug in dienst als een Temporary
Chaplain to the Forces 4th class, een rang die gelijk stond aan kapitein.
Wellicht diende hij eerst enkele maanden bij het 1e Bataljon Irish
Guards voor hij definitief in de rangen van het 2e Bn. Irish Guards terechtkwam. Ondanks zijn gevorderde leeftijd deelde
Knapp de beproevingen van de strijd met zijn mannen en gaf hij een paar bijzondere staaltjes van
moed ten beste op het slagveld. Voor zijn inzet tijdens de Slag bij Loos
ontving hij in januari 16 het Military
Cross, de op één na hoogste dapperheidsmedaille voor officieren. Precies
een jaar later werd hij bevorderd tot Temporary
Chaplain to the Forces 3th class, zeg
maar majoor. In juni 17 ontving hij het bericht dat hij omwille van zijn
voorbeeldige houding aan het front genomineerd was voor de Distinguished Service Order.
Padre Knapp zou deze hoge onderscheiding echter nooit bij
leven ontvangen. Op 31 juli 17 ging zijn eenheid in de aanval bij Pilkem
Ridge. Hij had een formeel verbod gekregen mee in de aanval te gaan, maar
niemand had volgens hem een verbod gegeven om de troepen op de voet te volgen. Terwijl hij dit deed probeerde hij de
gewonden die hij her en der aantrof zo goed mogelijk bij staan en dit ondanks
het bijzonder intensieve vijandelijke vuur. Niet veel later werd hij door
granaatscherven getroffen en zwaar gewond van het slagveld naar een Casualty Clearing Station in
Westvleteren geëvacueerd. Hier bezweek deze populaire aalmoezenier de volgende
dag aan zijn verwondingen. Het 2e Bn. Irish Guards verloor op de
drie dagen dat het tussen Boezinge en Pilkem was ingezet meer dan 280 man,
waaronder ook haar bevelhebber, acting
Lieutenant Colonel Eric B. Greer, MC. Knapp was één van de 175 padres die tijdens de Grote Oorlog het
leven lieten. Hij kreeg een laatste rustplaats op Dozinghem Military
Cemetery graf II C 1.
Op 10 augustus 1917 werd in de Karmelietenkerk in
Kensington een herdenkingsdienst gehouden. Op een katafalk voor het hoogaltaar
stond symbolisch een lege kist die was bedekt met zijn priesterstola, veldmuts
en onderscheidingen. Rond de kist stond een erewacht van Irish Guards met
gebogen hoofden en omgekeerde wapens, de handen rustend op de kolf van hun
geweer als teken van rouw. Meer dan 200 officieren en mannen van de Irish
Guards woonden de dienst bij

|