Zoals
ik al op 22 maart schreef is het deze week precies honderd jaar geleden dat de
broers Edward en Frans Van Raemdonck, oorlogsvrijwilligers uit Temse én
IJzersymbolen sneuvelden. Frans (°1897) schreef af en toe gedichten, een
gewoonte waarmee hij was begonnen nadat hij in juni 15 zwaar gewond werd en
langere tijd in hospitalen in De Panne en Calais moest verblijven. Ondanks het
feit dat een aantal van deze gedichten méér dan leesbaar zijn ontbreken ze tot
op de dag vandaag in eender welke bloemlezing van frontpoëzie, en dat kan ik
alleen maar betreuren. Vandaag breng ik u een gedicht zonder titel dat ik
plukte uit een verbitterde brief die hij op 13 januari 17 naar zijn neef Clem De
Landtsheer stuurde:
Der hangt een nevel over t land:
een nevel waar k niet door kan schouwen.
En waar ik ook mijn blikken sla,
vergeefs
De hemel wil niet blauwen !...
k Hoor vloeken in den dikken mist.
Verwenschen, doemen, lachen, weenen.
En Vrede! smeekt het menschdom, maar
God wil den vrede niet verleenen
.
Der hangt een nevel over t land
Verwoesting, oorlog
branden, moorden..
Voor recht en eer
Een dure plicht !
Al schoone klanken
IJdle woorden !...
|