Na de IJzerslag van oktober 1914, was een
deel van de linkeroever van de IJzer en enkele eilandjes in het overstroomde
gebied in handen gebleven van de Duitsers. Eén van deze sites werd gevormd door
twee uitgebrande Petroleumtanks ten noorden van kilometerpaal 16 op de
linkeroever. Ze stonden nog gedeeltelijk overeind in hun stevige betonnen
bedding en boden een uitstekend zicht op de omringende vlakte. De Duitsers hadden
deze brandstofreservoirs met bijhorende loods en conciërgebouw dan ook meteen
als observatiepost ingericht. Van hieruit konden hun artilleriewaarnemers alle
activiteiten in de Belgische stellingen voor Diksmuide immers nauwkeurig volgen.
De Petroleumtanks vormden vanzelfsprekend een grote bron van ergernis voor de
Belgische soldaten en herhaaldelijk hebben ze in niet altijd even goed
voorbereide en ondersteunde aanvallen geprobeerd ze te vernietigen. Voor de Belgische
soldaat waren de Petroleumtanks het symbool van de vijandelijke aanwezigheid op
de linkeroever van de IJzer. Pas op het einde van de oorlog werden de intussen
tot een hoop schroot gereduceerde tanks door de Duitsers opgegeven. In 2014
werd op initiatief van het stadsbestuur van Diksmuide op deze site een
evocerende constructie geplaatst die de herinnering aan deze plaats van
verschrikking levendig dient te houden.




|