Niet minder dan drie jongemannen met wortels in het Hoogstraatse overleefden in de zomer van 1914 de zware afweergevechten rond Namen niet. Vandaag graag even uw aandacht voor de 23-jarige Frans Antoon Swaenen uit Meer, soldaat in het 8e Linieregiment. Hij was de jongste zoon van de weduwe Maria Swaenen - Tax en had tot het ogenblik van de mobilisatie, als knecht gewerkt op de hoeve van Jaak Pluym op Eindmeer. Volgens een - naoorlogse - verklaring van luitenant Gorremans, vaandrigvan het 8e Linieregiment, werd Swaenen op 20 augustus '14 ernstig gewond bij een verkenning bij het fort van Emines. De patrouille werd aangevoerd door eerste sergeant Baeck en bestond verder uit korporaal Maréchal en de soldaten De Corte en Swaenen. Blijkbaar waren de Duitsers al verder gevorderd dan aangenomen want rond de middag werd het groepje vanuit een bos onder vuur genomen. Korporaal Maréchal, een 20-jarige beroepsvrijwilliger uit Maaseik, werd op slag gedood en Frans Swaenen werd ernstig gewond. Over wat er daarna precies met Swaenen gebeurd is, tast ik tot op de dag van vandaag in het duister. Men mag in dit verband natuurlijk niet vergeten dat het rond de vesting Namen tot harde en uitermate verwarrende gevechten kwam. Er werden dan ook overal in de bossen en velden lijken gevonden die veelal ter plaatse in een haastig gedolven veldgraf werden begraven. Toen men overging tot het herbegraven op begraafplaatsen, zoals de BMB Champion, gingen vaak nog heel wat persoonlijke gegevens, zoals identificatiepapieren verloren. In Namen zélf gingen overigens ook heel wat gegevens verloren toen bij de Duitse intocht het stadhuis in vlammen opging. De gegevens van de burgerlijke stand moesten dan ook helemaal opnieuw worden opgesteld. Dit alles leidt ertoe dat er i.v.m. het overlijden van Frans Swaenen nogal wat onduidelijkheden zijn blijven bestaan. Oud-burgemeester Fons Sprangers voerde decennia later een uitgebreide correspondentie met de bevoegde autoriteiten over Swaenens lot en ook hij stuitte op allerlei tegenstrijdigheden. Volgens het schrijven van luitenant Gorremans maakte Swaenen op het ogenblik dat hij gewond werd, deel uit van de 4e compagnie, 2e bataljon van het 28e Linieregiment. Dit regiment was bij de mobilisatie ontstaan door ontdubbeling van het 8e Linieregiment. Luitenant Gorremans schreef dat de zwaargewonde soldaat wellicht nog diezelfde dag naar Namen werd overgebracht waar hij waarschijnlijk op 26 augustus zou zijn overleden. In zijn militaire stamboekdossier staat eveneens het 28e Linieregiment aangegeven, maar werd 23 augustus als sterfdatum opgenomen. Dit laatste wordt bevestigd door de burgerlijke stand in Namen waar Frans Swaenen geregistreerd staat als 'gevallen voor België op 23 augustus 1914'. In 1926 werd zijn eenheidsaanduiding echter veranderd van het 28e naar het 8e Linieregiment. Als Swaenen daadwerkelijk in Namen zou bezweken zijn aan zijn verwondingen dan werd hij op een van de stedelijke begraafplaatsen te Belgrade of St.-Gervais begraven, maar ik heb er geen spoor teruggevonden van zijn graf. Ik ga er dan ook van uit dat hij - conform een bijna onleesbare nota op zijn begrafenisfiche - begraven werd in een veldgraf rechts naast de weg Bouge-Bonnines. Dit graf droeg als opschrift een onleesbaar geworden naam en de vermelding 'Meir'. Dit veldgraf werd in november '21 en de niet - identificeerbare stoffelijke resten werden in een naamloos graf bijgezet op de BMB van Champion. Wellicht rust Frans Swaenen daar tot op de dag van vandaag tussen de vele onbekenden....

|