Vandaag vraag ik even uw aandacht voor de enige militair uit mijn geboortestad die onder een heldenhuldezerk werd begraven. Op 19 december 1915 sneuvelde in de 'Tranchée du Kasbah' in Kaaskerke, de Meerlese oorlogsvrijwilliger en brancardier Frans Braspenning (broeder Anselmus van de Orde van O.L.Vrouw van Barmhartigheid). Deze 35-jarige kloosterling diende in de 4e compagnie van het 4e bataljon van het 8e Linieregiment. Bij een gedurfde reddingsoperatie van een gewonde in de eerste lijn werd hij door een kogel in de rug getroffen. Hij overleed een paar minuten later in een hulppost aan interne bloedingen en shock. De uitgesproken Vlaamsgezinde Braspenning werkte onder meer mee aan 'De Belgische Standaard' en het in Engeland door Floris Prims uitgegeven bannelingenblad 'De Stem uit België'. Het leek bijna of hij een voorgevoel had over zijn nakende einde toen hij kort voor zijn sneuvelen volgende brief had verstuurd naar zijn vrienden bij de redactie van 'De Stem uit België':
'IJzerfront, 1 december 1915
Geachte vrienden,
Morgen vertrekken we naar den secteur van Diksmude - één der gevaarlijkste - zoo niet den gevaarlijksten van heel het IJzerfront. Wat staat ons daar te wachten ? God alleen weet het. We trekken er met moed naartoe omdat het onze plicht is, en rekenen op de hulp van God en de bescherming van O.L. Vrouw. Ik zend u mijn portret, als gedachtenis, en vraag U, nu en dan voor hem te bidden, die altijd uwer beste vriend was, en hoopt te blijven. Bidden we dan ook voor ons duurbare Vlaanderland, opdat het welhaast de weldaden moge genieten van den Vrede en de Vrijheid. Dag, m'n goede vrienden ! Ik vergeet u niet in m'n gebeden !
U in J.C. zeer genegen, Broeder Anselmus.'
Na de oorlog werd hij als volgt herdacht in het Mechelse Scheppersinstituut waar hij tot aan het begin van de oorlog les had gegeven : 'Meer nog dan de drie voorgaande Vlamingen schittert Broeder Anselmus, Frans Braspenning van Meerle, wiens hart trilde bij het hooren alleen van zijn 'Dierbaar Vlaanderen'. Een onderzoek in zijn 'Oorlogsdagboek' leert al spoedig die godsdienstige, Vlaamsche ziel kennen met haar edele hoedanigheden; geestigen luim, dichterlijke begaafdheid en grondige taalkennis, zelfopoffering voor zijn vaderland en diepen godsdienstzin. Uit loutere naastenliefde vroeg die edelmoedige borst als gunst naar de voorste loopgraven gezonden te worden, waar een vijandelijke kogel hem doodelijk trof.'
Frans Braspenning werd begraven op de militaire begraafplaats van Adinkerke in graf nr. 131. Zijn frontmakkers richtten op initiatief van mede-brancardier Lode Beets (die in augustus '18 omwille van zijn Vlaamsgezindheid van het front verwijderd werd en naar de beruchte houthakkerscompagnie aan de Orne werd gestuurd ) in 1917 een heldenhuldezerk op. Dit grafmonument werd - net als de meeste andere heldenhuldezerken op deze site - in 1925 op bevel van het ministerie van Landsverdediging verwijderd en vernietigd om vermalen te worden tot steenslag die gebruikt werd om de toegangsweg naar deze begraafplaats aan te leggen. toegangsweg die, niet geheel zonder gevoel voor cynisme, de benaming 'Heldenweg' kreeg....

|