Jozef Casimir Leysen (° 28.12.1893 Meerhout) was tot midden 1912, samen met zijn vader molenaar in zijn geboortedorp. In augustus '12 tekende hij een contract als beroepsvrijwilliger in het leger, waar hij in de rangen van het 8e Linieregiment belandde. Het was met dit regiment dat hij in 1914 als korporaal deelnam aan de verdediging van Namen en de IJzerslag. Eind december '16 werd hij - bij de hervorming van het veldleger - met zijn bataljon overgeheveld naar het 18e Linieregiment. Op 20 oktober '18 werd hij tijdens de laatste fase van het Eindoffensief zwaar gewond door granaatscherven en meteen naar het militair hospitaal 'l Océan in De Panne geëvacueerd waar zijn geïnfecteerde linkerbeen tot op de dij werd geamputeerd. Hij bezweek de volgende dag om 04.00 u. aan koudvuur. Eerste sergeant-majoor Jozef Leysen werd begraven op de BMB Duinenhoek in De Panne in graf A- 218. Kort na de oorlog werd op zijn graf een heldenhuldezerk geplaatst, waarvoor het geld was ingezameld onder de mannen van zijn compagnie. Wellicht hebben ook een aantal van zijn dorpsgenoten meebetaald, want in februari '19 werd het ingezamelde geld door zijn dorpsgenoot, oud-brancardier pater van Clé, overhandigd aan Dr. J. Verduyn van Heldenhulde. De heldenhuldezerk van deze Kempische onderofficier werd in 1925 in De Panne verwijderd door de Dienst der Militaire Grafsteden en vervangen door een Belgische militaire standaardzerk. Bij K.B. van 18 augustus '18 was aan Jozef Leysen het Oorlogskruis verleend omwille van zijn lange verblijf aan het front en zijn getoonde moed op het slagveld.
|