2022 was een jaar van weinig blogs en veel oorlog. Van galopperende energieprijzen en dito inflatie. Van een klimaat op drift en Rode Duivels in het slop. Het was globaal genomen niet het beste jaar sinds de start van de jaartelling. Maar is de nacht niet het donkerst vlak voor de dageraad aanbreekt? Of is dat een uiterst naïeve gedachte en staan we nog maar net aan het begin van de ellende? Meer daarover in 2023, maar onderstaand lijstje moet en zal eerst gepubliceerd worden.
Beste film: Don't look up
Beste song:
1. Lana Del Rey - Watercolor Eyes
2. Wet Leg - Ur Mum
3. Fontaines D.C. - Jackie Down The Line
4. S10 - De Diepte
5. Billie Eilish - TV
6. Bluai - One Night
7. Glints - Roma
8. Big Thief - No Reason
9. Oliver Tree feat. Robin Schulz - Miss you
10. Sylvie Kreusch - Walk Walk
Beste tv: 25 jaar Canvas; The White Lotus; Euphoria; Ozark; Archive 81; Banshee; Winning Time: the Rise of the Lakers Dynasty; Kampioenenjaar; MidMid Mondial; House of the Dragon
Met dunkelflaute wordt een periode aangeduid waarin weinig tot geen energie kan worden opgewekt door middel van wind en zonlicht, wegens gelijktijdig optredende duisternis en windstilte. Pal in zo'n periode werd ver van hier België door Kroatië uitgeschakeld op het WK voetbal. Op die manier accordeerde mijn gevoel mooi met de heersende meteorologische omstandigheden. Mijn humeur in de dagen die volgden kon gemakkelijk onder één noemer geschaard worden: dunkelflaute. Duisternis en een gebrek aan energie regeerden mijn gemoed. Deze uitschakeling droeg dan ook alles in zich om een forse depressie te rechtvaardigen:
1. De wetenschap dat de 'Gouden Generatie' nu echt wel zijn tijd gehad heeft. Behoudens een mirakel is de 'beste nationale ploeg'-periode in ons leven voorbij.
2. Hadden de eerste twee wedstrijden voor een soort fatalistische berusting gezorgd, dan laaide de hoop ongenadig op tegen de Kroaten. Hoog genoeg om uiteindelijk heel diep weer weg te vallen.
3. Achteraf bleken we in de poule van ellende te zitten. Zowel Marokko als Kroatië haalden de halve finales. Wat als..?
Maar we moeten verder, het is niet anders. Het EK 2024 is niet meer zo ver weg, er staat alweer een nieuwe pijnlijke uitschakeling op ons te wachten. Tenzij natuurlijk het ongelooflijke alsnog gebeurt: België Europees kampioen! We zullen dan minutenlang heel hard juichen, nog even daarna geforceerd blij doen en vervolgens uit onwennigheid extra veel bier drinken. Ik heb het namelijk al eens eerder meegemaakt, weliswaar op Pro Evolution Soccer. Om maar te zeggen dat het zo altijd wel iets is. Maar nog eens een opstoot van dunkelflaute, nee, dat is ten koste van alles te vermijden.
"Niet doen, Jan!" We schrijven begin september, de geruchtenmolen linkt Jan Vertonghen, één van mijn favoriete voetballers, steeds overtuigder aan RSC Anderlecht, mijn enige favoriete club. Mijn hart zou een sprongetje moeten maken en ik zou onverwijld een éénpersoonspolonaise op gang moeten trekken bij het horen van dit nieuws. Ook devotie heeft immers zijn plichtplegingen. Maar het tegendeel is waar: mijn empathie zit me dwars. Het gezin-Vertonghen trekt aan mijn geestesoog voorbij. De ene dag onder de Portugese zon, de andere dag gelegerd in een druilerige voorstad van Brussel. Jan krijgt uiteraard ook geen leven meer geblazen in de palliatieve patiënt RSC Anderlecht, net als Kompany, Chadli en talloze anderen gaat hij roemloos mee ten onder. Het hoongelach dat opstijgt vanuit provincieclubs aan de rand van de beschaving maakt de vernedering helemaal compleet. Ik schreeuw geluidloos mijn goede raad naar het computerscherm, maar het mag niet meer baten.
Jan Vertonghen: 141 caps voor België, uitgeroepen tot beste voetballer van Nederland, finale Champions League gespeeld, jarenlang één van de beste verdedigers in Engeland, mooi haar... Zijn verdiensten kunnen nauwelijks overschat worden. Een carrière die staat als een huis, ongeacht wat zijn laatste club ook wordt. Tenzij.. tenzij hij de club heeft gekozen die hij heeft gekozen natuurlijk. Het Instituut, op industriële schaal reputaties verdelgend sinds vele jaren. Iedereen op en rond Anderlecht wordt ongelukkig, dat is een vaststaand feit. Bij Jan Vertonghen duurde het ongeveer een week. Hij heeft de allerslechtst mogelijke keuze gemaakt en ergst van al: hij beseft het ten volle. De sierlijke, fiere verdediger is intussen verschrompeld tot een hoopje ellende. Kleine troost voor de echte fan: het is wel ónze ellende.
Van de goeie ouwe coronatijden herinneren we ons dat cultuur en horeca steevast de eerste dominosteentjes zijn die vallen. Als de nood echt hoog wordt, kan een mens gerust zonder deze uitspattingen, die levensnoodzakelijk zijn noch enig direct nut hebben. Ik wil op deze plaats liefst niet een dodelijk virus vergelijken met mijn eigen kind, maar de metafoor vormt zich helaas zelf. Covid-19 en Sienna-21 zijn van hetzelfde laken een broek. Met elke huilavond die zij aan haar palmares toevoegde, werd er weer een blog niet geschreven en bleven etablissementen met bier van mijn aanwezigheid verstoken. Geen cultuur en horeca voor deze jongen, uitgeteld akte nemen van een (halve) aflevering van een matige televisieserie was het hoogst haalbare.
Uiteraard riepen deze babymaatregelen zeker in het begin de nodige weerstand op. Ik pruttelde tegen wanneer ik kon, mezelf wijsmakend dat er niet gezwicht mocht worden voor de luidste roepers. De vredige uren waren dan misschien niet talrijk, ze konden heus wel gespendeerd worden aan een pintje en een boek, of aan twee pintjes en geen boek. Maar helaas werd ik ingehaald door de werkelijkheid. De enige optie bleek om te plooien voor de decibels, zolang de voorraad strekt. De vraag of ik mijn leven zou geven voor mijn kind was bij deze dus al beantwoord. Ja, klaarblijkelijk wel.
Intussen is alles beter. Eigenlijk al een paar maanden lang, om heel eerlijk te zijn. Gebruik ik de baby als excuus voor mijn eigen luiheid, ben ik nu al in die fase beland? Soms begin ik zelf te twijfelen. Dan zie ik Sienna bezig, guitig lachend en spelend, met haar allerhelderste ogen die de nieuwe wereld afspeuren. Een engeltje. Vervolgens trekt ze met veel aplomb het tutje uit haar mond, zoals Marco Pantani zijn bandana wegsmeet, klaar om aan te zetten. Het gehuil lijkt letterlijk door merg en been te gaan, ik zou de uitdrukking uitgevonden hebben als ie nog niet bestond. Ik forceer een monkellach: mijn excuus is wel degelijk legitiem.
Een nieuw huis, een nieuw kind, een nieuwe auto. Op persoonlijk vlak had 2021 qua Grote Stappen meer in petto dan alle jaren tussen 1983 en 2020 samen. Dat dit alles gebeurde tegen de achtergrond van alweer een jaar coronastilstand maakt het des te opvallender. Misschien is het helemaal geen toeval en heb ik het onbewust gedaan om de verveling te verdrijven, wie zal het zeggen. Desondanks wens ik mezelf in 2022 alvast geen nieuw huis, geen nieuw kind en geen nieuwe auto toe. Meer van minder mag wel, maar voor het zover is dient er een jaarlijks lijstje dat niemand leest gepubliceerd te worden.
Beste film: No time to die; Nomadland
Beste song:
1. The Anxiety feat. Willow - Meet me at our spot
2. Lana Del Rey - Chemtrails over the country club
3. The Weeknd - Save your tears
4. Celeste - I can see the change
5. Powfu - Death bed (coffee for your head)
6. Chromatics - Shadow
7. Mooneye - Fix the heater
8. Billie Eilish - NDA
9. The War on Drugs - Living proof
10. Jungle - All of the time
Beste tv: De Mol; How to sell drugs online (fast)?; Exit; Barry; Het Scheldepeloton; Als je ons kan horen; WK Wielrennen; Pretend it's a city; F*** you very, very much
To sleep like a baby. Een mens denkt er niet zo bij na zolang er geen slapende baby in de buurt is, maar intussen weet ik het wel zeker: de betekenis die aan deze uitdrukking gegeven wordt, bevat misleidende informatie. Officieel staat het voor 'heel vredig slapen'. Als praktiserende prille ouder moet ik echter maar naar de slapende Sienna kijken om tot geheel andere onderzoeksresultaten te komen. De zogenaamd vredige slaap moet het doorlopend afleggen tegen onaangekondigde paniekaanvallen. De armpjes schieten omhoog en wapperen hulpeloos in het luchtledige, begeleid door omineus gepreutel dat moeiteloos overgaat in een huilbui. Ongetwijfeld een reminiscentie van de bevalling, toen zij na negen maanden sereniteit opeens hardhandig via het geboortekanaal de wijde wereld in gekatapulteerd werd*.
Wanneer haar rust voor een keer gevrijwaard blijft van traumatische ervaringen uit het nochtans niet zo uitgebreide verleden, zijn dagelijkse beslommeringen nooit ver weg. Een keer onverhoeds hikken, niezen of kakken is meestal voldoende om de staat van vredigheid te laten voor wat het is. De ogen gaan open, waarna haar mond en onze oren snel volgen. Het procedé van het in slaap sussen van de baby kan aldus weer van voren af aan beginnen. Ik begrijp nu beter waarom iemand ooit ten einde raad zijn heil heeft gezocht in liedjes componeren over schapen met witte voetjes, die hun melk toch zo zoetjes drinken. Blaat het niet, dan schaadt het niet.
Zelf ben ik meer van het bouncen-op-de-springbal-principe, een milde schoktherapie die bijna altijd op Sienna's goedkeuring kan rekenen. Het voordeel ervan is dat het perfect te combineren valt met tv-kijken, waardoor ik nog meer streamwateren kan bevaren. Het nadeel bestaat erin dat het urenlange op en neer huppen een aanslag vormt op lijf en leden. Nek, schouder en knie (x 2) laten zich meer dan goed is gevoelen, deze oude man kraakt intussen in ongeveer al zijn voegen. Maar alles voor de goede zaak: get the baby to sleep like a baby.
*Voor de credibiliteit van deze blog dient vermeld dat deze bewering niet wetenschappelijk onderbouwd is. An gewaagt zelfs ronduit van zever, en meldt verder dat 'reminiscentie' woordgebruik is voor mensen die zich interessanter willen voordoen dan ze zijn.
Deze blog geeft en neemt. Waar in deze periode vorig jaar een droge eigennaam als titel onveranderlijk de voorbode was van verlies en verdriet, staat het nu voor nieuw leven en vreugde. Op 9 november vervoegde Sienna ons gezin alsmede de overbevolkingsproblematiek. Ineens was ze daar. Hoewel ik het proces van de bloemetjes en de bijtjes op een theoretisch niveau al even beheers, bleek de praktijkervaring van een ander kaliber. Een mens die ter wereld komt blijkt tegelijk van het gruwelijkste en het schoonste dat er is. Urenlang overheerste bij mij het eerste gevoel, gezien de zenuwslopende spanning en nadien het duwen, trekken, sleuren en knippen aan An in de hoop er een levend wezen uit tevoorschijn te toveren.
Met de minuut nam de twijfel toe: gaan we dit slagveld echt heelhuids kunnen verlaten, laat staan met méér manschappen dan bij aanvang van de schermutselingen? Is zoiets werkelijk al ooit eerder gelukt? Ze zeggen altijd van wel, maar nu sta je er zelf en je gelooft er niks van. Helpen waar mogelijk dan maar. Helaas bedenk ik ter plekke het meest accurate adjectief voor mijn gedrag: schutterig. Telkens een vroedvrouw enige actie onderneemt, sta ik een halve meter verder soortgelijke handelingen uit te voeren in het luchtledige, zonder heel veel tastbaar resultaat. Mijn verbale steun beperkt zich intussen tot varianten op "goed bezig, nog effe!", een idioom dat is blijven hangen na de wielercarrière van mijn broer.
Maar ineens was ze daar dus. Op een moment dat ik de hoop al half had opgeborgen, vond een gezond kraakvers mensje de armen van haar mama. Waar de Belgische 9/11 tot dan in mijn gevoelswereld veel weg had van de Amerikaanse 9/11 van twintig jaar geleden, veranderde als bij toverslag alles. De twee torens stonden weer recht, kantoorklerken keken uit het raam zonder er een nooduitgang in te bevroeden, en in de staalblauwe lucht boven New York viel slechts een minieme rimpeling te bespeuren. Een wolk van een baby. Welkom, Sienna!
Het feit dat ik nog nauwelijks naar de schrijftafel te bewegen ben heeft zo zijn repercussies. Belangrijke gebeurtenissen dreigen in de analoge vergetelheid te geraken, terwijl ik voorheen ook trouw een plekje in de digitale vergetelheid voorzag. Nu is het moment aangebroken om alsnog te redden wat er te redden valt. Want een misdaad oplossen, om maar iets te noemen, was me voorheen nog maar zelden gelukt en mag dus ook om met enige vertraging wel extra belicht te worden.
Zoals het een goeie thriller betaamt, was er in eerste instantie geen vuiltje aan de lucht. Zowel An als ik werkten van thuis: An in de bureauruimte, ik aan de keukentafel. In de vroege namiddag kwam een fotograaf van Steen Vastgoed langs met de vraag of hij vanuit onze tuin wat foto's mocht nemen van het bouwproject. Vriendelijke man, Kaukasisch uiterlijk. We payrolden rustig verder, een gezapige werkdag onder een aangenaam nazomergesternte. Een zwaard van Damocles viel met de beste wil van de wereld niet te bespeuren.
Het omslagpunt vond plaats in de late namiddag, toen ik met een zakje aardappelschillen in de hand de deur buiten stapte - meteen ook de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid dat een omslagpunt er zo uitzag trouwens. Werktuigelijk wilde ik de inhoud van het zakje (aardappelschillen dus, voor de goeie verstaander) in de gft-bak deponeren, die in onze voortuin tegen de gevel van het huis rustte. Of beter: zou moeten rusten, want waar eens een pronte gft-bak had gestaan, bevond zich nu slechts een kale plek in het gras, als herinnering aan een pronte gft-bak. Ik voelde me terstond als de boer die wakker werd en graancirkels in zijn veld aantrof. Dit kon niet anders dan het werk zijn van buitenaardse wezens! Die graancirkels bedoel ik, niet de verdwijning van mijn gft-bak.
Nee, dergelijke paranoia was niets voor mij. Mijn vermoedens gingen eerder in de richting van de gft-bakmaffia, die aan de drugsmaffia waarschijnlijk een welgekomen bliksemafleider had waardoor ze in Antwerpen onder de radar kon opereren. Wie dacht dat ik me daardoor liet afschrikken, heeft het goed mis. Ik had namelijk al eerder in dit soort situaties gezeten. Talrijke fietsdiefstallen in Leuven in combinatie met te veel misdaadseries hebben mijn draaiboek vormgegeven: veldonderzoek, een perimeter instellen, de buurt uitkammen, deep search online op tweedehandssites... Nooit een fiets teruggevonden helaas.
Maar deze keer zou het anders zijn. Dankzij een alerte buur kreeg ik mijn tijdslijn op punt: de bak in kwestie was diezelfde ochtend om acht uur nog op zijn vaste plaats gesignaleerd. De onrustwekkende verdwijning moest dus in de loop van diezelfde dag hebben plaatsgevonden. Hiermee kon ik aan de slag. Na twee weken van tobben en vastlopen op dwaalsporen haalde ik mijn laatste troefkaart boven. Een schroomvallige mail naar Steen Vastgoed, teneinde de piste van de fotograaf ook te kunnen sluiten. Omwille van vakantie en spanningsopbouw volgde hun antwoord pas een week later: de fotograaf had de gft-bak bij de overburen gezet en was hem nadien vergeten terug te zetten. Ik zat middenin een misdaadonderzoek en dat antwoord klonk wel erg alsof het een fait divers betrof. In tegenstelling tot wat ik dacht bleek later, tijdens het verhoor van de overbuur, bovendien dat er nog geen adres op onze bak gemarkeerd stond. De classificatie 'misdaad' is mogelijk dus misleidend. Maar een misverstand uitgeklaard, die verdienste nemen ze me nooit meer af.
Oh ja, ik word eveneens heel binnenkort vader, ook dat is het boekstaven waard.
1 september. Als de zomer nog niet officieel ten einde is, dan toch zeker officieus. Hoewel, kan er een einde zijn zonder een begin? Wat voor de zomer moest doorgaan, kwakkelde als nooit tevoren. Zelfs bij benadering gaat het hier niet om een overdrijving. De zomers in mijn jonge jaren speelden zich af onder de stralende hemel van de nostalgie, terwijl vanaf de eeuwwisseling de opwarming van de aarde meer en meer zijn duit in het zakje begon te doen. In 2021 lijken jeugdigheid en wetenschap echter van het toneel verdwenen. Er was regen, er was wind, er was geklaag over regen en wind.
Vooruitblikken dan maar. Of nee, dat is ook wat drastisch. In weerwil (no pun intended, maar het staat er toch maar) van bovenstaande alinea, beschikt de steller dezes over een mooi getaande huid en een voorraad vitamine D om een decennium in de schuilkelder mee door te komen. Dit alles dankzij het concept 'reizen', dat opnieuw flink in opgang is sinds twee welgemikte inentingen volstaan om ons terug in 2019 te wanen - reizen voor een prikje is helemaal out, dezer dagen draait alles om reizen na een prikje. Ik geraakte er alvast mee in Italië, dat dankzij de combo Eurosong - EK elke hypothetische verkiezing van 'Land van het jaar' met de vingers in de neus zou winnen.
De kennismaking was zowel uitgebreid als grondig. Pisa, Firenze, Siena, San Gimignano,... noem het op en ik heb het gezien. Wel liefst niet Rome of Milaan opnoemen, want dat heb ik niet gezien. Waar al eerder op werd gealludeerd is trouwens niks overdreven: de zon scheen blaren boven de Laars. Een recordtemperatuur van 42,5 graden (Celsius) deed ons terugvallen op ons oerinstinct, namelijk de gave van de Mens om zich aan alle omstandigheden te kunnen aanpassen. In ons geval hadden we daar doorgaans slechts een koel zwembad voor nodig. Zo moeilijk is het uiteindelijk ook allemaal niet.
The chase is better than the catch. Vrij vertaald: het 'verlangen naar' is leuker dan het 'bezitten van'. In die optiek is het des te spijtiger dat mijn blog de afgelopen maanden niet meer op expansie te betrappen viel. Reikhalzend uitkijken naar een voetbaltornooi is zelden een overbodige luxe, wetende dat er aan het eind van het verhaal slechts één winnaar kan zijn - beduidend minder dan in de aanloop naar het gebeuren. Nu, op het moment van het schrijven, weten we nog altijd niet wie die winnaar is, maar wel dat het geen flikker meer uitmaakt: ook deze keer bijt onze Gouden Generatie in het zand.
Was onze uitschakeling in de kwartfinale te wijten aan het ondermaats presteren van de Rode Duivels? Sommigen zullen zeggen van wel. Toch wil ik hier een bescheiden mea culpa plaatsen. Onze vroegtijdige exit is mogelijk ten dele (of, wie weet, voor de volle 100%) mijn schuld. Dat zit zo. Nadat België zich slaapwandelend door de groepsfase richting de moeilijkst denkbare tabelhelft heeft gemanoeuvreerd (niet voor de eerste keer), settel ik me bloednerveus op een Antwerps terras voor de kraker tegen Portugal. Er is nog een kleine vier uur te gaan tot de match en ik begin na te denken. Enkel drank gaat mij, en per uitbreiding ons, Rode Duivels, niet redden deze keer. Gaandeweg vormt zich een oplossing, een veilige corridor die ons toelaat de volgende ronde te bereiken. Had Bikkel geen geluksnoot, die na België - Wales in 2016 prompt aan flarden werd getrapt door zijn beste vriend? Ja. Staat in dit café een onbewaakte doos met limoenen? Ja. Is een limoen beter dan een noot? Ja. Zo geschiedde. Portugal werd met meer geluk dan kunde verslagen, al school er toch best veel kunde in dat geluk, zoals hierboven aangetoond.
Tegen die zwakke Italianen kon het dus niet mislopen. En dan, beste vrienden, loopt het natuurlijk net mis. Echt voetballen kunnen die Italianen dan wel niet, parasiteren op nonchalance des te meer. Halfweg mijn fietstocht richting kwartfinale, richting Antwerpen, ging het als een flits door me heen: fuck, ik heb onze lucky lemon* niet mee! Meteen daarna: ach, tegen Italië lukt het ook wel zonder. Niet dus. Het ontbrak me aan scherpte die avond, en dat moesten we bekopen met een zure nederlaag.
Het enige wat me rechthoudt in deze tijden, is de andere helft van mijn openingszin. The chase is tenslotte better than the catch. Een dikke tien jaar geleden hebben Tom en ik ontelbare keren Pro Evolution Soccer 2008 gespeeld, samen in de ploeg, trachtend om het toen nog zwakke België op niveau 'Wereldklasse' richting wereldtitel te leiden. De weinige keren dat het effectief lukte, juichten we enige seconden, staarden vervolgens wat om ons heen, om dan bij gebrek aan beker en beter pro forma een fles of glas in de lucht te steken, alvorens weer over te gaan tot de orde van de dag. "Pintje?"
*zoals An niet geheel onterecht opmerkte, is de vertaling van limoen 'lime' en niet 'lemon'. Wat de vertaling van betweter is, weet ik overigens ook niet.
Dag op dag dertig jaar geleden - of toch zeker jaar op jaar dertig jaar geleden - hangt mijn moeder aan de lijn met Mariëlle, een goede vriendin van haar en tevens moeder van mijn beste vriend Jeroen. Plots richt ze zich tot de jonge Tsigalko, die op de mat in de living driftig de bruine tegen de groene soldaatjes laat vechten. Het was 1991 en de kinderlijke fantasie had geen boodschap aan glasnost en perestrojka: dood aan die vuile communisten!
"Tsigalko!" Lap, eerst Gorbatsjov, nu mijn moeder die de pret komt verstoren. "Mariëlle vraagt of ge ook mee wilt gaan voetballen bij Vroenhoven. Jeroen gaat ook."
Ik antwoord ja om ervan af te zijn en verleg mijn focus opnieuw naar het strijdtoneel, want met die Russen ben je nooit klaar. Later, toen ik hieraan terugdacht, bijvoorbeeld op 10 mei 2021, begon het me te dagen dat ik hiermee de ironie van ons bestaan heb gecapteerd: in het beste geval hangen we hier tientallen jaren rond, maar niet zelden worden de diepste voren in ons leven getrokken door schijnbaar willekeurige opwellingen, meer gedreven door onverschilligheid dan door wat anders, zonder dat er zelfs maar zoiets als buikgevoel aan te pas komt. Je zegt ja terwijl dit net zo goed nee had kunnen zijn, waarna de gevolgen van deze beslissing doorheen de rest van de levenswandel geweven worden.
Het stadium waar ik nu ben aanbeland is dat van de machtsoverdracht. Mijn voetbalschoenen hebben al meer kilometers afgelegd dan ze nog te gaan hebben, het is tijd om uit te kijken naar verse voeten om ze te vullen. Ik moet naar Mariëlle bellen, Alesso kwansuis de existentiële vraag stellen en hem vervolgens vastpinnen op zijn terloopse antwoord. Vertaald naar deze tijd: zijn beste vriendje Lasse als stichtend voorbeeld aanhalen en verder rekenen op de zich altijd maar weer herhalende geschiedenis. Zo gezegd, zo gedaan. Na op enkele trainingen bij FC Ekeren vooral zijn enthousiasme geëtaleerd te hebben, werd Alesso's aansluitingsformulier voor het komende seizoen vandaag in orde gebracht. De opvolging is dus verzekerd. En mocht er toch iets misgaan, dan is hij in elk geval verzekerd.
Je zou het niet zeggen, maar een belangrijke verjaardag is hier onopgemerkt voorbijgegaan. Corona en zijn bijhorende crisis zijn immers 1 jaar geworden. In maart 2020 werd ons aller sociale leven gereduceerd tot een beperkte bubbel, gingen restaurants en cafés op slot en vielen grote evenementen als dominosteentjes omver. Als je het zo leest, klinkt het alsof het gisteren was. Wat bij nader inzien ook wel gewoon klopt. Same shit, different year.
Snel, iets om ons aan op te trekken! Wel, dat treft: morgenochtend zullen wij allen ontwaken op de dag van Vlaanderens Mooiste, één van die zeldzame ochtendstonden met goud in de monden. Paaszondag staat in dit seculiere tijdsgewricht exclusief in het teken van De Ronde van Vlaanderen, of er moet ergens een occasioneel paasei te scoren vallen. Wie zal het worden, Wout Van Aert, Mathieu van der Poel of Julian Alaphilippe? Op deze gezegende dag kan het haast niet anders of iemand van dat triumviraat gaat met de hoogste eer lopen. Samen blinken zij nu al een gans jaar van doffe corona-ellende op, tegen beter weten in.
Neem de Tirreno-Adriatico. In pre-pandemietijden wordt 's avonds via Sporza akte genomen van de ritwinnaar van die dag. De titel volstaat meestal, er effectief op klikken is zo'n moeite - zo interessant is het nu ook weer niet. In 2021 leveren de tenoren echter dag na dag een heroïsche strijd op het scherp van de snee. De thuiswerker, hij ziet voor het eerst in maanden een straaltje licht in de duisternis. Het is afkomstig van het televisietoestel, de laatste 60 kilometer van een willekeurige Tirreno-etappe wil je niet missen. Met ook nog Pogacar en Evenepoel is de nieuwe gouden era van het wielrennen definitief ingeluid. Zoveel jong talent, zo snel. Ik denk aan een oud gezegde, specifiek toepasbaar op het wielrennen: "Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dan ís het ook te mooi om waar te zijn." Tot voor afgelopen jaar geloofde ik rotsvast in die stelling. Intussen weet ik beter: het ondenkbare kan wel degelijk gebeuren.
Als schrijver komt het erop aan om altijd weer het gat in de markt te vinden, datgene wat iedereen interesseert maar waar maar zelden epistels aan worden gewijd. Een boeiend onderwerp vanuit een originele invalshoek aansnijden, dat is de kunst. Helaas is dat niet altijd even gemakkelijk, wat me heeft doen besluiten een stapje verder te gaan. Is het immers niet nog wat exclusiever om een eind weg te palaveren over iets waar geen kat van wakker ligt? Exact. Na vijf grandioze albums lanceert Lana Del Rey morgen 19 maart haar nieuwe worp. Een beter moment kan ik me niet indenken om een beetje orde te scheppen in haar repertoire. Tientallen geweldige songs zijn inmiddels met de geluidsgolven meegegeven, maar wat zijn nu eigenlijk de aller-allerbeste? Wil iemand het weten? Nee. Hier gaan we!
1. Ride (2012)
Is dit de beste song aller tijden? Misschien wel. Het is slechts uit een diep ontzag voor de rijke muziekgeschiedenis dat ik hem in de Tijdloze van Studio Brussel pas op de derde plaats parkeer, na de (toch voor de helft) eeuwige Beatles en het alles overstijgende icoon David Bowie. Ook de clip is episch. Lana is op de dool, enkel omringd door de Amerikaanse woestenij en verteerd door een schurend onbehagen. Er zit nog maar één ding op: I just ride.
2. Video Games (2011)
Ik herinner het me nog alsof het gisteren was, die keer dat 'Video Games' voor het eerst voorbijkwam - wat op zich al volstaat als argument, want ik herinner me zelfs dingen van een uur geleden niet alsof het gisteren was. Hoe dan ook, op een geschiedenisloze weekenddag in het ouderlijke huis in Hees stond de stereo in de living uitzonderlijk op Studio Brussel afgesteld. 'Video Games' knalde voor de allereerste keer door de Belgische ether, waarna de presentator meldde dat de clip al één miljoen keer bekeken was op YouTube (het was het tijdperk voor de clickfarms, nvdr). Ik spitste mijn oren om de naam van dit wonder op te vangen, spurtte naar de pc, tikte fonetisch deze Lanadeldinges in Google en voegde er diezelfde dag nog enkele tientallen views aan toe.
3. 13 Beaches (2017)
It took thirteen beaches to find one empty
But finally, it's mine
Poëzie hoeft niet altijd moeilijk te zijn. Het moet gewoon schoon zijn.
4. Love (2017)
Lana hervindt het geluk met 'Love', trekpaard van vierde cd 'Lust for live'. Nomen est omen. Zeemzoet, zonder de gebruikelijke weerhaken deze keer. De donkere gedachten zijn ver weg, de song is rechttoe rechtaan bloedmooi.
5. Mariners Apartment Complex (2019)
'Mariners Apartment Complex' bevindt zich opnieuw aan de vertrouwde kant van Lana's geluksspectrum. Het op klank gezette gebroken hart heeft het altijd al goed gedaan in de muzieklijsten, maar zelden gebeurde het met zoveel chirurgische precisie en tegelijk zo diepsnijdend als hier.
6. West Coast (2014)
'Ultraviolence', Del Rey's tweede album, is wat tussen de plooien van de geschiedenis gevallen. Na haar debuut waren de verwachtingen zo hooggespannen dat de opvolger op het gebrek aan hitpotentieel werd afgerekend. Onterecht uiteraard. Dat er niet echt uitschieters staan op de plaat, komt omdat 'Ultraviolence' alléén maar superieure songs bevat.
7. Brooklyn Baby (2014)
Ik ben nog niet helemaal uitgepraat over nummer zes of hier hebben we de volgende afvaardiging van 'Ultraviolence' al. Als dat geen waterdicht bewijs is! 'Brooklyn Baby' is een heerlijk speelse, sixties aandoende song op het snijvlak van hippie en hipster.
8. Chemtrails over the Country Club (2021)
Voorloper van de gelijknamige nieuwe cd. "Toch maar even afwachten, het kan niet elke keer prijs zijn", zeg ik tegen mezelf. Dan dit. Een dromerig meesterwerk over het leven toen we jong en onbezorgd waren. Chemtrails zijn trouwens de witte lijnen waarmee vliegtuigen de helderblauwe hemel uiteen splijten. Wat een country club exact is, daar heb ik dan weer het raden naar.
9. Norman Fucking Rockwell (2019)
Titelsong van het vijfde album. En wat voor één! Vaste prik in de auto na elke zaalvoetbalmatch, soundtrack bij een godverlaten E19 bij nacht. 'Norman Fucking Rockwell' is het beste album van de 21e eeuw. Enig minpuntje: zelfs het traject Leuven - Ekeren is net iets te kort voor zoveel schoonheid.
10. White Mustang (2017)
Mensen zouden trouwen, enkel en alleen om op 'White Mustang' de openingsdans te kunnen placeren. Vervang 'mensen' door 'ik' en je zit dicht bij de waarheid. 'Zouden' dan best ook aanpassen naar eerste persoon enkelvoud, anders is het wat slordig.
11. High by the Beach (2015)
Lekkere triphopinvloeden stuwen 'High by the Beach' vooruit, het beste nummer op 'Honeymoon'. Een ode aan het escapisme, wat we in deze tijden zeker niet afslaan.
12. Blue Jeans (2011)
Antifeministische hunkering naar het mannetjesdier. Of is het tongue in cheek en bedoelt Del Rey net het omgekeerde? Niemand die het weet, maar een briljant nummer is het zeker.
13. Hope is a dangerous thing for a woman like me to have - but I have it (2019)
Minimalistisch - bedwelmend - etherisch - speciale titel: er valt veel te zeggen over dit pareltje uit 'Norman Fucking Rockwell'. Maar eigenlijk volstaat één woord: Lana.
14. Fuck it I love you / The Greatest (2019)
Twee totaal verschillende songs, oorspronkelijk gelanceerd als double feature. God mag weten waarom, maar het maakt de keuzestress wel net iets draaglijker. Centraal thema: datgene wat er niet meer is maar we elke dag missen. Open wondes kunnen zich geen betere balsem wensen.
15. Summertime Sadness (2011)
Kiss me hard before you go
Summertime sadness
I just wanted you to know
That baby you're the best
Cadillac met open dak, de wind in de haren en cruisen maar door de Californische hills. Carpe fucking diem, tot het onvermijdelijke komt. Go Lana!
Ik herinner me de tijd dat ik titels verzinnen als een deel van het ambacht beschouwde. De nét niet te voor de hand liggende woordspeling, de vergeten referentie, het banale substantief dat uittorenend boven een lap tekst opeens een andere dimensie krijgt: het zijn kleine pleziertjes die het leven van de schrijver heel even aangenamer maken. Helaas wordt deze verstrooiing me nu al maandenlang ontnomen. Meer zelfs, het vloeit voort uit een veel groter probleem. Getrouwen uit mijn omgeving vallen bij bosjes tegenwoordig. Er rest me dan ook weinig meer dan zorgvuldig, als was ik een ambtenaar van de burgerlijke stand, de respectievelijke namen te noteren en vervolgens hun bestaan in enkele mooie woorden samen te vatten, alvorens de bekomen elegie voor eeuwig in een vergeten uithoek van het wereldwijde web te laten rondslingeren. Voor dood achtergelaten, maar in de stellige hoop dat de betrokkenen bij gelegenheid weer tot leven zullen worden gewekt, al was het maar voor even.
De volgende in het rijtje is Kira. De cocker spaniel annex stofzuiger van mijn moeder blies in de nacht van zaterdag op zondag haar laatste ademtocht uit. Daarmee komt een einde aan onze hondendynastie die begon in 1992. Scruffy, een nogal plompe labrador, kreeg in 1997 het gezelschap van Rakker, een kwieke Jack Russell. In 2008 was er Toby om de leemte op te vullen die het verscheiden van Scruffy had gelaten. Nadat ook Rakker in 2011 op de eeuwige jachtvelden ging draven, kwam tot slot Kira in ons huis wonen. Tot 2015 functioneerde ze in duo met Toby, daarna ging ze solo als familiehuisdier. Tot nu dus, 14 maart 2021. Waarschijnlijk heb ik te veel films gekeken, maar het voelt bij mij alsof er veel meer dan een dier weg is. De wijsheden, herinneringen, voorvallen, scharniermomenten en ontwikkelingen van de familie Vandevenne/Vrindts zijn decennialang van hond tot hond doorgegeven kunnen worden. Dankzij de voortdurende overlap leefden de vroegste impressies van Scruffy zo ook nog tot in Kira voort. Zelfs mijn 8-jarige ik is dus een beetje mee met Kira verdwenen.
Met al die overdadige focus op haar ambt, zou ik bijna vergeten om de spot op Kira's karakter te richten. Dat zou niet minder dan onvergeeflijk zijn. Zeggen dat ze een hond uit de duizend was is misschien overdreven, maar een hond uit de vier was ze zeker en vast. Altijd goedgeluimd, kwispelend, supersociaal maar toch steeds trouw aan haar baasje: Kira was een droom van een hond. Blaffen heb ik haar bijvoorbeeld nooit horen doen en dat strekt haar tot eer, want in 99,9% van de gevallen is dat in feite toch gewoon nutteloos. Eten deed ze des te meer. Alles wat op de grond viel belandde binnen de seconde in haar maag, zonder onderscheid qua kleur, textuur of voedingswaarde. Een autopsie zou zonder twijfel gewag maken van een zorgwekkende hoeveelheid microplastics, om over de macroplastics nog maar te zwijgen. Ze kan het maar gehad hebben. Ik wens Kira een hondenhemel vol vallende gehaktballen toe, als billijke beloning voor de voortreffelijke wijze waarop zij onze hondendynastie ten grave heeft gedragen.
De eerste blog van 2021 heeft dezelfde titel als de eerste van 2020. Enkel het suffix '(2)' geeft enige distinctie weer. Achter die haast onveranderlijke façade voltrok zich echter een rollercoaster van emoties. Virussen kwamen tot leven, familieleden stierven en alles wat voorheen een evidentie was, moest opnieuw in vraag worden gesteld. Maar het huis, dat staat er nog. Meer zelfs: de ruwbouw van een jaar geleden is zoals gehoopt uitgegroeid tot een woning met oren en poten. Al ging uiteraard ook dat niet zonder slag of stoot, zoals niets in 2020. Bloed, zweet en tranen kwamen eraan te pas om in de laatste rechte lijn de verschillende stielmannen in de aangewezen richting te stuwen - meer dan voldoende lichaamseigen vocht in elk geval om te beseffen dat het sleutel-op-de-deurprincipe echt wel het hoogst haalbare was qua zelfstandig bouwen.
Hoe dan ook, het resultaat mag er zijn. De juiste kleur verf voedt de gewenste muren, het keramieken keukentablet blinkt in de zon en hoewel we misschien geen kast van een huis hebben, hebben we wel huizen van kasten. Dat laatste is meer dan een boutade: op bepaalde plekken zijn de inbouwkasten dermate hoog dat we er zelfs vanop de bovenste trede van de trapladder niet aankunnen. Het is net daarom dat natuurlijk zoveel duiten werden neergeteld, dat we in ruil het comfort mogen krijgen om ons louter nog met first world problems te moeten bezighouden. Hoe hoger op de ladder, hoe futieler de sores.
Futiele sores: aanlokkelijker hoeft het streven voor 2021 echt niet te zijn.
Geen Werchter, geen EK, geen Olympische Spelen. Geen Eddy of Yvetje meer. Exit Maradona en Tsigalko. Kompany hing de schoenen aan de haak, Hazard hangt nog met haken en ogen aan elkaar. Dit was 2020. Snel het jaarlijkse lijstje, opdat er toch nog één zekerheid is.
Beste film: 1917; Tenet; Marriage Story
Beste song:
1. Sault - Free
2. The Weekend - Blinding Lights
3. Taylor Swift feat. Bon Iver - Exile
4. Meskerem Mees - Joe
5. The Killers - My Own Soul's Warning
6. Charles - Wasted Time
7. Sunday Rose - Our Girls
8. Lana Del Rey - Let me love you like a woman
9. The Strokes - Brooklyn Bridge to chorus
10. Celeste - Stop this flame
Beste tv: De Ideale Wereld; The Last Dance; Lance; The Queen's Gambit; Chernobyl; How to sell drugs (online)?; DARK; Exit; Big Little Lies; Tiger King; Parks and Recreation / Fleabag (Amazon)
De blogproductie in deze uitloper van 2020 blijft op peil, al is de aanleiding helaas telkens opnieuw dezelfde: dood en verderf. Voor de vierde keer in een maand valt er een overlijden te betreuren. Dit keer betreft het gelukkig een ver-van-mijn-bedshow. Of komt het integendeel nu net wel heel dichtbij? Ik weet het niet goed, de lenzen zijn troebel intussen. Feit is: Maxim Tsigalko is de volgende in de rij om er het bijltje bij neer te leggen. Net als ik 37 jaar, net als ik in een parallel universum een begenadigd voetballer, net als ik Tsigalko.
Nadat op 25 november één van de beste voetballers aller tijden ons verliet, was het op 25 december dus de beurt aan de allerbeste virtuele voetballer aller tijden. Maxim Tsigalko, een Wit-Rus met het uiterlijk van een Wit-Rus. Een creatief kapsel was niet aan hem besteed, enige andere franjes evenmin. Hij was niet sterk, was geen kopper en een man dribbelen ging hem ook niet af, maar een doelpunt maken kón hij. Althans, dat was het geval in het iconische Championship Manager '01-'02. Hoe het hem in het echte leven verging weet niemand, ik hoor van zijn dood en zie op Wikipedia dat hij tien jaar geleden al is moeten stoppen met voetballen wegens aanhoudende blessures.
Eén magere troost bij dit alles: Tsigalko leefde voor doelpunten en zal dat ook na zijn dood blijven doen. Op laptops en computers over de hele wereld zal hij nog op dagelijkse basis de netten doen trillen, tot in de eeuwigheid amen. Terzelfdertijd onderhoudt zijn naamgenoot met eenzelfde ijver een blog, die druk niet gelezen wordt op laptops en computers over de hele wereld. In de virtuele werkelijkheid zal de Wit-Russische Tsigalko het altijd halen van de Belgische, levend of niet. En zo hoort het. Rust in vrede, Maxim.
Opnieuw een blog die sober met een voornaam betiteld wordt, opnieuw een omineuze inhoud. Mijn bewering van vorige week, dat het jaar 2020 vervat zat in dat ene beeld van betraande bemondmaskerde gezichten in het funerarium, is helaas al ingehaald door de tijd, die vernielzuchtiger lijkt voort te schrijden dan ooit tevoren. Deze keer bevinden An en ik ons in de woonkamer van mijn vader. We hangen voorovergebogen over het ziekbed van Yvetje, sinds een jaar of tien zijn vriendin. Een agressieve tumor heeft haar in een week tijd onherkenbaar veranderd. Uiteindelijk zal Yvetje elf dagen na Eddy haar laatste adem uitblazen. "Dat bestaat toch niet!", blijft mijn moeder als een mantra herhalen. Maar het bestaat dus wel, in een vingerknip zijn mijn beide ouders hun partner kwijt. Na vele mooie jaren is het nu tijd voor inktzwarte weken, waarna hopelijk nog vele vermoedelijk minder mooie jaren zullen volgen.
Dat Yvetje een kleurrijk figuur was, is een open deur intrappen. Een spraakwaterval zonder weerga was ze, een vat vol met anekdotes die steeds tientallen zijwegen insloegen, waardoor elk alledaags voorval al snel verwerd tot een onontwarbaar kluwen. Ondanks een nauwelijks te behappen woordenstroom bleef ze zo tot op de laatste dag evengoed een enigma. Wat heeft ze gestudeerd, waar heeft ze zoal gewerkt, hoeveel ex-mannen zijn er precies gestorven, hoeveel broers zijn er nog in leven? Noch ik, noch An, noch mijn broer weten er het fijne van. Het vermoeden is donkerbruin dat zelfs mijn vader weinig benul heeft van de droge feiten. Meestal tetterde Yvetje een eind weg, keken wij haar onbegrijpend aan en gaf mijn pa hoofdschuddend blijk van zijn visie op haar werkelijkheid.
Onrechtstreeks heeft die houding helaas bijgedragen aan haar veel te vroege afscheid. Liever dan een gediplomeerde dokter te consulteren, gaf Yvetje steeds opnieuw een eigen interpretatie aan haar medische toestand. Op basis van empirische waarnemingen, bevindingen van kennissen en theorieën van het wereldwijde web stelde ze haar hoogstpersoonlijke diagnose, die onveranderlijk dramatisch was. Aftoetsen met een specialist was zelfs niet nodig, het was dramatisch en daarmee basta. Ten langen leste had ze het bij het rechte eind, al bleek de combinatie van haar grote gelijk met een diepgeworteld wantrouwen in de medische instituten niet echt heilzaam.
Wat we sowieso zeker nooit zullen vergeten, was haar oprechte hang naar gezelligheid en familiale warmte. Haar klaterende lach echoot op welbepaalde geluidsgolven ongetwijfeld nog na, sommige honden kunnen er nog jaren van genieten. De talloze pogingen om mijn vader uit zijn zo gekoesterde schulp te krijgen waren aandoenlijk, de eend die we elk jaar voorgeschoteld kregen met Kerstmis was heerlijk. Onze gedachten zijn dan ook bij Yvetje, hoewel in voortdurende tweestrijd met Eddy. Het ontbreken van exclusiviteit in het rouwverwerkingsproces, dat is het echte drama van deze tijd.
We bevinden ons in het Bilzerse funerarium. De aanwezigen zijn de naasten van Eddy, sinds twaalf jaar de vriend van mijn moeder. Ik kijk rond me en zie betraande gezichten, voor de helft bedekt door mondmaskers waaronder vermoedelijk snottebellen schuilgaan. Het jaar 2020 vervat in één beeld. Bescherming blijft aangewezen, want als dit verdoemde jaar ons iets heeft geleerd, dan wel dat het altijd nog erger kan.
Zoals in de meest arglistige casino's begon het allemaal nochtans met een meevaller. Januari was nog niet goed afgetrapt of An en ik stootten pardoes op ons droomhuis, alle budgettaire beperkingen in acht genomen. Wat we niet wisten was dat er toen al op de achtergrond een virus smeulde, geduldig zijn kans afwachtend in het verborgene. Algauw sloten cafés en restaurants, werd Rock Werchter geannuleerd, werden het EK en de Olympische Spelen uitgesteld. Eén na één gingen alle uitlaatkleppen dicht. Wat overbleef was het kerngezin, dat op eigen kracht een almaar opschuivende eindmeet moet zien te bereiken.
Die eindmeet zal niet meer voor Eddy zijn. Hoewel het virus waarvan sprake niet de ultieme boosdoener was, woog de alomvattende aanwezigheid ervan ontegensprekelijk op zijn laatste levensjaar. Een ander afscheid had hij al zeker verdiend. Eentje met toeters en bellen, in plaats van mondmaskers en snottebellen. Ik zit het allemaal te overpeinzen terwijl ik met mijn moeder door het desolate Zuid-Limburgse coronalandschap rijd. Het is donker en koud en het Belgenland maakt zich stilaan op voor de avondklok, maar er dienen doodsbrieven te worden rondgebracht. Radio 1 meldt dat Anderlecht alsnog de overwinning heeft laten schieten tegen Zulte-Waregem. Soms kan ook tristesse tot in het kleinste detail juist zitten.
Diego Armando Maradona is niet meer. Dit vervloekte jaar 2020 richt alles en iedereen te gronde, dus de grootste voetballer aller tijden kon er ook nog wel bij. Al moeten we toegeven dat de Diego Armando Maradona in kwestie wel een aardig handje toegestoken heeft als het aankwam op het faciliteren van zijn ondergang, 2020 treft nu ook niet alle schuld. Diego at te graag, dronk te graag, rookte te graag en snoof te graag. Leefde te graag eigenlijk, iets wat een mens nu eenmaal eerder vroeg dan laat met zijn leven bekoopt.
Zei ik in de vorige alinea 'de grootste voetballer aller tijden', dan bedoelde ik natuurlijk niet echt de grootste voetballer aller tijden. Er was namelijk Pelé en er zijn namelijk Ronaldo en, vooral, Messi. Over die laatste schreef ik op 11 maart 2012(!) reeds het volgende:
Hij brengt in de praktijk wat ik met FIFA '95 op de Sega kon: door als een krankzinnige op de 'B'-toets te rammen drie keer sneller lopen dan de tegenstanders. Waar het esthetische aspect er onherroepelijk bij inschoot in het Sega-tijdperk, heeft Messi in het real life-tijdperk de schoonheid gracieus in zijn spel verweven. De bal plakt aan zijn voet en vice versa; dankzij kattenpootjes links en rechts tolt hij voorbij wanhopige verdedigers; in geval van ook maar een meter ruimte in de buurt van de backlijn deponeert hij de bal clean tegen de netten.
[...]
Aan het ogenschijnlijke gemak herkent men de ware kunstenaar. Mijn besluit is voor de gelegenheid een oekaze die geen tegenspraak verdraagt. Messi is de beste voetballer aller tijden. Messi is de grootste sportman aller tijden. Messi is de voornaamste hedendaagse kunstenaar. Op zijn minst.
De goede verstaander zal begrepen hebben dat deze post van meer dan acht jaar geleden dateert. Toen al was Messi buitenaards, en eigenlijk is hij dat tot op vandaag altijd gebleven. Bij Maradona is dat anders. Hij is een product van de jaren 80 en de vroege jaren 90, een tijdsgewricht dat erop gebrand was helden te maken en te kraken, liefst met zo weinig mogelijk interval tussen. De rush van Maradona tegen de Engelsen zal altijd beter zijn dan die van Messi tegen willekeurig welk team, zoals de Luik-Bastenaken-Luik van Frank Vandenbroucke altijd die van Philippe Gilbert zal overtreffen. De herinneringen zijn even troebel als de korrelige beelden die ons vanop zuidelijke Mondiales of Ardense toppen bereikten, en bovendien krijgt de nostalgie steeds het voordeel van de twijfel wanneer er hiaten in het geheugen opgevuld dienen te worden. Diego Armando Maradona mag zich dus met recht en reden de grootste voetballer aller tijden noemen, voor deze ene keer.