"Niet doen, Jan!" We schrijven begin september, de geruchtenmolen linkt Jan Vertonghen, één van mijn favoriete voetballers, steeds overtuigder aan RSC Anderlecht, mijn enige favoriete club. Mijn hart zou een sprongetje moeten maken en ik zou onverwijld een éénpersoonspolonaise op gang moeten trekken bij het horen van dit nieuws. Ook devotie heeft immers zijn plichtplegingen. Maar het tegendeel is waar: mijn empathie zit me dwars. Het gezin-Vertonghen trekt aan mijn geestesoog voorbij. De ene dag onder de Portugese zon, de andere dag gelegerd in een druilerige voorstad van Brussel. Jan krijgt uiteraard ook geen leven meer geblazen in de palliatieve patiënt RSC Anderlecht, net als Kompany, Chadli en talloze anderen gaat hij roemloos mee ten onder. Het hoongelach dat opstijgt vanuit provincieclubs aan de rand van de beschaving maakt de vernedering helemaal compleet. Ik schreeuw geluidloos mijn goede raad naar het computerscherm, maar het mag niet meer baten.
Jan Vertonghen: 141 caps voor België, uitgeroepen tot beste voetballer van Nederland, finale Champions League gespeeld, jarenlang één van de beste verdedigers in Engeland, mooi haar... Zijn verdiensten kunnen nauwelijks overschat worden. Een carrière die staat als een huis, ongeacht wat zijn laatste club ook wordt. Tenzij.. tenzij hij de club heeft gekozen die hij heeft gekozen natuurlijk. Het Instituut, op industriële schaal reputaties verdelgend sinds vele jaren. Iedereen op en rond Anderlecht wordt ongelukkig, dat is een vaststaand feit. Bij Jan Vertonghen duurde het ongeveer een week. Hij heeft de allerslechtst mogelijke keuze gemaakt en ergst van al: hij beseft het ten volle. De sierlijke, fiere verdediger is intussen verschrompeld tot een hoopje ellende. Kleine troost voor de echte fan: het is wel ónze ellende.
|