Ik herinner me de tijd dat ik titels verzinnen als een deel van het ambacht beschouwde. De nét niet te voor de hand liggende woordspeling, de vergeten referentie, het banale substantief dat uittorenend boven een lap tekst opeens een andere dimensie krijgt: het zijn kleine pleziertjes die het leven van de schrijver heel even aangenamer maken. Helaas wordt deze verstrooiing me nu al maandenlang ontnomen. Meer zelfs, het vloeit voort uit een veel groter probleem. Getrouwen uit mijn omgeving vallen bij bosjes tegenwoordig. Er rest me dan ook weinig meer dan zorgvuldig, als was ik een ambtenaar van de burgerlijke stand, de respectievelijke namen te noteren en vervolgens hun bestaan in enkele mooie woorden samen te vatten, alvorens de bekomen elegie voor eeuwig in een vergeten uithoek van het wereldwijde web te laten rondslingeren. Voor dood achtergelaten, maar in de stellige hoop dat de betrokkenen bij gelegenheid weer tot leven zullen worden gewekt, al was het maar voor even.
De volgende in het rijtje is Kira. De cocker spaniel annex stofzuiger van mijn moeder blies in de nacht van zaterdag op zondag haar laatste ademtocht uit. Daarmee komt een einde aan onze hondendynastie die begon in 1992. Scruffy, een nogal plompe labrador, kreeg in 1997 het gezelschap van Rakker, een kwieke Jack Russell. In 2008 was er Toby om de leemte op te vullen die het verscheiden van Scruffy had gelaten. Nadat ook Rakker in 2011 op de eeuwige jachtvelden ging draven, kwam tot slot Kira in ons huis wonen. Tot 2015 functioneerde ze in duo met Toby, daarna ging ze solo als familiehuisdier. Tot nu dus, 14 maart 2021. Waarschijnlijk heb ik te veel films gekeken, maar het voelt bij mij alsof er veel meer dan een dier weg is. De wijsheden, herinneringen, voorvallen, scharniermomenten en ontwikkelingen van de familie Vandevenne/Vrindts zijn decennialang van hond tot hond doorgegeven kunnen worden. Dankzij de voortdurende overlap leefden de vroegste impressies van Scruffy zo ook nog tot in Kira voort. Zelfs mijn 8-jarige ik is dus een beetje mee met Kira verdwenen.
Met al die overdadige focus op haar ambt, zou ik bijna vergeten om de spot op Kira's karakter te richten. Dat zou niet minder dan onvergeeflijk zijn. Zeggen dat ze een hond uit de duizend was is misschien overdreven, maar een hond uit de vier was ze zeker en vast. Altijd goedgeluimd, kwispelend, supersociaal maar toch steeds trouw aan haar baasje: Kira was een droom van een hond. Blaffen heb ik haar bijvoorbeeld nooit horen doen en dat strekt haar tot eer, want in 99,9% van de gevallen is dat in feite toch gewoon nutteloos. Eten deed ze des te meer. Alles wat op de grond viel belandde binnen de seconde in haar maag, zonder onderscheid qua kleur, textuur of voedingswaarde. Een autopsie zou zonder twijfel gewag maken van een zorgwekkende hoeveelheid microplastics, om over de macroplastics nog maar te zwijgen. Ze kan het maar gehad hebben. Ik wens Kira een hondenhemel vol vallende gehaktballen toe, als billijke beloning voor de voortreffelijke wijze waarop zij onze hondendynastie ten grave heeft gedragen.
|