Vandaag in Zondag
Frontpoëziedag het gedragen gedicht Observartiepost
van Filip De Pillecyn. Het verscheen in
1919 in de bundel Onder den hiel die hij samen met Jozef Simons had uitgegeven
bij Lannoo. De Pillecyn schreef dit mooie
voorbeeld van loopgrachtenpoëzie in februari 1918 in de Ferme La Paille.
Observatiepost
Een eenzaam man, een zware
nacht
Dieper verzinkend na
fuseeënglans.
Een hoofd geneigd zonder wil of
gedacht
En oogen doelloos naar
d'omsluîerden trans.
Een enkel schot, een vlugge
vlam
Slaande in haar wilde
schoonheid d'hemel tegen.
Dan weer de stilte, tot het
voorhoofd klam
Ter koele ijzeren leuning komt
gezegen.
En met het rijzen van den
jongen dag
Een vroege vogel en een lied
heel ver.
In frisschen morgen, zonder
groet of lach
't Koude verglimmen van de laatste ster
|