Deze grafzerk met een bijzonder opschrift is te vinden
op Fromelles (Pheasent Wood) Military
Cemetery in het Frans-Vlaamse Fromelles. Deze begraafplaats was de eerste
CWGC-site die in meer dan 50 jaar na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog
door deze organisatie werd ingericht. Deze site werd aangelegd nadat na jaren
van volgehouden speurwerk Lambis Englezos, een gepensioneerde leraar uit
Melbourne, in 2007 een massagraf had geïdentificeerd waarin in 1916
Australische en Britse gevallenen door de Duitsers waren begraven. Dit
massagraf lag bij Pheaseant Wood of Fasanen-wäldchen zoals het op de Duitse stafkaarten
stond aangegeven, vandaar de naam. Op basis van het overtuigende
bewijsmateriaal dat Englezos bijeengesprokkeld had werd in mei 2008 een archeologische
prospectie uitgevoerd door een archeologisch team van Glasgow University, dat
de vermoedens bevestigde. Tussen mei en september 2009 werd deze site zorgvuldig
opgegraven door Oxford Archeology waarbij 250 lichamen en ruim 6.200 persoonlijke
artefacten werden gerecupereerd. Er volgde een moeizaam maar succesvol
identificatieproces waarbij onder meer gebruik werd gemaakt van DNA-materiaal
van nabestaanden van bij Fromelles vermiste militairen. De resultaten waren
verrassend; niet minder dan 96 van de stoffelijke resten konden positief worden
geïdentificeerd. Van de resterende 154 lichamen zijn er zeker 109 Australisch
en 3 Brits. Er bleven slechts 42 niet langer identificeerbare resten over. Bijna
100 jaar na dato kregen tal van nabestaanden eindelijk uitsluitsel over het lot
van hun familielid
De Britse en Australische regering hadden intussen aan de
CWGC gevraagd om een nieuwe begraafplaats aan de dorpsrand van Fromelles te
openen. In augustus 2008 begon men met de aanleg van, deze site met een ietwat
vreemd aandoend zeshoekig grondplan naar een ontwerp van Barry Edwards. Het Cross of Sacrifice werd zo geplaatst dat
het vanaf VC Corner Cemetery en het Australian
Memorial Park te zien is. De eerste
bijzetting vond hier plaats op 30 januari 2010. De laatste gesneuvelde
werd tijdens de officiële inhuldiging op
19 juli 2010 - 94 jaar na de Slag herbegraven in aanwezigheid van de Britse
prins Charles, Quentin Brice, de Governor-General
of Australia en tal van familieleden van de geïdentificeerde militairen..
Eén van de geïdentificeerde slachtoffers was de 38-jarige
Arthur Joseph Johnson, een soldaat in het 29e bataljon Australian Infantry uit Footscray,
Victoria. Hij was een zoon van James
Johnson en Mary Anne Davies. Hij had 5 broers en 2 zusters en was gehuwd met Mary
Murray. In het burgerleven werkte hij als handarbeider in een steengroeve. Deze oorlogsvrijwilliger was op 18
februari 1916 in Melbourne ingescheept op
HMAR Ballarat met bestemming front waar hij drie maanden later vermist
raakte bij de zinloze aanval op Fromelles.
Zijn familie plaatste Step softly, a
dream lies buried here op zijn zerk
.

|