Op 15 oktober 1918, bij de aanval op Torhout werd onderluitenant
Leo De Nayer op slag gedood door een kogel in het hart. Filip De Pillecijn, die
in de Frontbeweging bevriend was geraakt met deze Temsenaar schreef een paar
weken later volgend poëtisch maar ook verbitterd in memoriam voor zijn gevallen
frontkameraad:
Nauw had de storm der jeugd u in zijn armen
Getild, o schoon soldaat, de driftenrijke
En dronken zeegning, die de lip doet reiken
Naar ideaal, t hoogeedle, bruisend warme.
De tijd stond stil. De uren van erbarmen
Verzonken dieper naar de rei der lijken
Wies, en tot de starren, golfde slijk en
Bloed en haat, veel forscher dan het karmen.
O ! Hoofdig is het lied van de banieren.
Waaiend hun trots boven het rood festijn
Van veel verminkte borsten. Ach ! Uw oog
Had zich beroerd aan dal te fellen wijn.
Thans rijst de logen die uw jeugd bedroog.
O schone soldaat, en die uw dood komt vieren
|