Tijdens het eindoffensief onderscheidden verschillende
militairen uit het Hoogstraatse zich op bijzondere wijze. Op de foto
Hoogstratenaar Gaston De Keuster, die als 1e sergeant in de 7e
compagnie van het 1e Regiment Grenadiers diende. Hij werd op 8
oktober 1918 als volgt geciteerd op het legerdagorder:
...Uitmuntend onderofficier,
begaafd met grote dapperheid. Heeft zich bijzonder onderscheiden door zijn
moedig initiatief gedurende het offensief. Op 28 september heeft hij te Wollemolen,
door uit de reservestellingen te komen met enkele soldaten, naar de eerste
linie te gaan en er een belangrijke vijandelijke post, sterk verdedigd door
mitrailleuzen aan te vallen op persoonlijk initiatief. Heeft het zijne
bijgedragen tot het veroveren van deze post en het maken van
krijgsgevangenen...
De Hoogstraatse oorlogsvrijwilliger/korporaal Gust Peeters,
uit hetzelfde regiment als De Keuster werd eveneens op het legerdagorder
vermeld voor zijn schoon gedrag
gedurende den Slag van Vlaanderen en zijn voortreffelijke houding gedurende
zijn 39 maanden verblijf aan het front. Ook de Hoogstraatse eerste
sergeant-majoor Gaston Cornelissen uit het 16e Linieregiment werd op het legerdagorder
vermeldt: "Uitstekend onderofficier,
bezield met een buitengewone dapperheid en ontembare moed. Gaf daarbij steeds
blijk van de schoonste militaire hoedanigheden, welke gepaard gaan aan zeer
verheven gevoelens van vaderlandsliefde en hoog begrip van plicht.
Onderscheidde zich door zijne overschrokkenheid en miskenning van 't gevaar
gedurende de gansche oorlogsperiode en bijzonder tijdens het groot offensief in
Vlaanderen. Werd zwaar gewond op 31 oktober '18 wanneer hij aan 't hoofd van
zijn peleton den aanval leidde aan de vaart van Schipdonck. Aan het front sinds
het begin van den oorlog." Deze bekwame onderofficier was drager van
de Herinneringsmedaille '14-'18, de Overwinningsmedaille, de IJzermedaille,
de Militaire Medaille, het Oorlogskruis mét palm, het Franse Croix de Guerre en de Britse Military Medal.
|